maandag 20 december 2010

Dromerij.


De droom was sterk genoeg om te blijven denken aan het avontuur welke zich in mijn hoofd had afgespeeld. De stem van mijn verlangen was doorgebroken in de schijnwereld van de imaginaire gebeurtenissen, die bij het ontwaken meestal sublimeren in het daglicht. Het verloren gevecht tegen de vervliegende herinnering die meestal snel oplost in een wolk van vergetelheid. Maar die ochtend was anders, de droom maakte zich niet van mij los en dreef niet aan mij voorbij, doch bleef in mijn hoofd aanwezig als een parallelle werkelijkheid. Als ik mij concentreerde op mijn omgeving, hield het dromen even op , maar als ik even verslapte in mijn alertheid of mijn ogen kortdurend sloot kwam de droomtoestand weer terug. Deze dromerij was heel bijzonder en bracht mij in de gelegenheid het gedroomde als wakkere te kunnen ervaren en beter te kunnen omschrijven wat ik exact aan het dromen was. De belevenis welke ik droomde speelde zich af op een groot schip dat van Rotterdam naar New York voer. De naam van het schip, de Statendam, bracht mij in associatie wisselend terug naar de dodenherdenking in Amsterdam,waar veel mensen in stilte stonden te kijken naar iets wat ik niet kon waarnemen, met op de achtergrond het geluid van de klapperende kabels van de vlaggenmasten, die door de wind een belangrijke bijrol speelden in de ongewone stilte. De korst was door de jaren heen bijna sterk genoeg geworden om de wond te beletten te huilen. De wind huilde rond het bovenste dek en je moest je aan de reling vasthouden om niet van je plek te worden geblazen. De zee was ruw en de regen striemde mijn gelaat. Het geluid van klepperende kabels bracht mij in resonantie met de wereld, met de boot en met mijn eigen gedachten. Ondanks het barre weer voelde het goed en kon ik, als de keuze zich voordeed naar binnen gaan en de warmte en beschutting opzoeken. Maar de keuze deed zich niet voor, ik had niet daadwerkelijk iets te kiezen, want ik was toeschouwer van een gebeurtenis, die zich in mijn hoofd afspeelde. Ik wachtte in gedachte totdat de koude mij naar binnen zou laten gaan, maar dit gebeurde niet. De velen kransen en bloemen die bij het monument werden neergelegd door onze koningin, hoogwaardigheidsbekleders, militairen, overlevenden en gewone burgers, kleurden het wit en grijs van de eerbiedigheid. Een lange rij liep langs het monument als eerbetoon aan de gesneuvelde landgenoten. Ik rilde van de kou en verlangde naar de warmte, het licht, het leven en de liefde.

De grote boot begon steeds meer te deinen en de golven werden hoger. Er was niemand aan dek en ik stond verkleumd te wachten op iets dat zich zou kunnen voltrekken in een onbekende verwachting, met mijn beide handen de reling omklemd. Te gek voor woorden, niet te begrijpen, doch wel de gedroomde werkelijkheid. De mensenmassa op de Dam loste langzaam op en de bloemenpracht bij het monument, kleurde het leven in licht en verjoeg de duisternis. Hoe kon ik een dreigende ramp met dit schip voorkomen? De spanning in mijn beleving van angst en kilte werd sterker en de ervaren eenzaamheid maakte mij hopeloos. Verstoken van rust, warmte en liefde wilde ik een bloem zijn, geplukt of afgesneden en gedragen in een warme hand. De duisternis dimde mijn gezichtsveld en een sterke hand trok mij weg van de reling. U moet naar binnengaan, het is nu gevaarlijk aan dek. Een deur ging open en ik werd naar binnen gezogen in een prettig warme ruimte.

Er stonden tafels met alleen maar bloemen en ook de vloer was bezaaid met bloesem en bloemknoppen. Ik raapte wat op en had een echte bloem in mijn hand. Net zo’n bloem die ik had willen zijn in de kille eenzaamheid. Ik liep terug naar mijn hut, kleedde me uit en ging op bed liggen. Daarna stond ik op en dacht na over die rare dromerij.

J.J.v.Verre.

donderdag 9 december 2010

Duisternis.

                            Duisternis is een licht loze ruimte die de mens wil verstoppen in onzichtbaarheid.


Dolend in die onbekende ruimte. Op zoek naar een lichtschakelaar. De muren met mijn vingers aftastend en half struikelend over allerlei obstakels die mijn blote tenen bezeerden. De wens om mijn blaas te kunnen ontledigen was sterker geweest dan de lust om in dat bed te blijven. Ik weet niet in wat voor een bed ik lag, maar het was in ieder geval lang genoeg om me geheel te kunnen strekken. De vingertocht langs de muur werd onderbroken door een deurpost en even later gleed mijn hand over een houten deurknop. Ik probeerde de deur te openen, doch deze leek op slot. Waarom gaat deze deur niet open ? Er kwam geen antwoord ,want niemand luisterde naar deze vraag in mijn hoofd. Ik vroeg me af hoe ik hier was gekomen. Maar dat was nu niet zo belangrijk. Ik moest nodig plassen, dat was prioriteit nummer een. Ik sjokte half naakt verder met mijn hand als geleider, tastend naar uitsparingen in de muur. Wat was het aarde donker, het leek wel een ruimte diep onder de grond, zonder ramen of andere bronnen die het licht konden binnen laten.Aan de muur waren vreemde objecten bevestigd, hoogst opmerkelijk voor een slaapvertrek. Ik stak mijn hand omhoog en raakte het plafond . Vreemd zo’n lage slaapkamer. Ik liep tegen een stoel aan en bezeerde mijn knie. Er viel iets van de stoel op de grond, het geluid leek op dat van een metalen emmer of een leeg verfblik. Ik taste op de grond en hield een hengsel vast wat aan een leeg blik vastzat. Ik bedacht me geen moment en bevrijdde mijn opgezette blaas van zijn hinderlijke inhoud. Wat een heerlijk gevoel was dat nadat de laatste druppel mijn lichaam had verlaten. Nu weer snel terug naar dat heerlijke bed. Ik schuifelde voetje voor voetje terug in de richting waar ik vandaag dacht te zijn gekomen. Ik herkende de deurpost , rammelde aan de knop van de deur, maar er was geen beweging in te krijgen. Ik liet het raadsel van de dichte deur achter me en stapte voorzichtig achteruit naar het midden van de ruimte. Na enkele obstakels te hebben genomen kwam ik weer bij een muur uit. Ik had de ruimte doorkruist zonder dat bed tegen te zijn gekomen, hetgeen me verbaasde. Ik moest mij strategie veranderen om weer snel verder te kunnen slapen. Ik bukte me en ging verder al kruipend over de vloer. Een koude stenen vloer. De eerstvolgende zacht aanvoelende plek zou mijn slaapplaats worden. Op de tast kroop ik over de grond en kwam de meest vreemdsoortige attributen tegen welke meer in een schuur dan in een slaapkamer thuishoorden. Waar was nu mijn slaapplaats gebleven? Ik ging weer rechtop staan en stootte mijn hoofd hard tegen een soort van verwarmingsbuis. Ik zag even sterretjes en dat was het laatste brokje licht wat ik me kan herinneren. Ik zonk langzaam weg in een moeras van doe het zelf spullen. Mijn hoofd tolde als een draaiboor, staande gehouden door de pijn van een spijkerpistool, verward in een rol prikkeldraad. Het werd geen slapen meer, maar overleven. Mijn geest verbrak het contact met de wereld en uiteindelijk viel ik in een soort van slaap. Met mijn hoofd op iets zachts.

 De volgende middag werd ik wakker in de kelder van mijn opa, die als knutsel ruimte diende. Met mijn hoofd op een stapel jute zakken waar vroeger kolen in hadden gezeten. Met een bonkende hoofdpijn probeerde ik te gaan staan en herinnerde mij nu dat ik de avond tevoren wat veel had gedronken en naar de kelder was gegaan om een nieuwe fles wijn te halen. Een bed stond er niet, maar wel een vies, oud stukje tapijt, wat bedrieglijk zacht had aangevoeld. De dichte deur was van een oud kolenhok dat al vele jaren geen dienst meer deed.
De werkelijkheid wordt als een droom beleefd als je door de alcohol bent vergiftigd.

J.J.v.Verre/1987.

donderdag 25 november 2010

Het Rijk van Zofil.

---------------------------------Ontwerp: martijnkessler.nl


Het was een reclamecampagne van een Italiaanse firma die met een geofictieve kaart van een imaginair landschap, de rivieren, beken, meren en bergen in verband brachten met het proces van atheroscerose. Bij het zien van deze grappige afbeelding werd mijn fantasie geprikkeld en begon het denkbeeldige sprookjesland te leven.

Het was nog vroeg in de ochtend en de zon was nog niet boven de bergtoppen zichtbaar. In de stad Westenburg was alles nog rustig, behoudens een vroeg kraaiende haan, die de avond tevoren van zijn hennetje verstoken was gebleven. De lucht was kil, de hemel nog ongekleurd en boven het meer waren flarden mist zichtbaar. Ik keek uit het kleine raam en bemerkte dat er een slaapmuts op mijn hoofd zat. Het gevoel van schaatsen in een koude winter trok aan mij voorbij,maar dat was toch vreemd op een vroege zomerochtend. Het feit dat mijn hoofddeksel een slaapmuts moest zijn en geen ijsmuts drong pas langzaam tot mij door. Wie keek er nu eigenlijk uit het raam? Was ik dat zelf, of was het een scene uit een sprookjesfilm of een blik uit een ver verleden? De zintuiglijke waarneming uit het raam was echter zo echt en de ingeademde lucht zo zuiver, dat dit geen droom kon zijn. Deze lucide waarneming was echter dan de werkelijkheid en de plaats waar ik me bevond, was het middelpunt van deze wereld. Een wereld die ik niet kende,maar wel vertrouwd overkwam. De lucht werd lichter en even later drongen de eerste zonnestralen over de bergkammen, mijn kamertje binnen. Ik bemerkte nu voor het eerst hoe de ruimte waarin ik had geslapen, eruitzag. Kaal en zeer ouderwets ingericht. Ik schatte de stijl eind achttiende eeuw. De kleren welke verfomfaaid over een stoel waren gehangen deden me denken aan een poppenkastkostuum van de veldwachter. Was ik hier een gezagsdrager? Of was ik lid van een amateur toneelgroep? Het viel me nu pas op dat ik dacht in een andere taal. De taal van Zofil en de woorden die mijn hoofd spraken gleden voorzichtig over mijn lippen en gaven me het gevoel een vrouw te kussen wier mond met lijm was ingesmeerd. Wat een onuitspreekbare brei van woorden, ik begreep de taal wel, maar kon de woorden niet verstaan. Ik wilde me gaan wassen, maar nergens was een kraan te bekennen. Dan eerst maar aankleden en later iets vinden om me op te frissen. De kleren stonken een uur in de wind, maar zaten me als gegoten. Een stem in mijn hoofd, welke ik nog niet eerder had gehoord, zei: dat is logisch, want het zijn jouw kleren. Ja, mijn kleren die ik nog nooit had gezien. Als laatste daad bij het aankleden, was het opzetten van een te zware helm. Ik zocht naar een spiegel, maar ook die was nergens te vinden. Op de grond lag nog een zwarte riem met een zilver kleurige gesp. Geen holster of wapenstok, misschien toch wel toneelkleding. Ik liep een smal trapje af en kwam in een kamer uit. Ongezellig, met een gewei en een soort van tapijt aan de muur. Op een tafeltje stond een grote houten tabaksdoos, met een zwarte pijp in een koperkleurige kom. Gek want ik rook toch niet. Wat me ook verbaasde was dat ik zo snel was gewend aan de toch wel bizarre omgeving. De deur in de kamer gaf toegang tot een lichtloos hok, dat als een soort van keukentje kon worden omschreven. Er lag een appel op een schaal en nam daar maar een hap van, het fruit leek mij hier onbespoten. Dit was een herkenbare, zoete smaak die toch als lekker kon worden omschreven. Daarna stapte ik door de buitendeur de straat op. Daar stonden drie mensen te wachten en wenkten me hun richting op. Twee mannen en een jonge vrouw. Toen kreeg ik een korte belevenis van herkenning. Niet dat ik de mensen herkende, maar ik wist wat er van mij verwacht werd. We zouden vanmorgen naar de Bergen des Doods gaan, opzoek  naar Vitalis, de broer van Menarijne, de jonge vrouw in het gezelschap. Vitalis was twee weken geleden vertrokken. Met de boot via de Hartfalen rivier, langs de ACE dessert richting de Bergen des Doods. Hij zou na drie dagen weer thuiskomen, maar niemand wist wat er gebeurd was.

We stapten in een kleine boot en roeiden langs de verraderlijke Zofil Splitsing in de Hypertensie rivier naar de Hartvergroting, een klein eilandje waar we zouden vragen of er iemand Vitalius had gezien. Vitalis kenden de meeste inwoners in en rond Westenburg wel, vanwege zijn enorme lengte en euvele moed. Maar niemand had hem recent gezien of iets van hem gehoord. We voerden verder over de rivier tot aan de splitsing, waar de riviertjes Hartvergroting, Nierfalen en Oogproblemen bij elkaar traden. De Hartvergroting was bevaarbaar tot aan het Hartinfarct, een sterke vernauwing van de bedding, waar onze boot niet langs kon. We meerden aan en moesten aan land, om onze tocht per voet voort te zetten. Dichtbij stond een kleine boeren nederzetting en een bevriende boer stelde zijn paard en wagen beschikbaar voor onze expeditie. Tevens kregen we van zijn vrouw wat te eten en dat was hard nodig na die ene appel ’s ochtends vroeg. Er lagen strobalen op de vloer van de kar en daar konden we heerlijk op zitten. Mijn rug was pijnlijk vermoeid door de voorafgaande roeitocht. Ik deed mijn ogen heel eventjes dicht en toen ik ze weer openden, keek ik naar de artsenbezoekster van de firma Menarini, die me zojuist die wonderlijke kaart van het Rijk van Zofil had overhandigd.

J.J.v.Verre.

donderdag 7 oktober 2010

Raoul Gustav Wallenberg.


Tijdens mijn recente verblijf in Stockholm kwam ik vlakbij mijn hotel, het gedenkteken van Wallenberg tegen. Het herinnerde mij aan een televisie film welke jaren geleden werd uitgezonden over het leven van deze moedige diplomaat.

De volgende beschouwing omtrent het leven en de dood van Wallenberg is ontleend aan het artikel,Raoul Wallenberg en de Hongaarse Joden, http://www.verzet.org/.
Wallenberg werd in 1912 in een plaatsje in de omgeving van Stockholm geboren en kwam uit een zeer gegoede Zweedse familie met eigen banken en in het bezit vangrote bedrijven,vergelijkbaar met de Rockefeller familie in de USA. Zijn vader stierf drie maanden voor zijn geboorte,op 23 jarige leeftijd. Hij werd opgevoed door zijn moeder Maj Wising-Wallenberg en door de moeder van zijn vader. Hij werd afgekeurd voor de militaire dienst omdat hij kleurenblind was. Hij was goed in talen en sprak perfect Engels,Duits en Frans. Op zeventienjarige leeftijd vertrok hij naar Amerika om aan de universiteit van Michigan in Ann Harbour bouwkunde te gaan studeren. In 1935 keert hij terug naar Zweden, in het bezit van een bachelor bouwkunde. Zijn grootvader,Gustav Wallenberg ziet hem als toekomstig bankier en stuurt hem naar Zuid-Afrika. Naar een half jaar houdt hij het voor gezien,maar zijn grootvader stuurt hem naar Haïfa in het toenmalige Palestina. Hier komt Raoul voor het eerst in aanraking met Joodse vluchtelingen, die volledig berooid zijn ontsnapt aan het steeds machtiger en wreder wordende Derde Rijk van Adolf Hitler. In 1937 overlijdt Gustav in een ziekenhuis in Parijs. Via een neef,Jacob Wallenberg wordt hij partner in het voedingsmiddelenbedrijf,Meropa. Dit bedrijf wordt gerund door de Hongaarse jood Kalman Lauer. Wallenberg krijgt de afdeling buitenland onder zijn hoede en reist tussen ’41 en ‘43 regelmatig naar de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Hij leerde snel de Hongaarse taal. Bij het uitbreken van de oorlog meldde Raoul zich aan als vrijwilliger bij de Nationale Garde van Zweden. Hij instrueerde burgers in paramilitaire taken indien Duitsland de neutraliteit van Zweden zou schenden en de oorlog ook op Zweeds grondgebied zou escaleren.

Tot maart 1944 werd Hongarije geleid door Miklos Horthy als staatshoofd, hij was vanaf 1920 regent van het koninkrijk Hongarije. Aanvankelijk had Horthy veel sympathie voor Hitler. Maar naarmate de Duitsers aan het Oostfront verloren, zocht hij toenadering tot de Russen en de Geallieerden. Op 19 maart 1944 vielen de Duitse troepen Hongarije binnen en werd in korte tijd door het Derde Rijk geannexeerd. Döme Sztojay werd als zetbaas van de Duitsers in het zadel geholpen, deze Hongaar had jarenlang als gezant in Berlijn gewerkt. Voor die tijd hadden de Joden de deportatie dreiging ontsprongen omdat de toenmalige regering onder leiding van Horthy hier niet actief aan wilde meewerken. Vanaf 1941 waren al tienduizenden Joden die geen Hongaarse identiteitspapieren bezaten zonder pardon over de grens met de Oekraïne gezet, wetende dat ze daar de dood tegemoet zouden treden. In 1942 hadden Duitse en Hongaarse soldaten aan de oever van de Donau zo’n tweeduizend Joden samen gedreven en door vuurpelotons laten liquideren. Horthy was zelf een antisemiet maar vond de Endlösung van Adolf Eichmann te ver gaan. Na de inval in Hongarije kreeg de SS vrijspel om de Joden uitroeiing grondig aan te pakken. Zo’n half tot een miljoen Joden ombrengen is geen eenvoudige opdracht. Het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau werd in gereedheid gebracht voor deze massale vernietiging. Speciaal hiervoor werd SS-Hauptsturmführer Rudolf Höss opnieuw benoemd als kampcommandant van dit concentratiekamp. De crematoria en ovens werden vernieuwd en er werden alvast putten gegraven om de opruimdienst efficiënter te kunnen laten werken. De nieuwe regering van Döme Sztojay begon de Joden in getto’s te concentreren, in afwachting van hun deportatie. De eerste transporten verlieten op 29 april 1944 Hongarije. Vanaf half mei vertrekken elke week zo’n twaalf duizend Joden met veewagons naar het vernietigingskamp. Na anderhalve maand werden op deze wijze bijna een half miljoen Hongaarse Joden naar Auschwitz vervoerd en daar vermoord.

Het nieuws van de deportatie en massale uitroeiing van Hongaarse Joden bereikte in mei 1944 het Amerikaanse Oorlogsvluchtelingencomité in Stockholm. Dit comité bevond zich in hetzelfde gebouw als de firma Meropa, waar Wallenberg werkte. Iver Olsson een speciale vertegenwoordiger van het comité krijgt de opdracht om een speciale gezant naar Boedapest te sturen om de Hongaarse Joden te redden. Hij komt via een gezamenlijke kennis met Wallenberg in contact .Raoul was enthousiast over deze spannende en eervolle opdracht.

Op 9 juli 1944 kwam Wallenberg als diplomaat,c.q. agent aan op de Zweedse ambassade in Boedapest. Er waren toen al zo’n half miljoen Joden vermoord. De Hongaarse regering wordt door een aantal neutrale landen,waaronder ook met sterke steun van Koning Gustav V van Zweden en andere conflicten erbij hebben en schort de deportaties tijdelijk op. In plaats van de deportatie naar de het Vaticaan onder druk gezet om het Jodentransport te staken. Duitsland aarzelt even en wil geen concentratiekampen worden de Joden getransporteerd naar werkkampen aan de grens met Oostenrijk. Zijn opdracht luidde: zoveel mogelijk Hongaarse joden van de ondergang te redden. Hij zou zo’n negentig tot honderdduizend Hongaarse Joden van de dood hebben gered. Hij heeft voor hen zo’n dertigtal schuilwoningen laten bouwen en velen voorzien van nagemaakte Zweedse paspoorten. Omdat Zweden neutraal was in de Tweede Wereldoorlog beschermde dit identiteitsbewijs tegen de deportatie naar de vernietigingskampen. Vele duizenden Joden proberen via de Zweedse ambassade een Zweeds paspoort te bemachtigen. De Zweedse zaakgelastigde verklaarde dan dat er een familie relatie in Zweden bestond of dat er zwaarwegende zakelijke belangen bestonden en dan zo’n reddende schutz-pass kon uitgeven. Aanvankelijk werd er door de Duitsers een limiet van 1000 passen gesteld, maar Wallenberg liet 4.500 vervalste exemplaren bijdrukken, om meer Joden te kunnen helpen. Tevens richtte Wallenberg binnen het Gezantschap een bijzondere afdeling op, sectie C, nam Joodse weknemers in dienst en bracht ze onder in kantoren en speciale schuiladressen. In oktober 1944 werd het Hongaarse bewind vervangen en grepen de Pijlkruizers, de Hongaarse fascistische organisatie, de macht. Het nieuwe bewind werd door de SS gesteund. Het nieuwe regime trad nog harder tegen de Joden op. Alle Joden werden vogelvrij verklaard en regelmatig werden zij zonder pardon doodgeschoten en hun lijken in de Donau geworpen. Wallenberg ziet het gevaar van massaslachting en deportatie en mengt zich in de hogere kringen der Pijlkruizers. Hij legt via sociale connecties en party’s contact met hooggeplaatste leiders en weet hen te overtuigen dat er meer uitgereikte passen rechtsgeldigheid krijgen. Hij houdt eigenhandig transporten van vrachtwagens tegen en biedt geld om gevangen genomen Joden vrij te kopen. Een geweldige prestatie van een uniek man die met duizenden dollars in zijn binnenzak stelselmatig alle SS’ers en Pijlkruisers kon omkopen. Ook adellijke vrienden van Wallenberg begonnen zich in te zetten om Joden van de ondergang te redden. Omtrent de grote moed van Wallenberg zijn vele verhalen bekend. Eind november 1944 dorst hij het zelfs aan om Eichmann bij hem uit te nodigen voor een diner. Aan tafel sprak Wallenberg de hoge SS-er toe met de volgende woorden:”Kijk de oorlog is voorbij. Waarom roept U uw mensen niet terug en vertrekt nu het nog kan. Jullie plannen voor het stelselmatig uitroeien van een volk waren vanaf het begin tot mislukken gedoemd”. Eichmann antwoordde hem:”Wanneer de Russen komen,zullen ze mij doodschieten. Dat weet ik en ik ben er klaar voor. Boedapest zal verdedigd worden alsof het om Berlijn gaat. Denk niet dat U, enkel omdat U een diplomaat bent , geen enkel gevaar loopt”.

Wallenberg was zich te weinig bewust van het Russische gevaar. Op 8 december 1944 waren de Russen aan de rand van Boedapest gekomen en begon de belegering. Nog op de laatste avond voor zijn vlucht naar Wenen was Eichmann van plan om leden van de Joodse Raad in Boedapest te executeren. Gelukkig kon dit door Wallenberg worden verijdeld, nadat hij door een informant was ingeseind. Op een damesfiets reed Wallenberg door de straten van Boedapest om het wel en wee van zijn geredde Joden te volgen. In het totaal danken zo’n 100.000 Hongaarse Joden hun leven aan deze bijzondere heldhaftige man. In de tweede week van januari 1945 kwam er een einde aan de belegering. Midden in de chaos die tijdens de belegering was ontstaan maakte Wallenberg een plan wat er na de bevrijding met zijn geredde Joden moest gebeuren. Zoals huisvesting en .ardeidsplaatsen. Hij ging hiervoor op 17 januari 1945 naar het Russische hoofdkwartier in Debrecen,in het oostelijke deel van Hongarije. Bij zijn aankomst in het Sovjethoofdkwartier is hij direct gearresteerd. Waarschijnlijk konden de Russen niet begrijpen wat Wallenberg precies had gedaan. Ze vonden hem waarschijnlijk een super kapitalist, die goede contacten had met hooggeplaatste nazi’s. Het laatste dat van hem bekend is, dat hij door de Russen werd overgebracht naar de Loebjanka gevangenis in Moskou. Hij zou daar langdurend door de geheime dienst op hun hardhandige wijze zijn ondervraagd en volgens sommige getuigen zijn gemarteld en mogelijk zijn gebruikt voor medische experimenten. Hij werd verdacht voor spionage en naziegezindheid . Volgens het zogeheten Smoltsov Rapport,zou Wallenberg in juli 1947 in de Loebjanka gevangenis zijn overleden. Onbevestigde berichten vermelden dat Wallenberg door de Sovjets werd geëxecuteerd.

Wallenberg is misschien wel de meest interessante en voor mij intrigerende man uit de Tweede Wereldoorlog . Het mysterie rond zijn levenseinde zal een blijvende invloed uitoefenen op de keuze om het boek omtrent zijn leven niet te sluiten en de herinnering levend te houden wat een mens voor andere mensen kan betekenen.

J.J.v.Verre.

Literatuur:

-Raoul Wallenberg en de Hongaarse Joden, www.verzet.org .

-Raoul Wallenberg (1912-? ), www.jewishvirtuallibrary.org .

-Raoul Wallenberg-Zweden, www.vormen.org .

-Wikipedia,Raoul Wallenberg.

-The International Raoul Wallenberg Foundation.

zaterdag 4 september 2010

Bali


Het is de avond van 22 juni 1978 en ik ben beland op mijn hotelkamer in Bali. Frupsels,veelpotige grupsels en glimmende deksel gravers kruipen uit de donkere aarde. De haren op mijn arm lijken op het wuivende riet en de poriën in mijn huid zijn zo groot dat ik er bijna zelf in kan stappen. Flitsen van lichtreclames schieten door mijn hoofd en ik zie twee mensen in een reusachtige bluejeans over de autodaken in New York wandelen. Gepulst licht uit de disco verlicht de muren van een donker hok, ik lig op de grond en uit het niets verschijnt een Coca-Cola reclame met zijn specifieke rode kleur. De lange blonde haren van mijn vriendin voelen als spinnen op mijn wang en haar ledematen voelen aan als rubber. Ik lig met een soort van enge pop op bed en ik weet niet of ik iets zeg of alleen denk dat ik iets wil zeggen. Ik voel me misselijk,wat duizelig,rillerig maar toch niet echt ziek en weifel of ik de hotelportier zal bellen Als ik even later naar de badkamer loop om te plassen, lijkt het alsof ik het geluid van de Niagara waterval hoor. Wat een hels kabaal. Alles voelt,ziet en hoort heel intens. Mijn geest zoekt naar rust en mijn ongecoördineerde lichaam struikelt naar het balkon van de hotelkamer . Het uitzicht is prachtig. Ik zeg enkele malen tegen mezelf: je kan niet vliegen,nu niet en straks ook niet. De golven slaan heel langzaan om en hebben die bijzondere kleur die je vaak ziet op Balinese schilderijen. Lichtgevende golfexpressie op het maanloze donkere strand, de kleuren verschuiven langzaam in het spectrum van groen naar paars. Een zuchtje wind voelt als aankomende storm en ik sluit mijn balkondeur. Ik ga weer op bed liggen en droom weg in een wereld van contrastrijke fantasieën. Als we de volgende ochtend laat ontwaken is de hotelkamer een groot slagveld. De lamp ligt op de grond,mijn kleren hangen aan de muur en een gordijn wappert over het balkon. Ik voel me heel loom en lusteloos. Onverstandig en verstoken van enige seksuele opwinding. Ik denk na over de vorige avond en maak me zorgen dat de gekte in mijn hoofd blijvende sporen van vernieling heeft achtergelaten. Ik ben even bang dat ik mijn hele studie ben vergeten, maar dat blijkt wel mee te vallen. Mijn vriendin vond het een geweldige sensatie,maar was tijdens de trip bang dat er iets ergs zou gebeuren en vroeg mij onophoudelijk iemand te waarschuwen.
Na de brunch ontmoeten we onze Australische vrienden die ons de dag tevoren hadden geadviseerd om een halve Blue-Mini (Magic Mushroom) omelet te bestellen in dat gekke eettentje in Kuta. Ik had ander halve omelet op,want mijn vriendin had na een halve al genoeg. Zij vond het hoofdgerecht niet zo geweldig smaken en ik had reuze trek want had die dag na het ontbijt vrijwel niets meer gegeten. Uit het kleine restaurant gekomen stapten we in een taxi om naar het hotel terug te rijden. Het viel me op dat de taxi van binnen steeds groter werd. Nadat we in het hotel waren aangekomen vleiden we ons neer op een ligstoel bij het zwembad. Het vreemde was dat de stoel naast mij steeds hoger en hoger werd. Ik waarschuwde mijn geliefde dat zij zich goed moest vasthouden en beter een lage stoel kon nemen. Het leek me veiliger om naar onze kamer te gaan. Een belevenis om nooit te vergeten. Ja, de mescaline paddenstoelen hadden hun uitwerking wel gehad.

Er zijn helaas mensen die na het eten van de magische Balinese paddenstoelen blijvende hersenschade hebben opgelopen of in een psychiatrische kliniek zijn beland. Dus ongevaarlijk is deze exercitie zeker niet. Het blijkt ook moeilijk om een veilige dosis te kunnen bepalen omdat de werking van de psychedelische stof individueel nogal verschilt en ook ernstige allergische reacties kunnen optreden.
Ik heb voor en na dit gebeuren nooit drugs gebruikt en heb ook niet de intentie om dit experiment ooit te herhalen. Wel koester ik deze ervaring als iets heel bijzonders en het heeft me geleerd om de werkelijkheid gemakkelijker te kunnen relativeren en de illusie van de zintuiglijke werkelijkheid beter te kunnen begrijpen.

J.J.v.Verre.

vrijdag 20 augustus 2010

Onweer.

Het was in de paasvakantie van 1964. Ik was met mijn ouders en vrienden van hen in Grundhof, een klein plaatsje in Luxemburg. In een hotel aan een beekje,dat bekend stond om zijn gezellige bar en uitstekende keuken. We gingen daar wel vaker tijdens een korte schoolvakantie heen en maakten lange wandelingen met onze bergschoenen en wandelstokken vol met toeristische plaatjes. Lekker spelen en met stenen de stroom in de beek proberen te veranderen en soms zwemmen in het altijd koude water.
Op een middag zou ik met mijn broertje naar een grot gaan,die we het jaar tevoren hadden ontdekt. Na vijf minuten wandelen begon het zachtjes te regenen en mijn broer wilde weer terug naar het hotel lopen. Ik ging alleen verder en toen ik in de buurt van de grot kwam,die niet gemakkelijk te vinden was, begon het hard te regenen en barstte even later het onweer los. Luide donderslagen galmden tussen de heuvels. Ik wilde in de grot schuilen en had mijn zaklantaren meegenomen, om deze keer dieper de spelonk binnen te gaan. Toen ik de schuilplaats betrad, zocht het schijnsel van de staaflamp naar een plek waar ik kon verblijven, totdat het onweer over was. Ik richtte de lamp in de richting van het duister en schrok om wat ik in het schijnsel zag. Er zat een oude man op een rotsblok in het donker. De man was schaars gekleed met eenvoudige sandalen en had een stok in zijn hand. Hij deed me denken aan de Indiase leider ,die de actieve geweldloosheid propagandeerde en in 1948 in Delhi was vermoord. Hij zei niets en zat in trance voor zich uit te kijken,met een bakje tussen zijn handen geklemd. Ik zei ook niets en heb daar jarenlang over zitten piekeren waarom ik geen contact maakte. Misschien de onwerkelijke,ietwat devote stilte. Ik was niet bang,maar wel onthutst door het onverwachte gebeuren. Toen het lichter werd in de opening van de grot liep ik naar buiten ,maar voordat ik de ruimte verliet draaide ik me nog even om en zei zachtjes: tot ziens; waarop hij in mijn richting knikte. Ik liep snel naar het hotel terug en dacht onderweg na over deze onverwachte ontmoeting. Ik heb geen van mijn familieleden verteld over deze bijzondere ervaring,want ik besefte dat de realiteit zo vreemd, misschien wel onwaarschijnlijk was. Wel heb ik foto’s opgezocht van Gandhi en de gelijkenis met de man die ik in die grot had ontmoet, was treffend.
Na een aantal jaren was ik het voorval vrijwel vergeten totdat ik op een nacht het volgende droomde. Ik had het koud en rilde,mijn handen hielden trillend een bakje met rijst vast. Het was aarde donker en het leek wel of ik in een grot zat. Ik hoorde het druppelen van water en een luide donderslag en wilde me met mijn stok oprichten,toen een fel licht in mijn ogen scheen. Ik zag een jongen die een zaklamp vasthield,verbaasd naar me keek en als twee druppels water op mijn jeugdige zelf leek .

Dat de tijd gekromd is kan ik nu begrijpen, maar het leek er meer op dat ik vanuit een zwart gat uit de spiegel ben gestapt. Alleen van wie was nu het spiegelbeeld?

J.J.v.Verre/1985.

zondag 11 juli 2010

De Hermetica.


De Hermetica is een verzameling geschriften die wordt toegeschreven aan Thoth, een mythische figuur uit de oudheid. Hij was een Egyptische wijsgeer, wiens wijsheid hem tot een God zou hebben getransformeerd. Aan Thoth die in Egypte al 3000 v. Chr. en waarschijnlijk al veel langer werd vereerd, wordt de uitvinding van het heilige hiëroglyfenschrift toegeschreven. Hij wordt in tempels en graftombes afgebeeld als een Schriftgeleerde met als hoofd,de kop van een ibis. Hij is de boodschapper van het goddelijke woord. Toth zou de Egyptenaren de kennis van de wetenschappen hebben gegeven,zoals de sterrenkunde,de bouwkunst met de bouw van de piramiden, meetkunde, geneeskunde en de godsdienst.

Hermes was de zoon van Zeus en Maia,een van de oudste Griekse goden,die wordt gezien als iemand die bestaande grenzen kon overschrijden. Hij is de god van de reizigers en beschermer van de handelaren. In de 13e eeuw v. Chr. werd Hermes als natuurgod in Griekenland vereerd. Hij zou in een grot in Arcadië zijn geboren. Hij stond in nauwe relatie met het dagelijkse leven van de mensen en was als bode van de goden een bemiddelaar tussen de mens en de goden van de Olympus. Later werd hij ook de god van de vruchtbaarheid, van de kudden en de weiden. Hij was door zijn slimheid en behendigheid ook de god van zowel de kooplieden als de dieven, die de bescherming van de regen en duisternis wel op prijs stelden. Hij was welbespraakt en begaafd met een praktisch verstand, daardoor in staat om ad rem te reageren. De vereisten voor een goddelijke bode. Een diaktoros (Gr. rijkdom gevend), een uitvoerder van de bevelen van Zeus.

Hermes Trismegistus,driewerf grote Hermes,de bode der goden,is ook een mythische figuur. De bijnaam Trismegistor is de vertaling door de Griekse neoplatonici, van de Egyptische benaming Thot. Thot de “de zeer grote Tris” (Gr. Driewerf) werd in de loop der eeuwen gezien als degene die meester is over de minerale,plantaardige en dierlijke wereld. Door de geschriften van Herodotos (5e eeuw v. Chr.) vond een samensmelting plaats van de Egyptische god Toth en de Griekse god Hermes. De aan hem toegeschreven boeken worden gezamenlijk de hermetica genoemd.

Hoewel tegenwoordig de werken weinig bekend zijn, zijn de inzichten die invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het westerse denken onmiskenbaar. Het heeft de Griekse filosofen sterk beïnvloed en door de herontdekking in het vijftiende-eeuwse Florence, de Renaissance voortgebracht, waaruit weer onze moderne denkbeelden zijn voortgekomen. Vele van naam bekende denkers en kunstenaars zijn door de Hermetica geïnspireerd. Zoals Leonardo da Vinci, Dürer, Botticelli, Roger Bacon, Paracelsus, Thomas More, William Blake, Kepler, Copernicus, Isaac Newton, Sir Walter Raleig, Milton, Ben Johnson, Victor Hugo, Daniel Defoe, Shelley en Carl Jung. Het beïnvloedde Shakespeare. Ook islamitische mystici en filosofen zijn sterk beïnvloed door de werken van de Driewerf Grote Hermus. In de esoterische Joodse traditie werd hij gelijkgesteld aan hun geheimzinnige profeet Henoch.

De geschiedenis van de Hermetica is in sluieren gehuld, maar onderzoek wekt de suggestie dat de geschriften rechtstreeks van de oude religie van de Egyptenaren afkomstig zijn. De enkele bewaarde werken zijn niet in het Hiërogliefen schrift, maar geschreven in het Grieks,Latijn en Koptisch. Ze werden in de 2e en 3e eeuw na Chr. in de Egyptische stad Alexandrië onderling vergeleken en bewerkt. Hier inspireerde de Hermetische filosofie tot een van de grootste intellectuele prestaties van de oudheid. Alexandrië was een uniek centrum van wetenschap, dat zelfs Athene overtrof. De stichter van de stad Alexander de Grote, had Griekenland, Perzië, Egypte en India veroverd en tot een groot rijk samengebracht. Culturen die zich deels onafhankelijk hadden ontwikkeld werden samengebracht. Een multiraciale smeltkroes van ideeën maakte de stad tot een Universele stad ,die werd verrijkt met de beroemde bibliotheek en een heus museum, alles gericht op het verzamelen van de wijsheid van de wereld. Op haar hoogtepunt bevonden zich in de bibliotheek zo’n half miljoen geschriften. Deze bevatten o.a. de werken van Euclides, Archimedes en de sterrenkundige Ptolemeus,de meest gezaghebbende op het gebied van de wiskunde,geometrie en geologie.. Alexandrië bewaarde ook een rijkdom aan esoterische kennis, zoals het Pythagorisme, de Chaldeeuwse orakels, Griekse mythen, platonische en stoïcijnse filosofie, jodendom, christendom, de Griekse mysteriescholen, Zoroastrianisme, astrologie, alchemie, boeddhisme en natuurlijk de oude Egyptische religies . De gouden tijd van Alexandrië eindigde met de komst van het onverdraagzame christelijke Heilige Romeinse Rijk. Ondanks de culturele als intellectuele prestaties van de inwoners van Alexandrië werden zij vanuit christelijke ogen gezien als heidenen, dat ”plattelandsbewoners” betekende. In 415 na Chr. werd Hypatia, een der laatste grote geleerden en Hermetische filosofen die in de bibliotheek werkte,door een groep christenen overvallen. Met schelpen werd haar lichaam ontvleesd en haar overblijfselen verbrand. Hun leider de bisschop Cyrillus, de latere Heilige Cyrillus vernietigde de bibliotheek. Tevoren was een klein gedeelte van deze litteraire schat gered en uiteindelijk via vele windstreken op geheime plaatsen terecht gekomen. De christelijke Romijnse keizer Theodosius liet heidense tempels overal in het rijk sluiten en boeken verbranden. Een voorheen onbekend verschijnsel, een boekverbranding. Voor de westerse beschaving luide de vijfde eeuw het begin in, van de duizendjarige periode ,die bekend staat als de donkere periode van de Middeleeuwen.

J.J.v.Verre.

Bovenstaande beschouwing deels overgenomen uit het boek: “The Hermetica, the lost wisdom of the Pharaohs”. De interesse in Hermes Trismegistus werd gewekt door een lezing van Jacob Slavenburg en het lezen van zijn boek “De hermetische schakel”.

Literatuur:

-The Hermetica, the lost wisdom of the Pharaohs. Timthy Freke and Peter Gandy. Penguin Putnam Inc. New York.
-Hermetica,uit: Wikipedia
-De Hermetische schakel. Jacob Slavenburg. Uitgeverij Anhk-Hermes,Deventer.

dinsdag 1 juni 2010

Schommelstoel.





Ik weet nog hoe mijn oma op haar terras op die zeegroene schommelstoel zat. Elk moment verwachtte je dat ze iets zou gaan zeggen,maar het waren de bewegingen van haar lippen,die bij het schommelen hoorde en je telkens weer in verwarring brachten. Ze dacht veel na als ze in haar stoel zat en plotseling maakte ze dan een opmerking die nimmer interfereerde met het gaande gesprek tussen de andere aanwezigen. Heb jij die leren tas van opa nog? Of, jammer dat politici zich alleen maar bekommeren omtrent zaken die zijzelf belangrijk vinden en niet om wat anderen ervan denken. Als we op een zwoele zomeravond op oma’s terras zaten en de stoel was onbezet dan deden we grootmoeder na en werden de meest lachwekkende opmerkingen vanuit het zeegroen gelanceerd. Als je op haar stoel zat kreeg je toch een verheven gevoel,net of je boven het terras zweefde en de wereld op een andere wijze aanschouwde. Het denken werd verlost van remmende factoren en inzicht werd plotseling ingefluisterd door een vleugje stromende lucht die langs je wangen blies en droge bladeren deed ritselen. Het was voor ons een soort van magische stoel. Het ijzeren frame met houten vastgeschroefde latje op het zit en rug gedeelte.

Toen mijn grootmoeder overleed heb ik die stoel gekregen,waarschijnlijk omdat ik een groot terras bij mijn huis heb en als kind graag in die stoel zat. Toen hij vijfentwintig jaar geleden werd gebracht verhuisde hij,na twee jaar buiten te hebben gestaan, naar de schuur omdat er twee latjes kapot waren en de zeegroene verf er vanaf bladderde. Ik heb al die jaren gemeend dat die reparatie door mijzelf kon worden uitgevoerd. Heel simpel, twee nieuwe latjes zagen van hard hout, vastschroeven en het geheel een nieuwe verse kleur geven. Een kleur die zou passen bij mijn andere terrasstoelen,bij de tuin en die mijn vrouw en kinderen ook mooi zouden vinden. Nu staat die stoel nog steeds in de weg in een overvolle schuur. Regelmatig vraagt mijn echtgenote of hij niet naar de stort kan worden gebracht. Waarna ik het verhaal van opknappen weer vertel. Ik denk dat ik die oude groene schommelstoel zijn magie laat behouden en hem niet zal transformeren naar een modernere 21e-eeuwse stoel. Wat er later mee gaat gebeuren blijft in het ongewisse. Misschien verdient hij een nieuwe carrière. In ieder geval treedt hij nu uit de anonimiteit.
Een plek in het verleden,een mogelijkheid in de toekomst.

J.J.v.Verre.

dinsdag 18 mei 2010

Zwarte spin.


Een fluweel zachte avondjurk omhulde jouw ontluikende lichaam op die bijzondere avond in mei,nu alweer zo lang geleden. Herinnering aan een vervlogen tijd,welke toch nog de levensechtheid bezit van een recente ervaring. Een studentengala waar ik aan terugdenk speelt zich af in een tijd die opgesloten ligt tussen leren en werken,tussen zoeken en weten. Ik bekijk de zwart-wit foto en concludeer dat de persoon die mijn naam draagt van toen, totaal verschilt van degene van nu. De rijkdom van de vele ervaringen transmuteerde mijn studenten zijn tot de persoon die nu terugdenkt aan toen. Een mens verandert geleidelijk in de loop van zijn leven en uiteindelijk ontstaat er een compleet nieuwe versie van jezelf. Ik tuur naar het plaatje en zie weer mijn zwarte spin, aan wie ik volledig was overgeleverd. Zij biologeerde mijn persoonlijkheid en hypnotiseerde mijn volgzame geest. Haar hele wezen bracht mij in trance met een gevoel van uitzinnige,verlammende verliefdheid. Die mijn denken en doen overheerste en mij ketende aan een monomaan lustgevoel. Zij was de prinses in mijn heerlijke dromen en de heks uit mijn afgrijselijke nachtmerries. Zij was die uitgekiende zwarte spin die mij in haar web verstrikte en mij emotioneel uitperste. Tot de laatste druppel werd mijn verliefde lichaam en geest uitgemolken en verkracht in de liefdeloze relatie met dit vermomde roofdier. Haar lichaam liet de schoonheid zien van het mooiste gedicht in de regen van de kleurenboog. Haar mond was de fontein die de dorst laafde van een woestijn aan verdroogde lippen. Haar stem deed je verlangen naar de mooiste muziek in een idyllische omgeving. Haar ogen bestonden uit gouden diamanten die je deden wegsmelten in een zee van warme lava.Haar hongerige blik deed mijn lichaam zwellen tot een uitzinnig kookpunt. Haar vingers waren lang en slank en bespeelde je lichaam als de fluit van een slangenbezweerder.

Mijn emotionele verdriet is nimmer geheel opgedroogd als ik aan haar terugdenk. Opeens ging zij weg en zei dat ze nooit was gekomen. Ze ontkende de liefde en maakte zich alleen zorgen over een grammofoonplaat die nog van haar was. De liefde voor de materie was belangrijker dan gevoelens van liefde voor ons. Het ons bestond niet meer en werd opgevuld door pijn en verdriet. De spin liet mij hangen in haar gevlochten val en was snel weer opzoek naar een nieuw mannetje,dat zij weer in liefde zou kunnen verslinden.Ze woont nu grijs en behaard op een verlaten plek,hoog boven de woeste rotsen aan de kust van Griekenland.Haar laatste man is recent overleden, waarschijnlijk opgegeten.

J.J.v.Verre.

donderdag 13 mei 2010

Onmacht.




Niets in de betekenis van de onmacht welke zich als bewolkte sluier om het denken drapeert. Een mistig landschap in het vroege ochtendlicht. Schaduwen en flarden duisternis proberen het fotonenleger te ontwijken. Een nieuwe dag dient zich aan, maar het slapende lichaam houdt de ogen nog gesloten. Het weten wordt nog gedroomd in de stilte van de half steriele ziekenhuis kamer. De lucht die men ruikt is een mengsel van verband moleculen, antiseptica en lichaamsgeuren. Een verpleegkundige trekt kordaat het gordijn open en ik weet dat de ochtend weer is begonnen. Het buitenlicht ontmoet de duisternis van de nachtrust. Mijn bezwete lichaam is weer ontsnapt uit een weide vol nachtmerries. Ik stap uit mijn gedroomde werkelijkheid, open een van mijn ogen en wordt weer bewust van mijn benarde lichamelijke toestand. Mijn ene oog is het enige zintuig dat zich nog niet heeft afgemeld. Mijn gat in de gevangenismuur die de tweedimensionale buitenwereld laat zien. Twee benen in het gips en armen in het verband,een halskraag en een tulband om mijn hoofd. Een oog afgeplakt,een slang in mijn neus en een tube in mijn mond. Ik vraag me af wat er deze dag met mijn lichaam gaat gebeuren. Nieuwe foto’s of misschien wel weer een operatie? Dit lot is het gevolg van het ontlopen noodlot. Mijn eindigheid heeft zich nog in de toekomst verstopt. Mijn denken wordt weer beneveld door de medicatie die via een infuus mijn arm instroomt. De kracht om mijn ene oog open te houden neemt af. Het gevoel voor tijd schommelt tussen flarden uit het verleden en verwijdert me weer uit het nu.

Ik zie weer die felle lichten op me afkomen,die me volledig verblinden, de klap en de lichtheid in mijn geest. De kleuren pracht van een andere wereld. De kolkende stroom van onbekende ervaringen. Het dwaalspoor van het niet meer zijn. De terugkomst van de herinnering. Het vermogen dat ik weer als eenheid kan denken. De trots van de gebroken heelheid,van het geleidelijk genezen. Het regenereren van mijn ondermijnde corpus. Ja,dat was een flink ongeluk.

J.J.v.Verre/2001.

vrijdag 7 mei 2010

De witte roos.


Gefotografeerd met dauwdruppels op je blanke kelken. Hang je daar in het rek van de overlijdenskaarten,tussen hiep, hiep, hoera en gefeliciteerd. Een roos op zijn schoonste moment getroffen door de zoeker. Jaren geleden was ik op zoek naar een afbeelding van een witte roos die ik wilde gebruiken om te visualiseren bij een poging tot meditatie. Ik vond via een website van een bloemenkweker het plaatje van een klein wit theeroosje en die afbeelding kan ik nu associëren met het grote geheim der leegte,met de gedachteloosheid van mijn geest. In die kleine roos was het oneindige verstopt en kreeg ik de mogelijkheid om al het visuele te ontsluiten. Die roos was de verbinding tussen het onpersoonlijke en de liefdeskracht van de ziel. Het was een soort van tover camera die je toegang verschafte tot in het binnenste der geheimen,tot aan de werkelijkheid van het ongekende. Je keek niet door de zoeker naar de buitenwereld, maar in de zoeker naar de binnenwereld. De meditatie was de handleiding om dit toestel te bedienen. Ik sluit mijn ogen en denk aan die ene roos die uit het niets tevoorschijn komt. Eerst als een zwakke afbeelding,daarna als stralend object. Het licht op in mijn hoofd,mijn spieren verslappen zich een beetje,mijn ademhaling wordt rustiger en mijn bloeddruk daalt.

Mijn roos als brug over een diepe vallei, die toegang verschaft tot een nieuw land,dat onbereikbaar leek. Ik pluk de kaart uit het rek en reken haar af bij de kassa.

J.J.v.Verre/1999.

maandag 3 mei 2010

Voorjaar.


Opgesloten tussen de vertrekkende koude en de verwarmende zomer wordt mijn hoofd verlicht door de zonnekracht,die de boomknoppen doet ontluiken en de pas geboren lammetjes in de wei het speelveld biedt om te eten of binnenkort zelf opgegeten te worden. De lente geeft blijdschap en verdriet. De cyclische verandering in de natuur geeft het geruststellende gevoel dat de kaalheid weer zal verdwijnen en de groene kleur zal verschijnen in de straten en parken. Mijn voorjaar is nog niet begonnen,ik zit nog vast in de wintersneeuw en het licht draalt nog mondjesmaat door het hoge venster. Verstopt in de geestelijke verwarring van de depressieve kilte. De lichamelijke pijn,het niet kunnen slapen en de vele pillen geven de indruk dat mijn lichaam is opgebouwd uit levenloos materiaal. Mijn denken kan zich niet bevrijden van de zware,zwarte sluier die mijn lichtpuntjes moeten ontsluiten. Ik voel me extreem vermoeid,vlak,lusteloos en leeg. Mijn lichaam zit opgesloten tussen twee starre muren,mijn verantwoordelijkheid is afgenomen en mijn vooruitzicht wordt bepaald door het farmacologisch slagen van de vele drugs. Wie ik was kan ik me niet meer herinneren en wie ik ben komt dicht in de buurt van het niets. Ik neem nog een slok water dat ik nauwelijks door mijn strot kan krijgen en laat de laatste pil daarin meedrijven. Een donkere stilte gevolgd door het rumoer van verbouwereerd gegil. Het liefogende lammetje in de wei dat binnenkort op de menukaart komt te staan.

J.J.v.Verre/1979.

zaterdag 1 mei 2010

De kastanjeboom.




Hoe sterk is de kracht van de sluimerende stilte verstopt in de schaduw van jouw grote gestalte. Een boom van macht die gevangenschap veracht en het landschap verrijkt met zijn groene pracht. Een boom zoals een boom moet zijn in een symmetrische vorm,volledig aanwezig en herkenbaar uit de tekeningen van vroeger,die je als kind schiep op het witte papier. Mijn boom staat op een weiland in de buurt en is betoverend mooi. Zo mooi dat ik er regelmatig langs fiets en de metamorfose van de jaargetijden aanschouw, in de wetenschap dat elk onderdeel van zijn cyclische pracht een eigen identiteit bezit, die allen deel uitmaken van een levend wezen als geheel. Bij deze boom is duidelijk zichtbaar dat er een entiteit aanwezig is, die een vorm van communicatie met mijn persoon aangaat. Ik zoek die boom niet alleen op, maar die boom beantwoordt mijn belangstelling en fluistert mij de antwoorden in op vragen die ik bedenk,maar niet uitspreek. Hij reflecteert mijn gedachten en schept rust in mijn brein.

Het is misschien die rust die mij een speciaal gevoel geeft als ik de boom ontmoet. Misschien moeten we allen een boom adopteren die onze gedachten kan resorberen en ons antwoorden kan geven die de lichtheid in ons bestaan kan versterken en de duisternis ontsluit.


J.J.v.Verre/1989.

donderdag 1 april 2010

Eindeloze liefde.

.........................................Endless Love,Alfred Gockel,70x70.
 
Zolang het leven zingt als een ruisende beek in het berglandschap,zolang dans ik met jou in gedachten, langs de glimmende terrassen van de desa,tot aan de steile rotsen van de oceaan. Eindeloos draaien totdat de kleuren vervagen als een bromtol,die de wereld laat spinnen vanuit mijn verliefde ogen. Ik adem jouw achtergebleven leegte in en verlang naar het verleden. Eindeloos lang geleden was weten iets dat ik nu ben vergeten en mijn gedachtewereld in verwarring brengt omdat die vergeten gedachten een nieuwe werkelijkheid hebben geschapen op de ruïnes van het vergeten verleden.
Wie zie ik nog in jouw ogen van eindeloos plezier en ongeremde lust? De wereld draait door naar het eindeloze einde van het begin. Wolken drijven langs een blauwe achtergrond of jagen langs een grijze,donkere lucht. Het spookt in mijn hoofd door het onweer van ongeremde passie tot aan driftige lusten,welke weer worden verjaagd door de tederheid van onvoorwaardelijke liefde, een speelbal in de wieg van het menselijke leven. Ik herschep mijn gedachten en beleef het verleden in een nieuwe wereld die alleen maar sprankelende liefde uitstraalt. Het leven blijft zingen in zijn zwevende baan en nieuwe herinneringen dringen zich op in de beperkte ruimte van ons aardse bestaan. Het vergeten van het eindeloze weten schept de mogelijkheid om te blijven verlangen dat mijn liefde voor jou nooit zal vergaan. Het zingt in mijn hart en de stroom van dartelende bloedcellen voeden mijn gedachten. Ik dans door de lucht en wacht op de regen van verfrissende ideeën.
Het eindeloze in het niets van de scheppende geest,welke wordt gevoed door jouw liefdeskracht. Mijn leven is versmolten door de warmte van de leegte zonder jou. Het wacht op een teken van herkenning dat jij de ruimte opvult met swingende energie.

         J.J.v.Verre.

Zuiderzee.

..............  Zuiderzee,Abraham Hulk,olieverf op hout,17x25

Wien Neêrlands bloed in d'aders vloeit,wiens hart voor die Zuiderzee gloeit.
In het Subatlanticum,de laatste periode van het Holoceen,van 700 v. Chr. tot heden,liep de temperatuur verder op,waarbij de zeespiegel rees.De strandwallen in het westen ontpopten zich tot een fiere duinenrij en beschermden zo het achterliggende kustgebied. Totaal verschillend was het in het noorden.De zee brak daar door de strandwallen heen en overstroomde een gebied wat overeenkomt met de huidige Waddenzee. Romeinse geschiedschrijvers ten tijde van veldheer Drusus,12 jr. v.Chr. beschreven het merengebied ter hoogte van het huidige IJsselmeer.In zijn De Chorographia,44 jr. na Chr. beschrijft een Romeins geograaf,Pomponius Mela,het merengebied als Lacus Flevo. Dit zoetwatergebied  was belangrijk omdat de Romeinse strategen het idee hadden geopperd,om het troepentransport met boten te laten plaatsvinden.Zo kon via de vaarroute: Rijn,Lacus Flevo,Friesland het Noord-Duitse gebied worden bereikt om het Romeinse Rijk in noordelijke richting te expanderen.De veldtocht naar het noorden,om Germanië te bezetten is nooit gelukt en de Rijn bleef de noordgrens van het Romeinse Rijk. Op bevel  van Drusus werd er een kanaal gegraven dat de Rijn met Lacus Flevo verbond.
 De Isala,tegenwoordig IJssel geheten bestond toen nog niet en is pas na de jaartelling als een aftakking van de Rijn ontstaan.Het Lacus Flevo was in de Romeinse tijd nog betrekkelijk klein en stond in verbinding met  zee via een nauwe zeearm,tussen de latere eilanden Vlieland en Terschelling.
 Onder invloed van de globale opwarming in de periode 800-1200 na Chr. steeg de zeespiegel.In 838 werd de eerste grote overstroming gemeld en later volgden velen,waarbij meerdere plaatsen werden verwoest.Zoals de Julianavloed in 1164,de Sint Marcellusvloed in 1219.De stormramp van 1282,waarbij de verbinding tussen Texel en de vaste wal werd doorbroken.Na de Sint Luciavloed in 1287,waarbij tienduizenden doden vielen, werden de natuurlijk ontstane wallen gebroken en ontstond er vanuit een binnenmeer, een binnenzee.
In 1886 richtten vooraanstaande Nederlanders de Zuiderzeevereniging op,die plannen moest maken voor een betere veiligheid van de kustplaatsen en eventuele  drooglegging moest onderzoeken.Onder leiding van Ir. C.Lely werden plannen gemaakt voor inpoldering en afsluiting van de binnenzee.De aanleg van de afsluitdijk begon  in jan.1927 en op 28 mei 1932 werd de dam gesloten.

Jij oude Zuiderzee,tijdens stormen een woeste binnenzee. Waterschat midden in ons land. Strijdtoneel van vissersverdriet,verwoeste levens door de niet terugkerende zeevaarders.
Op 11 oktober 1573 de Slag op de Zuiderzee,tussen de Watergeuzen en een Spaanse vloot.Later onze oorlogsschepen die de macht uitstraalden van de Verenigden Provinciën.
Waterreservoir en recreatieplas,onstuimig tussen Medemblik en Stavoren. Afgesloten door een lange dijk. Over het ijs van Volendam naar Marken. Waar is toch mijn oude Urk gebleven? Stoere zeilschepen op oude schilderijen. Handelsschepen,havensteden,Hanzesteden zoals Kampen en Harderwijk. Vissen op haring,paling,bot en garnalen. Zeilschepen op de Zuiderzee,zoals de Kogge, Tjalk,Kotter,Lemmeraak,Boeier,Klipper en Schoener. Begrafenissen na Westerstorm. Oude Zuiderzee met je vijf eilanden: Pampus,Marken,Wieringen,Schokland en Urk.
Vele watersnoden door de eeuwen heen,waarbij regelmatig de dijken braken. VOC schepen voeren naar Hoorn en Amsterdam .Vele verhalen uit de tijd van de wilde zee. Het vrouwtje van Stavoren,huis met de gouden vloer en zilveren wanden. Urk ,de grootste vissersvloot van ons land met een eigen volklied en een beroemd koor.
Ik tuur over het kabbelende water en denk aan de koude winter van ’63 ,dat ik met mijn vader in de auto over het ijs reed. Van Enkhuizen naar Stavoren en onderweg op het ijs stond er een heuse benzinepomp van Shell. Bij terugkeer in Enkhuizen stond er wel bedreigend veel water op het ijs dat enige angst inboezemde.
In de zomermaanden zeilen naar de Wadden en gezellig borrelen in het haventje van Vlieland. Mooie, weidse waterplas, hart van Nederland en spookplaats uit het rijke verleden.Jij was die Bataafse zeearm die schepen liet dansen op de woelige baren,maar ook de vissersboten verschalkten en gezinnen in rouw dompelden. Die ook de bron van voeding was voor vele gezinnen.
Mijn hongerige, stoere plas, mijn oude Zuiderzee.

J.J.v.Verre/2006.

zondag 21 maart 2010

Overpeinzing.


 

Wie is van hout en wie van zilver? Wat is de naam van de kracht die mij doet sterven in mijn bedachte wereld? De verbroedering van leven, van samenzijn,van geluk en liefde. De wind huilt in mijn gehoor en de gedachten aan het einde van mijn zijn versterken mijn weerbaarheid. De trots van ongestoord denken bevrijdt mijn dwalingen en duistere invloeden vanuit het ongeremde wezen van het ik. Het ik dat bijna de overhand heeft gekregen boven mijn goddelijke zijn.
De kruisiging van spijkers en hout ,de liefde van schoonheid in zilver.Ik zal het je vertellen zo lang geleden. De wereld was nog maar een kind zonder raketten of atoombommen.Het smeedde de vertellingen van demonen en angsten aaneen tot een lugubere maskerade van gedroomde nachten. De plaatjes bij de vertellingen stapten uit hun boek en creëerden een nieuwe werkelijkheid los van de bestaande tekst. De fantasierijke gedachten uit ons brein zochten de verborgen angsten en ronselden een leger van negatieve elementen. De waarheid diende zich aan in verwarrende symbolen. Een mens van vlees en bloed dat bij herhaling wonderen kon verrichten en stierf aan het houten kruis,dat later het symbool zou worden voor liefde en mededogen. De kruisridders die het zwaard lieten regeren over de bezetters van het heilige land en door de kracht van het goede,de macht van het kwade wilden verwoesten. Wie is van hout en wie van zilver? De liefde voor de mensheid is de goddelijke vonk die het vuur van verbondenheid kan aanwakkeren en ons deel laat worden van het grotere geheel. Wat beter is voor jou ,is beter voor mij, beter voor hen met ons erbij. Wie wil er dan nog liever van zilver zijn dan van hout? Het conflictueuze brein plaatst ons in het middeleeuwse duister met de boodschap om onze ogen pas te openen als het licht is verdwenen. Het spoortje licht van de waakzaamheid weerspiegelt in de materie en zal opnieuw toeslaan bij een sprankje onzekerheid. Het leven is te gecompliceerd om tot eenvoudige conclusies te komen.
 Het kruis is het symbool voor materieloze rijkdom,voor onvoorwaardelijke liefde,voor geprogrammeerd lijden en verlicht sterven. Het hangt aan de muur en ik kijk ernaar.

J.J.v.Verre/2001.

Wachtkamer.



Ruimte van gedwongen oponthoud. Stoelen in een halve cirkel. Rust en gefluister. Weekbladen uit een stapel getrokken en deels uit een map ontsnapt,verspreid over de als tafels gebruikte, brede stoelleuningen. Ik wil niet wachten maar doorgaan met mijn leven. Waarom zou ik wachten? De tijdschriften liet ik liggen,omdat mijn leesbril in de binnenzak van mijn jas was achtergebleven.
 Ik staarde naar de muur waarop een grote foto van een besneeuwde berg mijn gedachten deed afdwalen. De laatste wintersportvakantie kwam tevoorschijn. Ik stapte mijn herinnering binnen en beleefde de koude,ijle lucht,de druk van mijn muts op mijn hoofd,de reuk van zonnebrandcrème en de typische vermoeidheid in de benen na een afdaling. Mijn hoofd werd slaperig door de gedachten aan alcohol na een hele dag sporten. Het gelukkige gevoel van vakantie maakte mijn hoofd op een plezierige manier leeg. Sleepliften en bobbelpisten liepen door elkaar heen. Mijn skipas fladderde aan een elastiek achter mijn hoofd,mijn zonnebril kleurde sneeuw blauw,maar de rust was opeens opmerkelijk .Ben ik misschien net een gondel ingestapt? “Meneer v.Verre”,klonk een stem van de tandartsassistente door de intercom. Ik had langer willen wachten met opstaan,niet om de tandarts te kunnen ontlopen, maar om mijn gedachten verder te beleven in de foto aan de muur. Ik stond op en wilde de rits van mijn pak naar beneden trekken,maar dat was niet nodig omdat ik geen skipak meer aan had. Ik raakte bijna uit balans,knikte naar de overige wachtende patiënten, die ik nog niet eerder had gezien en stamelde iets van grüß Gott.
Wachten,wachten waarop eigenlijk? We zouden de wachtkamer moeten beleven als spirituele ruimte om tot onszelf te komen. Een plaats voor meditatie bij de dokter,tandarts of in het ziekenhuis. Dan klaagt er niemand meer:”wat heb ik lang moeten wachten”,maar:” ben ik nu al aan de beurt,wat jammer”.

J.J.v.Verre/1991.

woensdag 10 maart 2010

Iran


Liefdeloos gebroed van confessionele overheersing. Prachtig land met gewetensvolle, liefde uitstralende, intelligente mensen. Onrust in Teheran. Mijn blik dwaalt over het drukke beeldscherm van het late journaal. Protestbetogingen in de volle straten van de hoofdstad. Zal het de bevolking lukken om zich te bevrijden van de godsdienstige dictatuur?
Het land van de oude wijsheid, van de islamitische revolutie, van de oorlog met Irak. Het land van de Ayatollahs en Sjiieten.
Land van de Ariërs,land van koning Darius, van Persepolis, van Perzen, Meden en Assyriërs.
De bakermat van ons veilig voelende West-Europa.
De tijd zal de wonden helen ook in het politiek verscheurde land, waar de religieuze politie de kleding voorschriften bij vrouwen controleert. Oppositieleider gearresteerd. Nieuwe betogingen kunnen niet worden bevestigd, omdat journalisten niet meer worden toegelaten. De betogers maken opnamen met hun mobieltjes. Onduidelijke beelden,schotenwisseling en wegrennende mensen, leger en politie die proberen om de horden betogers uiteen te drijven.
Het Iranese regime wacht niet op buitenlandse inmenging. De vrijheidswil van het volk rolt als een sneeuwbal door de straten van Teheran. Misschien dat 2010 het einde betekent van de religieuze dictatuur en plaats kan maken voor een democratie met vrije verkiezingen. Religie in vrijheid. Wij zijn allen een stukje van dezelfde scheppende energie en moeten blijven waken dat we niet de ander willen overtuigen van beter weten.
Beter weten of beter zijn, laten we niet vergeten dat we allen dezelfde zijn.

    J.J.v.Verre.

zaterdag 20 februari 2010

Het graancirkel mysterie


                                                              Graancirkel.

                                                      kunst van verlichte zielen
                                                      in gewas,zand en sneeuw

                                                      hoe mooi schijnt de zon
                                                      op het omgebogen graan
                                                      in het gouden landschap

                                                      je ontstaan is verstopt
                                                      in wonderlijke licht magie

                                                      ik vlieg over je heen
                                                      aanschouw de geometrie
                                                      in zijn prachtige vormen

                                                      ik wacht op een teken
                                                      vanuit jouw schepping

                                                      de geheime boodschap
                                                      in wiskundig denken
                                                      die het mysterie ontsluit.

                                                              j.j.v.verre.





De mysterieuze graancirkels hebben regelmatig het nieuws gehaald,maar er is nog weinig geschreven omtrent de filosofische betekenis van deze fenomenen.
Door de eeuwen heen hebben mensen deze bijzonderheden kunnen aanschouwen en vaak werd het gebeuren verhaald als iets onverklaarbaar.
Ook de wellis nietes discussie omtrent het feit of mensenhanden al of niet als belangrijkste makers van deze cirkels bestempeld kunnen worden.
De laatste jaren is er veel gepubliceerd over energieën welke zo’n patroon in het landschap zouden kunnen genereren.
We kunnen deze energetische manifestaties bewonderen en de kracht ervaren,maar goed begrijpen doen we dit nog niet.
De fascinerende patronen kunnen worden uitgelegd en verklaard als het uitleggen van een droom.Een waarheid die ik niet wil bestrijden maar de essentie ligt misschien op een ander terrein.Als we ons graancirkels voorstellen als geprojecteerde boodschappen uit een andere dimensie dan kunnen we dit vanuit de spirituele filosofie begrijpen als een werkelijkheid binnen ons denken.
Immers de werkelijkheid die wij ervaren als gedachte is multidimensionaal bepaald.
Andersom kunnen de manifestaties die wij waarnemen binnen onze 3-dimensionale wereld,de bron zijn voor ons spirituele denken.
Ik beschouw de ingenieuze patronen in gewasvelden als een reflectie van de spirituele kracht die het veld van energie dat ons allen verbindt,initieert.
We moeten de prachtige patronen in het landschap ervaren,zoals we de gehele natuur kunnen ervaren en tegelijk een worden met die ervaring.
Graancirkels zijn boodschappen die ons cartesiaanse denken moeten bevrijden van het idee dat het zichtbare een fysische werkelijkheid is.
Als we ons bewust zijn van deze getransformeerde werkelijkheid,
dan is het gemakkelijker om het energetische aspect van de fenomenen te kunnen begrijpen.Lichtbollen zijn informatie bevattende energieën die de eenheid van leven coderen en niet gebonden zijn aan vorm, plaats of tijd.
Wij zijn als mensen allemaal een stukje van deze energie,welke ons als schijnbare individuen met elkaar verbindt.
Graancirkels zijn spirituele reflecties van ons collectieve onderbewuste en houden ons een spiegel voor waarin de onderlinge verbondenheid zichtbaar en voelbaar tot bewustzijn kan komen.
Of directe mensenhanden betrokken zijn bij graancirkel manifestaties is in wezen onbelangrijk omdat het draait om de boodschap,welke via verschillende kanalen tot stand kan komen.Graancirkels zullen ons blijven verbazen,met die prachtige geometrische figuren die ons doen denken aan de Platonische geometrie van kristal rasters. Deze kristal vormen komen terug in de deeltjes fysica als energie matrix.
Graancirkels moeten we koesteren en bewonderen, evenals de bijzondere energieën welke door graancirkel bezoekers worden ervaren.
Graancirkels,een spirituele ervaring in het landschap.


J.J.v.Verre. sept. 2005.


4 reacties:
Mevr. M.Vogelaar,Weesp zei:
Graancirkels blijven ons boeien.
Schitterende geometrische patronen.
Wat nu de spirituele boodschap is,heb ik niet uit uw beschouwing
kunnen opmaken.

8 maart 2008 22:44
Coby v.d. Schaar zei
Ik verzamel foto's van graan,gewas
en zand cirkels via internet.
De laatste jaren steeds mooiere
patronen gezien.Ze zijn veel te
ingewikkeld voor mensenhanden.
gr.Coby

9 maart 2008 13:06
H.Scheltema, Bussum zei:
Een interessante beschouwing over
het graancirkel fenomeen.
Wat denkt u zelf dat de geometrische figuren betekenen?

10 maart 2008 11:54
J.J. v. Verre zei:
Beste Mevr.of Dhr.Scheltema

Bedankt voor uw reactie.
Graancirkels zijn voor mij signalen
uit de toekomst,welke met
elektromagnetische energieën tot
expressie worden gebracht.Het verleden zag dit als duivels.
Het heden ervaart dit als bijzonder en probeert het te begrijpen.De vraag hoe en waarom
kan ik niet beantwoorden.
Een mogelijk antwoord zou kunnen
luiden:De bouwstenen van al de
levende en niet levende materie is
terug te brengen tot wiskundige formules.Wij ervaren als mensen
de illusie van de materie in al zijn vormen en kleuren rijkdom.
Misschien is in een andere dimensie
de wiskunde als vorm aanwezig.
Binnen die vorm zijn gevoel en
informatie geintegreerd zoals bij
graancirkel projecties.
Daarom voel ik dat we deze natuur-
verschijnselen moeten beleven.
Ik ben zelf zeker geen graancirkel
deskundige.Omtrent uw vraag naar de
betekenis van de verschillende
geometrische symmetrieën moet ik u
verwijzen naar de internet sides
van verschillende deskundige
wetenschappers.

Met vr.groeten J.J.v.Verre.

vrijdag 1 januari 2010

Droomtijd.



Ver weg in mijn denken ligt een plek waar ik aanwezig was. In het wiegende ritme van de trein sloot ik even mijn ogen. Het traject tussen Gramsbergen en Hardenberg inspireerde mijn geest tot diepe introspectie van een vergeten verleden. Heldere beelden werden zichtbaar in een droomtoestand vanuit een slaaptijd van hooguit 2-3 minuten. Een droom die ik nog nimmer op zo’n wijze had ervaren. Het beeld van een man rond 40 jaar,gekleed in een zwart pak met een relatief lang jasje,met een wit overhemd met opstaande witte boord. Donker haar met borstelige wenkbrauwen. Hij was aan het werk, staande achter een houten bureau. Hij schreef en was linkshandig. De pen was lang en leek wel van zilver. Ik las de tekst die hij het papier had toevertrouwd. Het leek op een preek,want ik ontwaarde het woord heiland. Deze man moest een dominee zijn en mijn denken voelde zich sterk aangetrokken tot deze persoon. Ik herkende niet zijn omgeving,maar voelde een sterke verwantschap met zijn innerlijke zijn. Een gevoel van diepe liefde voor een bekende onbekende. Ik keek naar deze man alsof het een familiefilm betrof van een nooit gekende overgrootvader en probeerde specifieke karaktertrekken te ontwaren. Ik voelde het leven uit die vergane tijd,proefde de sfeer en dronk de lucht. Ik was weer even thuis in een ander leven en wist zeker dat ik deze man was. Terwijl ik deze beelden zag wist ik dat ik sliep en droomde. Ik wist ook dat ik op dat moment in de trein zat. De sterke herinnering aan deze gebeurtenis en het terug kunnen zien van zoveel details,maakt dat deze belevenis ongewoon is voor een lucide droom. Toen ik weer wakker werd wist ik zeer zeker dat er een persoonlijke relatie bestond tussen die in het zwart geklede man en mijn innerlijke zijn. Een projectie van het tijdloze in het verleden. Mijn eerste gedachte was om de kerken rond het reistraject te bezoeken en te onderzoeken of er foto materiaal en geschriften van gelijkende dominees voorhanden waren. Ik heb dit nog niet gedaan en zal dat waarschijnlijk ook niet doen,omdat ik niet de omgeving herkende maar alleen de klik met die man.Die man was een vergeten herinnering voor mij.Een sterk gevoel van déjà vu.
Het is niet de materie die ons herkenning schenkt,maar de geest.Het weten dat we allen verbonden zijn met het veld van energie,dat ons laat denken,laat scheppen en ons met het bewustzijn verbindt.Een droomtijd in het ritme van de versnelling.

J.J.v.Verre.