vrijdag 7 mei 2010
De witte roos.
Gefotografeerd met dauwdruppels op je blanke kelken. Hang je daar in het rek van de overlijdenskaarten,tussen hiep, hiep, hoera en gefeliciteerd. Een roos op zijn schoonste moment getroffen door de zoeker. Jaren geleden was ik op zoek naar een afbeelding van een witte roos die ik wilde gebruiken om te visualiseren bij een poging tot meditatie. Ik vond via een website van een bloemenkweker het plaatje van een klein wit theeroosje en die afbeelding kan ik nu associƫren met het grote geheim der leegte,met de gedachteloosheid van mijn geest. In die kleine roos was het oneindige verstopt en kreeg ik de mogelijkheid om al het visuele te ontsluiten. Die roos was de verbinding tussen het onpersoonlijke en de liefdeskracht van de ziel. Het was een soort van tover camera die je toegang verschafte tot in het binnenste der geheimen,tot aan de werkelijkheid van het ongekende. Je keek niet door de zoeker naar de buitenwereld, maar in de zoeker naar de binnenwereld. De meditatie was de handleiding om dit toestel te bedienen. Ik sluit mijn ogen en denk aan die ene roos die uit het niets tevoorschijn komt. Eerst als een zwakke afbeelding,daarna als stralend object. Het licht op in mijn hoofd,mijn spieren verslappen zich een beetje,mijn ademhaling wordt rustiger en mijn bloeddruk daalt.
Mijn roos als brug over een diepe vallei, die toegang verschaft tot een nieuw land,dat onbereikbaar leek. Ik pluk de kaart uit het rek en reken haar af bij de kassa.
J.J.v.Verre/1999.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten