zondag 21 maart 2010
Wachtkamer.
Ruimte van gedwongen oponthoud. Stoelen in een halve cirkel. Rust en gefluister. Weekbladen uit een stapel getrokken en deels uit een map ontsnapt,verspreid over de als tafels gebruikte, brede stoelleuningen. Ik wil niet wachten maar doorgaan met mijn leven. Waarom zou ik wachten? De tijdschriften liet ik liggen,omdat mijn leesbril in de binnenzak van mijn jas was achtergebleven.
Ik staarde naar de muur waarop een grote foto van een besneeuwde berg mijn gedachten deed afdwalen. De laatste wintersportvakantie kwam tevoorschijn. Ik stapte mijn herinnering binnen en beleefde de koude,ijle lucht,de druk van mijn muts op mijn hoofd,de reuk van zonnebrandcrème en de typische vermoeidheid in de benen na een afdaling. Mijn hoofd werd slaperig door de gedachten aan alcohol na een hele dag sporten. Het gelukkige gevoel van vakantie maakte mijn hoofd op een plezierige manier leeg. Sleepliften en bobbelpisten liepen door elkaar heen. Mijn skipas fladderde aan een elastiek achter mijn hoofd,mijn zonnebril kleurde sneeuw blauw,maar de rust was opeens opmerkelijk .Ben ik misschien net een gondel ingestapt? “Meneer v.Verre”,klonk een stem van de tandartsassistente door de intercom. Ik had langer willen wachten met opstaan,niet om de tandarts te kunnen ontlopen, maar om mijn gedachten verder te beleven in de foto aan de muur. Ik stond op en wilde de rits van mijn pak naar beneden trekken,maar dat was niet nodig omdat ik geen skipak meer aan had. Ik raakte bijna uit balans,knikte naar de overige wachtende patiënten, die ik nog niet eerder had gezien en stamelde iets van grüß Gott.
Wachten,wachten waarop eigenlijk? We zouden de wachtkamer moeten beleven als spirituele ruimte om tot onszelf te komen. Een plaats voor meditatie bij de dokter,tandarts of in het ziekenhuis. Dan klaagt er niemand meer:”wat heb ik lang moeten wachten”,maar:” ben ik nu al aan de beurt,wat jammer”.
J.J.v.Verre/1991.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten