donderdag 8 januari 2009
Woestijn
Verzengende hitte in deze onmetelijke zandbak.
Zandduinen en daarachter weer zandduinen zover je kijken kon, geribbeld en rood van kleur met de trillende lucht in de wijdste verte.
Op mijn hoofd een witte zakdoek waarvan drie hoekpunten waren geknoopt en de vierde hoekpunt als een soort van klep flap diende.
Deze zonnehoed was nat van zweet.
Het vocht dat ik zo ontbeerde in deze uitputtende hitte.
Mijn kleren zaten onder het zand. Mijn overhemd was losgeknoopt en mijn broek lag op de grond.
Hoe ik hier terecht kwam was mij volslagen onbekend.
Ook de herinneringen aan gisterenavond en de dag te voren waren in mijn hoofd gesmolten.
Van deze dag kon ik me nog alles goed herinneren.
Wakker geworden door het felle licht en kurkdroge lippen.
In totale ontluistering vroeg ik me af wat ik hier deed.
Geen zinnig antwoord kon ik bedenken.
Maar wat belangrijker was: wat moest ik gaan doen.
Zoeken hoe ik hier gekomen was?
Of weglopen van mijn huidige standplaats?
Ik koos voor de eerste optie en staarde in het rond.
Geen herkenbare structuren,alleen maar geribbeld zand en in de verte donkere rotspartijen.
Ik liep in de richting van een hoge zandduin en keek nogmaals in het rond.
Mijn blik bleef steken bij een donker object,een soort van paaltje dat opviel in het eentonige woestijn landschap.
Het was zichtbaar enkele duinrijen verder in de richting van de rotsen.
Iets in mij bewoog me in die richting.
Een onbewust gebleven gevoel van herkenning, wat mijn bewustzijn dirigeerde.
Ik besloot in de richting van die paal te gaan lopen.
Onder het lopen dorst ik niet meer aan drinken te denken.
Mijn lippen waren al gezwollen en het zweten werd verdacht minder.
Ik richtte me op dat ene punt dat me misschien kon redden uit deze vreemde benarde positie.
Het verbaasde me dat ik geen enkele notie had waar ik was.
Was dit de Sahara, een woestijn in Australiƫ, de Gobiwoestijn in China?
Over de Gobiwoestijn had ik recent een boek gelezen, waarin werd vermeld dat de oude beschaving van Lemuria deels onder deze woestijn was verdwenen.
Ik begreep er helemaal niets van. Was dit niet een ordinaire droom?
De afstand naar het verticale object was groter dan ik aanvankelijk had ingeschat.
Het bleek donker van kleur, bijna zwart en het leek wel van steen.
Na ongeveer ander half uur lopen kwam ik op de plaats van voorlopige bestemming aan.
Het bleek een oude stenen paal te zijn met onleesbare inscripties.
Het leek wel een soort van spijkerschrift. Ook waren er kleine tekeningen, die door de zandstormen waren weggesleten.
Er was nog wat bijzonders aan deze plek. Het zand was rond de paal of zuil anders van kleur.
Ik kreeg een ingeving om hier te gaan graven maar waarmee en waarom?
Mijn lippen waren gescheurd door de brandende zon, mijn lichaam voelde loom, mijn hoofd deed pijn en mijn denken werd verward.
De dorst werd ondragelijk en mijn angst om hier te sterven werd steeds groter.
Ik moest even rusten, want mijn lichaam voelde slap en krachteloos.
Ik maakte met mijn handen een kuiltje in het brandende zand.
De aarde bleef warm en kurkdroog. Geen koeler zand zoals tijdens het graven op het Noordzeestrand gebruikelijk was op een warme dag.
Wel zag ik hier versteende schelpen, die al eeuwen lang van de zee waren gescheiden.
Ik ging op mijn knieƫn zitten en maakte de kuil wat groter totdat de ruimte groot genoeg was om erin te gaan zitten.
Ik hoopte dat de zon die wat lager aan de hemel stond weldra onder zou gaan en het voortdurend brandende gevoel in mijn gezicht zou ophouden.
Ik trok mijn broek en overhemd uit en drapeerde deze kledingstukken over mijn lichaam.
Ik sloot mijn ogen en dacht aan gras, bomen, schaduw en water.
Ik werd wakker en wist niet waar ik was. De zon scheen fel in mijn ogen.
Mijn overhemd was losgeknoopt en mijn broek lag op de grond.
Hoe ik hier terecht was gekomen, was mij volslagen onbekend.
Zandduinen en daarachter weer zandduinen zover je kijken kon, rood en geribbeld, met de trillende lucht in de onafzienbare verte.
J.J.v.Verre.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten