woensdag 28 december 2011

Leda en de zwaan.

   Leda en de zwaan, door Leonardo da Vinci.

Volgens de Griekse mythologie werd Leda, de vrouw van de Spartaanse koning Tyndareüs, door  Zeus (Jupiter) begeerd. Zij was befaamd voor haar schoonheid. Op een dag dat zij bij de rivier Eurotas  aan de rand van de stad baadde, werd zij door Zeus vanaf de berg  Olympus opgemerkt. Hij probeerde  haar het hof te maken, doch zij wees hem af. Later zocht hij haar op in de gedaante van een zwaan  om haar te kunnen benaderen en te verleiden en paarde met haar. Het is onduidelijk of zij bruut werd verkracht of dat zij toch ontvankelijk was voor zijn charmes. Beschaamd om wat er was voor gevallen, maar wel uitgekiend had Leda diezelfde nacht gemeenschap  met haar echtgenoot en negen maanden later beviel zij van  twee  eieren, waaruit twee  tweelingen kropen: de zogenaamde Dioskoeren, Castor en Pollux en de meisjes Helena van Troje en Clytaemnestra . De laatste twee zijn de oertypen van de femme fatale, zij trouwden beiden een koning.  Clytaemnestra met Agamemnon van Mykene en Helena die van Sparta, zijn broer Menelaos. Helena is berucht geworden omdat de Trojaanse oorlog om haar werd uitgevochten,  Clytaemnestra omdat zij haar echtgenoot bij thuiskomst uit die oorlog in bad vermoordde. De vluchtige paring van Leda en Zeus had noodlottige gevolgen voor de loop der geschiedenis. Oorzaak en gevolgen, waarbij de vraag zich voordoet of de gevolgen anders waren geweest indien de oorzaak zich op een andere wijze had gemanifesteerd. Had Leda zich met instemming laten verleiden of was zij bruut verkracht zonder dat zij weerstand kon bieden? Dit verhaal heeft vele kunstenaars geïnspireerd. Schilders(Leonardo de Vinci), beeldhouwers,schrijvers en dichters. Hieronder  het bekende  gedicht  van William Butler Yeats:

LEDA AND THE SWAN

A sudden blow: the great wings beating still
Above the staggering girl, her thighs caressed
By the dark webs, her nape caught in his bill,
He holds her helpless breast upon his breast.

How can those terrified fingers push
The feathered glory from her loosening thighs?
And how can body, laid in that white rush,
But feel the strange heart beating where it lies?

A shudder in the loins engenders there
The broken wall, the burning roof and tower
And Agamemnon dead.   
            
Being so caught up,
So mastered by the brute blood of the air
Did she put on his knowledge with his power
Before the indifferent beak could let her drop?

Nederlandse vertaling door:  A. Roland Holst en J. Eijkelboom

Een plotse windvlaag: de grote vleugels nog slaande
boven het wankelende me
isje, haar dijen gestreeld
door de donkere vliezen, haar nek gevat in zijn bek,
drukt hij haar hulpeloze borst tegen de zijne.

Hoe kunnen deze verschikte vingers
de gevederde glorie weren van haar wijkende dijen?
En wat kan een lichaam, gevloerd door deze witte wervel
anders dan het vreemde hart te voelen kloppen, liggen als het daar doet?
Een huivering in de lendenen verwekt daar
de gebroken muur, het brandende dak en toren,
en Agamemnon dood. 

Zo omstrengeld,
zo overmeesterd door het brute bloed uit de luchten,
werd zij deelachtig aan zijn kennis met zijn geweld
eer de onverschillige snavel haar kon laten vallen?

Een uitbeelding van de relatie tussen het menselijk en goddelijke wezen is de paring. De traditionele verkrachting wordt regelmatig gebruikt in de kunst en literatuur en duidt op de ondergeschikte rol van de vrouw (mysogiene traditie).In wezen is de rol van de  vrouw verre van ondergeschikt omdat zij zorgde voor het half goddelijke nageslacht op aarde. Anderen beschouwen dit als het verbinden van het aardse met het buitenaardse DNA.

        J.J.v.Verre.
    

dinsdag 13 december 2011

Liefdevlaag.



Storm,  wind noch regen hield me tegen om jou te bezoeken. Met mijn fiets zeven kilometers trappen om de godin van mijn dromen te zien en te denken dat jij er even voor mij alleen was. Je stem te horen en me te laten betoveren door je twinkelende ogen met  je sprankelende lach.  Een schoolboek te lenen dat rook naar jouw au de toilette en dan de volgende dag op school het opzichtig terug geven in het bijzijn van mijn vrienden. Ik was toen zo verliefd op je dat mijn geest was verlamd, de pijn van slechte cijfers werd verdoofd en mijn denken gefixeerd bleef op jouw naam en het enige dat ik in mijn schoolagenda schreef waren rode hartjes met jouw initialen, waarin ik mijn liefde projecteerde. Het overweldigde mij zo, dat ik een slaaf werd van mijn verliefdheid, een slachtoffer van hormonale agressie. Ik schreef je gedichten die ik weer verfrommelde, omdat het niet lukte om mijn overweldigende gevoelens in zinnen van  woorden  vast te leggen. Mijn gevoelens dansten onder een heldere sterrenhemel in het schijnsel van de gouden maan, wachtend totdat de maangodin zou aarden in de illusie van mijn verlangens. Nachten dat ik met mijn hoofdkussen lag te vrijen als surrogaat voor jouw afwezigheid. Het werd een pijnlijke obsessie, welke zich ontlaadde tijdens een werkweek in Egmond aan Zee.

Je kwam naast me zitten in de bus en gaf me jouw college shawl  in ruil voor de mijne. Wat een erotisch moment . Jouw shawl met die heerlijke lucht om mijn hals en een stukje van mijn kleding die nu aan jou toebehoorde. Het leven was prachtig en het verlangen naar nog mooiere dingen werd sterker. Die shawl waarin met droomletters  jouw naam stond vermeld: M.v.H. De letters die ik verafgoodde en vele malen in bomen had gekerfd en met rode harten in mijn schoolagenda  had versierd. Ik voelde me beresterk  en oppermachtig,  zoals Julius Caesar zich tijdens  zijn intocht in Rome gevoeld moet hebben. Ik ging me hierdoor wat arrogant gedragen, wat door Marijke niet op prijs werd gesteld. De eerste avond wandelden we hand in hand langs het strand en zoende elkaar voor het eerst. Ik vond het opeens zo heel gewoon dat haar ietwat  onhebbelijke gedragingen een steeds  sterkere invloed op mij begonnen  uit te oefenen, sterker  dan de betovering van verliefdheid. Op de tweede dag van de werkweek doofde de wind het vuur van heftig verlangen en vroeg ze haar shawl weer terug met het excuus dat die van mij niet warm genoeg was. Het verbaasde mij dat het geen pijn deed. Ik was onoverwinnelijk geworden en deze liefdevlaag was over.
Verwaaid door de kracht van de wind, die mijn hoofd had leeggemaakt van verstikkende emoties. Mijn ego was opgepoetst door deze ervaring en ik voelde me bevrijd van de dwangmatige passie en verstikkende verliefdheid.

Later kreeg ik van een klasgenoot een foto waarop ik met haar shawl om naast Marijke in de bus zat. Ik kijk nog weleens naar die foto en denk dan aan de liefde en verliefd zijn, een heerlijke emotie om altijd te koesteren.

     J.J.v.Verre.

 


vrijdag 2 december 2011

2012.


                                         

Het is mistig en koud.  Een zwak schijnsel van de maan dringt door tussen de takken die nog niet al hun bladeren hebben verloren. Het is bijna december, een maand met spannende en gezellige dagen. Ook dit jaar loopt weer ten einde en een nieuw getal zal nauw met ons worden verbonden. Het lijkt wel of het leven stroever verloopt. Niets is meer vanzelfsprekend. Vaste waarden staan op losse schroeven. Landen kunnen failliet gaan. Er moeten belangrijke beslissingen worden genomen, maar het lijkt of niemand kan beslissen. Aan elke beslissing hangt een stevig prijskaartje, maar kan op verschillende wijzen worden doorberekend. Niemand heeft meer de wijsheid in pacht. Het maakt ons onzeker en angstig omdat er steeds wordt geroepen dat het goed mis kan gaan. Gaat het dan goed mis in het komende jaar? Nee, ik denk van niet. We zijn allen met elkaar verbonden en daardoor   blijven we met z’n allen boven water. Maar we zullen wel nat worden en sommigen kletsnat.

Ik wandel met het hondje van mijn dochter op een stoeptegelpad  tussen de bomen en lantarenpalen en laat haar snuffelen aan voor mij onbekende sporen en loop te mijmeren over het komende jaar. Wat zal 2012 voor deze hond betekenen? Voor haar zal er weinig gaan veranderen. Misschien  dat ze wat vaker komt logeren als haar baasje het druk heeft met andere zaken. De financiële crisis  of een financiële ramp en  het begin van een jarenlange recessie zal haar niet in het hart raken, misschien dat het zelfs aangenamer wordt omdat haar baasje dan minder vaak op vakantie kan gaan en haar niet bij anderen hoeft onder te brengen. Ik sta weer even stil  om haar  te laten snuffelen en denk aan het bewustzijn  van Coco het hondje aan de andere kant van de lijn. Ze zal zich vast niet bekommeren over de waarde van de euro, maar zijn er wel andere zaken die zij kan aanvoelen? Klimaat veranderingen, heftige zonne-erupties,  een  genadeloos strenge winter. Of is deze hond alleen maar gericht op het nu en kan alleen een bijtende, andere, nog grotere hond haar beangstigen.

Ik loop weer verder en denk dat een financiële crisis een mogelijkheid kan zijn om vernieuwingen door te voeren. Sociale dienstplicht, een pensioen voor iedere werkende , een vergaande verandering van hypotheek verstrekking en nieuwe voorwaarden voor aftrekbaarheid. Mini referenda en een  jaarlijkse gezondheid controle kunnen eventueel  via het  internet plaats vinden. Zonder het te weten lopen we weer richting huis . Coco heeft met enkele  draaibewegingen  mijn richtingsgevoel ondermijnd en wil waarschijnlijk naar het warme huis terug.
De flarden gedachtes drijven uit elkaar. Misschien wordt 2012 niet veel anders dan andere jaren en worden de problemen met de euro wel weer opgelost of verdrongen door nog grotere problemen, die een directe bedreiging vormen voor onze  aarde als geheel. Ik volg Coco en wil in het nu leven net zoals zij en me niet somber voelen omtrent  zaken die ik niet zelf in de hand heb. Want dat is een uniforme realiteit: je geen zorgen maken omtrent zaken waar jezelf geen invloed op kan uitoefenen, ook in 2012 niet. Misschien is het nog beter om je in 2012 überhaupt geen zorgen te maken over wat dan ook en het leven te beleven zoals het nu is en niet zoals het anders zou kunnen zijn. 

   J.J.v.Verre.

donderdag 1 december 2011

De levenskus.



Sneeuwroosje zou nimmer zijn ontwaakt als de prins op het witte paard daar niet toevallig  voorbij was gereden. Hoe toevallig vraag ik mij weleens af. Zocht die prins een schone slaapster die hij wakker kon kussen, of reed hij meestal in de buurt rond om een onoplettende vrouw te schaken?  Zo’n half slapende, half dode vrouw zou een heel gemakkelijke prooi voor hem zijn. Nee, Sneeuwroosje kon alleen maar wakker worden gekust door een levende prins. Zij kon alleen maar terugkeren naar het aardse leven als een levende prins haar kuste en zodoende reanimeerde.  En die prins dan, kuste hij haar uit liefde? Nee de liefde tussen hem en Sneeuwroosje begon zich pas te manifesteren nadat hij haar gekust had. Hoewel het sprookje daar niet verder op ingaat.

Stel nou dat Sneeuwroosje eigenlijk Truus Takens heette, en die prins Theo Twijfelaar. Truus was heel onvoorzichtig geweest en had inferieure drugs gebruikt en  was hierdoor in coma geraakt. Theo reed regelmatig langs het huis van Truus en keek dan snel of hij een glimp van die spetter kon opvangen. Nu waren de gordijnen al drie dagen dicht en Theo voelde dat er  iets niet klopte. Hij stapte van zijn witte scooter af en belde aan bij het huis van mejuffrouw Takens. Geen reactie, niemand deed open. Hij keek onder de grijze container  en vond een sleutel die op het slot van  de voordeur paste. Hij opende de deur, struikelde over de ongeopende post  en liep door het halletje.  In de gang hing een muffe lucht  van ingeslapen veroudering, een term die hem toen nog niets zei. Hij liep met twee treden tegelijk de houten trap op en wist dat haar slaapkamer aan de straatkant van het huis lag. Hij klopte op de kamerdeur en luisterde vol overgave of hij een geluid van een misschien wel zieke vrouw hoorde. Maar het bleef stil aan de andere kant van de deur. Als in een politieserie ramde hij met zijn schouder de slaapkamerdeur open en zag haar liggen op het grote vierkanten bed. Ze ademde nog heel zachtjes met gesloten ogen. Iedere sukkel had kunnen zien dat hier wat ergs aan de hand was. Het spookte door zijn hoofd, wat te doen?  Ja, wat moest hij doen? Hij dacht magisch en herinnerde zich het sprookje van Sneeuwroosje. Met enige twijfel liep hij naar haar toe en drukte zijn lippen op haar mond. Dit zou geen enkele hulpverlener op die wijze hebben gedaan. Maar het resultaat was verbluffend. Ze sloeg haar ogen open en vroeg: “waar is je paard?” En daarna: “wat heb ik een vreselijke dorst”. Haar derde zin was: “wie ben jij?” 

Ik wil met dit voorbeeld alleen maar aangeven dat het wonder van de levenskus niet begint met de vraag waarom de prins in de buurt was. Maar dat de magie van het leven zich niet laat ringeloren door ons gebrek aan fantasie.

   J.J.v.Verre.