woensdag 8 april 2009

Voor mensen verboden


Het wordt geleidelijk donker op de Afrikaanse savanne. De schemering geeft de begroeiing nieuwe,donkerder kleuren en weldra zullen de contrasten verder vervagen als de maan niet tevoorschijn komt.
Het wordt een bijzondere avond, die de meeste dieren niet snel zullen vergeten. Het code spoor hangt al weken in de lucht, maar de soort en ras vertegenwoordigers mogen pas vanavond naar de bewuste plek toekomen.
De regen van de laatste uren heeft het stoffige zand geblust. Een sprankje maanlicht ontglipt tussen de wolken en speelt met de schaduwen van
bomen en struiken. De temperatuur daalt geleidelijk maar de hoge vochtigheid blijft.

De stilte is verbijsterend als je de vogelgeluiden buiten beschouwing laat.
Zoveel dieren in beweging en zo weinig geschreeuw, gedreun, gebons of getrompetter.
De plaats van samenkomst ligt aan de rand van de savanne tegen het rotsachtige plateau.
De maan is nu in zijn volledige ronding zichtbaar en verlicht het rotsen podium als bij een openluchtuitvoering.
De eerste dieren lopen tot aan de rotswand en gaan dan in het hoge gras liggen.
Buffels, giraffen, zebra’s en gazellen vleien zich geluidloos neder.
De olifanten blijven staan op de achtergrond en stokstaartjes en kleinere dieren springen op de laagste rotsenpartij. Het podium blijft voorlopig leeg.
Ook nijlpaarden en vrouwtjes leeuwen zijn in de hemelse verlichting te onderscheiden. Ik verwacht een leeuw op het podium, associatief geprogrammeerd door de vele tekenfilms.
Het wordt drukker en drukker, maar blijft vreemd stil, net of het geluid is afgezet.
Dan hoor ik het getrompetter van twee olifanten, de maan verdwijnt achter een wolk en het licht gaat uit.

Ik vraag me af wat er nu gaat gebeuren, maar het blijft even pikdonker.
Er klinkt een luid geritsel in de struiken en opeens staat er een aap voor mij, kijkt me aan en brengt zijn vinger voor zijn mond. Ik weet wat hij bedoelt.
Dan komt de maan weer tevoorschijn, het podium wordt verlicht en op het
rotsenplateau staat een vogel met een kale kop, een grote gier.
Zo’n groot beest had ik nog nooit gezien. Het maakte geen geluid, maar intuïtief was ik en waren alle andere dieren met deze voorganger
verbonden. De boodschap die ons werd medegedeeld is moeilijk in woorden uit te drukken.
Het kwam erop neer dat de natuur zich wilde beraden op de klimaatveranderingen, die het leven in het savannegebied drastisch zou gaan veranderen. Grote droogte en watertekort zouden het samenleven onleefbaar maken.
Er werd een plan voorgelegd hoe de dieren het beste het hoofd konden bieden aan deze bedreigende factoren. De reacties van de dieren waren verschillend.
De olifanten wilden naar het zuiden trekken, de leeuwen naar het oosten, de buffels naar het noorden en de meeste dieren kozen voor het vrije westen.
De grote gier gaf aan dat verhuizen niet de goede oplossing zou zijn.
De leider gaf aan dat alle dieren zich moesten richten op het volgende plan:
de dierenvertegenwoordigers moesten hun kuddes en groepen in paraatheid brengen.
De dieren zouden samen een gigantische kuil graven die als waterreservoir gebruikt kon worden. Elke avond en nacht gezamenlijk graven.
Een nieuw dierenmeer in Afrika.
De parkwachters moesten worden ingelicht, maar door wie?
De aap die mij had bemerkt liep naar voren en klom op het stenen podium en ging naast de reuze gier staan.
Hoewel deze bijeenkomsten ten strengste voor mensen zijn verboden, is hier toch een mensenman aanwezig.
Een luid geroezemoes steeg op uit de vele bekken en snavels en doorbrak de vreemde onheilspellende stilte.
Ik was die mensenman en van mij werd verwacht dat ik het dierenplan hielp uit te voeren.
Mijn spiritueel contact met deze savannedieren had mij één gemaakt met hun denken en de essentie van hun problematiek was mijn probleem geworden.
Ik voelde me verbonden met de omringende natuur, met de aanwezige dieren, die de liefde in mij hadden aangewakkerd.
'Voor mensen verboden' gold niet meer voor mij.

Ik ben het universele lichtwezen dat zich als mens op deze planeet heeft verstopt en nu eindelijk is gevonden.

J.J.v.Verre/1989.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten