zondag 9 november 2008

Maira


Ik lig op mijn bed en staar naar het plafond.
De barsten die als een kluwen de lijnen van mijn gedachten
leiden,vangen de herinneringen van liefde als een spin die
een vlieg vangt.
Het beeld van haar vloog als een masker met wisselende
gelaatstrekken aan me voorbij.
Ik probeerde te reconstrueren hoe ze eruit zag,maar kon dat niet.
Ze had er toen ook altijd anders uit gezien.
Behalve wanneer ze net wakker werd of ziek was.
Maar zelfs dat beeld was me nu ontschoten.
Haar lichamelijke details zweefde als een onmogelijke legpuzzel
voor mijn ogen.
Haar rode kleur van inspanning,de bronzen tint van zomerse
liefde,die niet alleen voor mij was bestemd.
Geel was haar lievelingskleur,maar de hele regenboog kon me
niet inspireren om tot het juiste beeld van Maira te komen.
De wonderlijke wereld waarin wij elkaar voor het eerst leerde
kennen,leerde liefhebben,leek vreselijk ver weg.

Die eerste keer was op een school feest,waar de meisjes elkaars
zelfgemaakte jurken bewonderden en de jongens nog wat onwennig
een sigaret en een glas bier in een hand probeerde te houden.
Ik had haar gevraagd met me te dansen,niet omdat ik haar zo mooi
vond,maar omdat ze zo lief lachte.
Toch voelde ik me vreemd onder het dansen,ze was zo licht,zo lief
en zo vrolijk.

Van dat ogenblik af had ze me voortdurend achtervolgd in mijn gedachten.
Mijn lichaam en geest werden verslaafd aan haar aanwezig zijn.
Ze was voortdurend betrokken bij mijn denken en handelen.
Een ingebouwd gegeven in mijn dagelijkse kiezen.
En zij,zij ontwikkelde zich ten koste van mij.
Want ik bleef achter in de onrijpe fase van onze eerste kennismaking.

Maira was zowel de prinses in mijn dromen,als de heks in mijn nachtmerries.
Een rood licht als je door wilt rijden.
Een groen licht,als je samen over de sterren wilde praten.
Plotsklaps,alsof men je wakker schudt uit een droom,besefte ik dat mijn
ontwikkeling stil stond en plaats had gemaakt voor een eindeloze
zelfanalyse waarin Maira centraal stond,maar die een mager substituut is
voor een echte intermenselijke relatie.
En tenslotte eindigt in totale eenzaamheid.

Maira begreep dit allemaal niet en duwde me terug in mijn onzekerheid en
bekrachtigde mijn gevoel van mislukking.
En op het moment dat ik haar het hardst nodig had,werd mijn contact met
haar verbroken.
Misschien voor mij de enige juiste therapie,om vanuit het dal der tranen de
berg der vooruitgang te beklimmen.

Nog af en toe heb ik het warme verlangen om Maira te kussen en dicht tegen
me aan te drukken.
Maar mijn werkelijkheidszin vertelt me dat zoiets emotioneel niet verantwoord
is en niet past in mijn eigen ontwikkelingshulp.
Ik kijk nog eens naar het plafond en denk aan de Maira van morgen,die nog
alle potenties van de vrouwelijke liefdespartner in zich draagt.


J.J.v.Verre.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten