zaterdag 13 december 2008

Lijsterbes


Wandelen op de heide achter mijn ouderlijk huis was vroeger een regelmatige bezigheid.Met mijn vader en de hond wandelen langs de spoorlijn van Hilversum Sportpark naar Utrecht.Het wandelpad was van het spoor gescheiden door volkstuintjes,omzoomd door eigen geknutselde hekjes en illegaal geplaatste houten hutjes.
We liepen langs paadjes die mijn vader zelf had gecreëerd door zijn vele wandelingen van de laatste halve eeuw.
De wandelroute was bezaaid met dennenappels en de vele oppervlakkige boomwortels
gaven het wandelcircuit een extra moeilijkheidsgraad.Vaak moesten de kaplaarzen aan om de vele plassen na een regenbui te kunnendoorwaden.
Halverwege het spoorlijn pad sloegen we rechtsaf en liepen langs de dennenbomen naar een zandverstuiving.
Midden in die gele zandvlakte stond een eenzame boom,een lijsterbes.

Dan vertelde mijn vader het verhaal van de vogel die lijsterbes pitten boven de
zandverstuiving had uitgepoept en zo de boom midden op deze plek had geschapen.
De vraag voor de discussie was dan:heeft de natuur dat zo gepland of was het zuiver
toeval dat die boom daar is ontstaan. Heeft de vogel bewust daar een boom gepland?
Als de vogel dat bewust heeft gedaan,was dat dan uit vrije wil of werd de vogel door een specifieke kracht gedwongen om dat te doen.
Mijn vader overdacht een Boeddhistische levensfilosofie en was bereid om uit te gaan van het laatst genoemde standpunt. Wanneer we dan verder wandelde zag ik de natuur met andere ogen.Ogen die waren geopend door de lijsterbesboom en de opmerkingen van mijn vader.
Als we weer naar huis terug wandelde voelde ik me blij en opgewonden door de geheimen van de natuur.
Mijn vader is al vele jaren geleden overleden en misschien weet hij nu het geheim van die lijsterbes. Maar mogelijk weet hij het antwoord wel, maar weet zijn energie niet meer wat zo’n aardse vraag betekent.
De vraag is op aarde veel belangrijker dan het antwoord als we ons echt open stellen voor de natuur. Genieten van het aardse.
Het bewonderen van die lijsterbesboom.Het beleven van het leven daar draait het om.

J.J.v.Verre

zaterdag 6 december 2008

Dagje strand



Zanderige,zomerse zotheid op het kleine strand van Cavalaire-Sur-Mer.
Na drieën naar le plage vertrokken ,een tijdstip waarop de bedreigende zonnestraling
aan het afnemen is.Goed invetten met de franse spuitbus, met factor 30.
Een handdoek neergelegd op een plaats waar we met ons vijven naast elkaar zouden
kunnen liggen.Eerst werd de meegebrachte parasol in de grond gedraaid,welke
techniek we snel van anderen hadden afgekeken.Helaas stond er een flinke wind
waardoor na enkele minuten de parasol met stok en al werd gelanceerd en bijna
onherstelbare schade had berokkend bij onze nog onbekende strand buren.
Na de eerste schrik was verdwenen probeerde een andere buurman ons duidelijk
te maken hoe je met veel wind zo’n schaduw vormer moet opstellen.
Schuin de paal in het zand steken en de rand van het groen met wit gestreepte
gevaarte het strand laten raken in de richting van de wind.
Daarna de spleet opvullen met zand en daarna staat zo’n ding als een huis.
Het gaf alleen maar schaduw aan twee en een half persoon,dus de andere
twee en een half moesten direct gaan zwemmen,hoewel dat zonde was van al dat
insmeren op benen en voeten. Met de strandvolleybal spelen langs de waterlijn.
Weinig ruimte tussen de spelende kleine kinderen,de wandelaars en de andere
actieve strand bezoekers, die met houten batjes een oranje bal oversloegen.
Het volleyballen ging niet gemakkelijk,maar dat gold voor alle inspanningen op
het strand. Na een te harde smash in de verkeerde richting werd een passieve
zonaanbidder wreed wakker gebald en keek ons aan met een verwoestende blik ,welke ons deed besluiten om de bal bij de parasol terug te leggen.
Dan maar gaan zwemmen,oei vergeten om mijn zwembroek onder mijn korte broek aan te trekken.
Geen probleem ,een van mijn kinderen wilde wel een handdoek om me heen draperen,waarbinnen ik mijn zwembroek kon aantrekken.
Alles ging goed tot het moment dat ik met twee benen vast kwam te zitten
in een pijpje van mijn zwem textiel,mijn evenwicht verloor en bij mijn strand buren op bezoek kwam.
Zo’n witte naakte adonis zagen ze blijkbaar niet regelmatig,want de opwinding
was groot. Veel groter dan ik had verwacht van een mondain strand in Zuid Frankrijk.
Nadat ik vrij lang in het zeewater was geweest,gezwommen,gebald en met een te strak
zittende zwembril de onder water wereld had bekeken,was ik naar mijn handdoek en
parasol terug gelopen.Nou ja,meer terug gehinkt omdat het zachte zand gloeiend heet
was onder mijn doorgaans in sokken en schoenen gehulde voeten.
Lekker opdrogen in de warme zon en rond kijken naar het speelse strand tafereel.
De Nederlanders waren direct zichtbaar met die vreselijk grote koelboxen en enorme
hoeveelheid kinderspeelgoed dat rond de ligplaats op het strand was uitgestald.
Ik keek met jaloerse blik naar een drie jarige dreumes die met zijn emmertje en schepje langs de waterlijn aan het scheppen was.
Zandkastelen bouwen was een stukje verjaard sentiment en helaas waren mijn kinderen
op een leeftijd gekomen dat andere bezigheden meer voor de hand lagen.
Er was veel te zien op het strand. Slapende ,etende,inwrijvende,pratende,drinkende
en lezende mensen. Als in een trage film gebeurde er toch van alles.
Mijn blik werd getrokken door een negroïde vrouw die zich ook aan het insmeren was
met dezelfde spuit bus welke wij ook gebruikte. Ik vroeg me af of zij ook een nog donkerder huid wilde hebben,of alleen de gezelligheid van het strand en de koelte van het water opzocht.
Mijn blik dwaalde verder en zag steeds meer slapende mensen,dit werkte aanstekelijk.
Ik begon te gapen,maar had een vreemd gevoel iets vergeten te zijn.
De bal lag onder de parasol,mijn broek met portemonnee in de strandtas,mijn vrouw
was met haar ogen dicht aan het lezen onder de parasol,mijn ene dochter las op haar buik en de twee andere kinderen waren een ijsje aan het kopen.
Ik ging liggen, de geluiden verstonden geleidelijk en droomde snel weg op het zwoele strand .
Een van de kinderen maakte me wakker en vroeg me waarom ik zo in de felle zon was gaan slapen. Mijn schouders voelden stijf en verbrand en opeens realiseerde ik wat het gevoel iets vergeten te zijn betekende. Een verbrande rug met twee verbrande schouders.

J.J.v.Verre.

juli 2008.

dinsdag 2 december 2008

Mijn bazin


Een grijs mantelpakje ,een witte blouse met een opstaand geplooid kraagje,een dubbele parelketting en blond opgestoken haar.Verborgen hartstocht in haar koele stem.Een onzekere hapering in haar oogopslag.Dat is mevrouw Wendels,onze bazin.
Haar modern ingerichte kantoorruimte met dat reuze grote houten bureau,waarop behalve een notebook niets anders staat,zelfs geen fotolijstje of bloemenvaasje.
Dagelijks kon ik kortdurend een glimp van haar opvangen als ik de post rond bracht of mailing die verzonden moest worden bij haar secretaresse ophaalde.
Mevrouw Wendels had weinig oog voor mij,hoewel ik speciaal voor haar een schoon wit overhemd had aangetrokken met een rode stropdas.
Ik wachtte op een teken van haar.Ik wachtte op het moment dat zij een rode blouse op dat grijze mantelpakje zou aantrekken.Dat zou voor mij het teken zijn om aan te vallen.
Als een stier zou ik dan uit mijn donkere hok tevoorschijn komen en al mijn mannelijkheid tonen in de arena van haar kantoorkamer .
Dat grote bureau zal ik met haar berijden en de picadors zullen mijn hitsigheid verhogen.
Hoog in de arena zal men met zakdoekjes zwaaien als de parels over het bureaublad rollen.
Mijn fantasie wordt abrupt afgebroken. De deur van haar kantoorkamer gaat open en mijn bazin drukt mij een A-4 in de hand met als boodschap:Zo Frans,vanmiddag nog naar al onze klanten versturen,dan kan jij niet meer te vroeg naar huis vandaag.
Goed mevrouw Wendels en met mijn staart tussen de benen loop ik op een drafje naar
mijn postkamer terug.Misschien dat ze morgen die rode blouse aantrekt.
Deze stier is er klaar voor.

J.J.v.Verre.

zondag 9 november 2008

Maira


Ik lig op mijn bed en staar naar het plafond.
De barsten die als een kluwen de lijnen van mijn gedachten
leiden,vangen de herinneringen van liefde als een spin die
een vlieg vangt.
Het beeld van haar vloog als een masker met wisselende
gelaatstrekken aan me voorbij.
Ik probeerde te reconstrueren hoe ze eruit zag,maar kon dat niet.
Ze had er toen ook altijd anders uit gezien.
Behalve wanneer ze net wakker werd of ziek was.
Maar zelfs dat beeld was me nu ontschoten.
Haar lichamelijke details zweefde als een onmogelijke legpuzzel
voor mijn ogen.
Haar rode kleur van inspanning,de bronzen tint van zomerse
liefde,die niet alleen voor mij was bestemd.
Geel was haar lievelingskleur,maar de hele regenboog kon me
niet inspireren om tot het juiste beeld van Maira te komen.
De wonderlijke wereld waarin wij elkaar voor het eerst leerde
kennen,leerde liefhebben,leek vreselijk ver weg.

Die eerste keer was op een school feest,waar de meisjes elkaars
zelfgemaakte jurken bewonderden en de jongens nog wat onwennig
een sigaret en een glas bier in een hand probeerde te houden.
Ik had haar gevraagd met me te dansen,niet omdat ik haar zo mooi
vond,maar omdat ze zo lief lachte.
Toch voelde ik me vreemd onder het dansen,ze was zo licht,zo lief
en zo vrolijk.

Van dat ogenblik af had ze me voortdurend achtervolgd in mijn gedachten.
Mijn lichaam en geest werden verslaafd aan haar aanwezig zijn.
Ze was voortdurend betrokken bij mijn denken en handelen.
Een ingebouwd gegeven in mijn dagelijkse kiezen.
En zij,zij ontwikkelde zich ten koste van mij.
Want ik bleef achter in de onrijpe fase van onze eerste kennismaking.

Maira was zowel de prinses in mijn dromen,als de heks in mijn nachtmerries.
Een rood licht als je door wilt rijden.
Een groen licht,als je samen over de sterren wilde praten.
Plotsklaps,alsof men je wakker schudt uit een droom,besefte ik dat mijn
ontwikkeling stil stond en plaats had gemaakt voor een eindeloze
zelfanalyse waarin Maira centraal stond,maar die een mager substituut is
voor een echte intermenselijke relatie.
En tenslotte eindigt in totale eenzaamheid.

Maira begreep dit allemaal niet en duwde me terug in mijn onzekerheid en
bekrachtigde mijn gevoel van mislukking.
En op het moment dat ik haar het hardst nodig had,werd mijn contact met
haar verbroken.
Misschien voor mij de enige juiste therapie,om vanuit het dal der tranen de
berg der vooruitgang te beklimmen.

Nog af en toe heb ik het warme verlangen om Maira te kussen en dicht tegen
me aan te drukken.
Maar mijn werkelijkheidszin vertelt me dat zoiets emotioneel niet verantwoord
is en niet past in mijn eigen ontwikkelingshulp.
Ik kijk nog eens naar het plafond en denk aan de Maira van morgen,die nog
alle potenties van de vrouwelijke liefdespartner in zich draagt.


J.J.v.Verre.

woensdag 5 november 2008

Het liefste in het leven


Een lichtend puntje aan de sterrenhemel doet me denken aan de energie van de grootste ontroering welke mijn geheugen vervult. Het denken aan die gebeurtenis maakt alles wat met liefde te maken heeft ondergeschikt aan dat moment. De emotie van ontladen spanning, van ongekende verrassing, van sidderende
tederheid en van sprankelende blijdschap.Het moment in je leven waarvan men zich achteraf realiseert dat er geen grootheden zijn in ruimte, noch in tijd welke deze liefdes energieën kunnen evenaren.
Het puntje aan de sterrenhemel wordt sterker en de zonnen explosies die het licht verspreiden en warmte in haar omgeving uitstralen, zijn een nietig vlekje aan het firmament van alles wat is.
Misschien dat deze ster ook die december nacht 24 jaar geleden zijn lichtbundel naar mij toestuurde.
Ik was toen niet buiten maar in het ziekenhuis waar de bevalling plaatsvond.
Ingehouden spanning, pijn, angst, opluchting en ongekende trots hadden elkaar
afgewisseld, voor ik haar in mijn armen kon nemen.
En dan enige uren later als je het goede nieuws hebt verspreid en je jouw kindje
in zijn kleine bedje ziet liggen, realiseer je wat er is gebeurd. Een nieuw leven heeft zich gemanifesteerd en het liefste in het leven is niet het liefste zelf, maar het liefste gevoel wat je liefste je in liefde heeft gegeven.

J.J.v.Verre.