woensdag 23 mei 2012

Fietstas.



-Een mens kan geen werkelijkheid bedenken die niet bestaat.

In de fietstas tast een koude frietzak in het aarde donker.  Hobbelend over drempels en kinderkopjes danst de fles wijn tegen het pak halfvolle melk en trilt de pot pindakaas tegen de kartonnen doos met gestampte muisjes. Hoe kon ik ooit vermoeden dat de vers gebakken bolletjes en een vers halfje bruin in de stress schoten naast de diep bevroren water ijsjes, raketjes geheten. Hoe kon ik weten dat het pak verse jus niet tegen de fles azijn gedrukt wilde worden. En dat de veel te grote doos waspoeder een overheersende rol in de te kleine ruimte speelde. Maakt het uit wat ik in de linker of rechter fietstas prop? Bewustzijn bestaat ook bij de levenloze materie welke uit de schappen van de supermarkt via de band bij de kassa in de twee tassen terecht zijn gekomen en welke in dit geval aan mijn oog zijn onttrokken. Ik vraag me af wiens bewustzijn nu verwoord is, nadat ik de letters als zinnen in de tekstverwerker heb gestopt en later bij het printen over het papier zijn gestrooid. Zijn het de gezamenlijke intenties van de chocolade deeltjes in het pak chocolade strooisel of zijn het de gestampte muisjes die met mijn bewustzijn interfereren of ben ik het bewustzijn van die muisjes en pak ik daarom hun pak uit het schap? Ik probeerde na te denken of ik wel tot een bewuste keuze was gekomen of dat ik zomaar wat had gepakt. Ik wist het niet meer, maar hoorde nu de muisjes luid en duidelijk in mijn hoofd zeggen: "pak mij, nee pak mij, nee mij moet je nemen". Vreemd dat ik dit niet eerder bewust had waargenomen. Ik vroeg me ook af wie het boodschappenlijstje in mijn hoofd had geschreven.

Toen ik thuis kwam en de boodschappen tassen van de bagagedrager verwijderde, droeg ik deze behoedzaam naar de keukentafel. Voorzichtig opende ik de eerste tas om de boodschappen aan het felle licht te laten wennen. Vanaf die dag voelde ik me sterker verbonden met de gekochte waren en lach ze regelmatig toe als ik de proviandkast open. Ook de smaak bij het opeten is nu ongekend intens. Ik deel nu mijn leven met vele vrienden, waarvan het moeilijk afscheid valt te nemen. Inmiddels staan de kasten en kelder overvol. Mijn belastingpapieren wordt door de belastinggids verzorgt en de meeste ingrediƫnten in de keuken koken zelf. Vreemd eigenlijk zo'n fietstas verhaal.


         J.J.v.Verre.


vrijdag 4 mei 2012

Afscheid.


  - Afscheid is het begin van een nieuw verleden.
                                             
Onuitgesproken woorden  die glimlachten op je lippen, dansend en uitdagend.  Aarzelend voelde  ik je blik rond mijn ogen, zoekend naar de vriend in mijn hoofd. Ik vroeg je waarom je zo mooi was, maar mijn afleidingsmanoeuvre slaagde niet. Werktuigelijk bracht ik mijn handen naar je schouders. Ik wilde je aanraken, tegen me aan drukken en mijn liefde voor jou in je oor fluisteren met de ingehouden expressie  van een zanger  die oorverdovend  wilde uitschreeuwen hoe veel en hoe sterk zijn liefde voor jou was. Het  weten is vergeten als de angst van verliezen de liefde dwarsboomt en er niets gebeurt. Ik zag je silhouet versmelten met de mensenzee op de dansvloer. 

Afscheid is een splijting tussen twee zielen  en deze verwijdering was  door blijven dreunen als  de monotone cadans, de drilboor  van je eigen falen. Afscheid is het begin van de pijnlijke weg welke tot vergeten moet leiden, maar ook het begin van iets nieuws dat de leegte kan opvullen welke het vertrek heeft achtergelaten. Ik liep naar de bar en bestelde een glas bier. De wereld zal anders zijn zonder mijn feest godin, maar vanavond was er nog geen nieuw begin. Ik nam een flinke slok en liet mijn gedachten dwalen over de vele gezichten die naast mij in de verdrukking  aan de bar iets wilden bestellen. Het koele vocht dat mijn lippen en keel beroerde bevrijdde me uit sombere gedachten en verlichtte de duisternis in mijn verslagen hoofd. Ik voelde me even wat beter maar kort daarna helemaal alleen tussen de vrolijk feestende mensen. Ik wist niet meer wat ik dacht of wat ik moest denken. Het geluid van de muziek was te hard, de temperatuur was onaangenaam warm en de ruimte voelde  luchtloos. Ik voelde me opgesloten door een omheinend verleden. Ik wilde weg , maar er was geen weg meer, geen doel,  geen nu, alleen de herinnering aan een verlaten liefde. Ik wilde deze patstelling doorbreken en pakte het glas bier en ledigde het boven mijn hoofd. Omstanders deden verschrikt een stap opzij. De barman wenkte iemand en even later kwam er een stevige vent op me af, pakte me vast en riep bij herhaling: “rustig maar,nu even rustig”. Ik voelde mij de rust zelve en het bier had mijn hoofd bevrijd van het opgekropte verdriet en het harnas van mijn samensnoerend  verleden. Ik wilde weer lachen, spelen, het liefste vliegen en wilde feestvieren op deze fantastische avond. Maar ik  werd meegetrokken door deze kille kleerkast, die niets begreep van mijn onbezonnen daad. Ik begon me te verzetten en dat resulteerde in nog  meer chaos, zodat er  een tweede en derde werknemer zich met mijn uitzetting gingen bemoeien. De laatste was nogal handtastelijk en gaf me een harde stomp op mijn voorhoofd. Ik voelde me groggy en de levenskracht vloeide weg uit mijn benen. 

Toen ik weer helder mijn omgeving kon aanschouwen zat ik met handboeien om in een politiebusje. Ik had het verleden volledig ontvlucht. Dit was toch een boeiend afscheid geweest, dat ik later aan mijn kinderen kon vertellen. Ja, dat was nog voor de tijd dat ik jullie mamma kende. Lang geleden maar de frustratie van dat afscheid was nooit verjaard.

    J.J.v.Verre.