Ik hoor je stem in de brullende wind. Gegeseld door het striemende voortjagende zand, dat mijn ogen doet sluiten en mijn mutsloze oren pijnigt. Het eens zo lieflijke strand kent geen erbarmen met slecht geklede wandelaars. Schuimvlokken los geblazen van de voortrollende golven in de branding. Ik hoor je adem in de zee en kijk naar de oprukkende vloedlijn. De stappen in het mulle zand maken afdrukken van een verlaten mens, dat zich stoer wil voelen na een verbroken relatie. Ik worstel verder tegen de wind in en stap over aangespoelde flessen, stukken hout en dode kwallen. Mijn leven is ondragelijk verminkt zonder jouw liefde en op dit moment ontbeer ik jouw warmte het meeste.
Ik leun tegen de stormkracht van de wind en wens dat jij bij me bent. Dat ik je tegen mij aan kan drukken met je stevige borsten en je hete, koele lippen. Ik roep je naam en denk aan een gedicht van Paul Verlaine: “Het huilt in mijn hart, zoals het regent op mijn pad”. Mijn hart verdronken in jouw liefde. Het woeste weer doet mij daarna weer vermannen en fluistert mij nieuwe gedachten in. Nieuwe ideeën en nieuwe kansen op een gelukkiger bestaan. Ik steek mijn arm uit en dans met de wind in het rond, ik voel de warmte weer terugkeren en ook het geloof in nieuwe kansen.
Ik verlaat de vloedlijn en loop in de richting van de boulevard. Een warme kom soep zou de laatste resten van mijn kilte kunnen verdrijven. De aanlandige luchtstroom bracht mij razend snel naar de gewenste plek en toen ik de deur van de horeca onderneming open deed, voelde het goed en waren al die nare gedachten geheel verdwenen. Er stonden een aantal stoelen rond een potkachel. Ik nam plaats op een van de twee nog vrije stoelen en trok mijn jas uit. Een jongen met een schort voor kwam naar mij toe en vroeg me of ik iets wilde bestellen. Het eerste idee van die soep zat nog in mijn hoofd en dus bestelde ik een erwtensoep met brood. Nadat de soep was gebracht, kwam er een roodharige vrouw binnen met een grote, geelbruin gekleurde hond en kwam naast mij zitten rond de kachel. Ja, lekker soep daar heb ik ook zin in, was haar eerste openingszin, welke ik direct beantwoordde met de aansluiter: “ Ja dat is een keuze die je helemaal opwarmt en al die koude uit je lichaam doet verdwijnen”. Ze keek me observerend aan en zei :” Je probeert me toch niet met die soep te versieren?” Het leven is spannend genoeg, maar meestal nooit spannender dan in je eigen fantasie. Het spookte razendsnel in mijn hoofd, flarden van zinnen en vloeiend in elkaar overlopende situaties drongen zich op. Ik keek haar aan en zei met een ietwat vileine stem: nee het spijt me, maar deze stoel is bezet, mijn vriendin is even naar het toilet. Ik geloof je niet zei ze, ik zag je net op het strand wandelen en als een malloot ronddraaien in de harde wind. Ik zag je hier naar binnen gaan en van een andere vriendin is volgens mij geen sprake. Ik keek recht in haar ogen en ontwaarde een begin van een lach, welke zich ook over mijn gelaat voortplantte.
Doe je jas uit dan ga ik een bakje water voor je hond halen. Het klikte meteen, ook met die hond die Casper bleek te heten. We bezaten enkele gezamenlijke kennissen rond Den Haag. Wat haar naam was hoorde ik pas enkele dagen later toen ik het 06-nummer intoetste dat ze op onze samengevoegde rekening had geschreven. Na enkele uren praten met soep, appeltaart en enkele glazen wijn liep ik omarmd naar buiten met een potentieel nieuwe vriendin en een leuke hond. Wat een rijke ontmoeting na al die gure ellende.
J.J.v.Verre/1999.