zondag 12 juni 2011
Afscheid.
De muziek maakte mij emotioneel. Het crematiecentrum had zeker niet bezuinigd op de geluidsinstallatie. Ik ging zitten op de derde rij van voren. De eerste rij was voor de familie gereserveerd. Ik had heel mijn bewuste leven op die eerste rij willen zitten, maar nu was ik blij dat er een ruime afstand bestond. Ik staarde naar de kist, naar de bloemstukken en de grote, brandende kaarsen die aan weerszijden van de doodskist als lichtgevende wachters waren opgesteld. Mijn ogen werden enigszins vochtig,maar ik wilde per se niet gaan huilen. Waarom zou ik huilen bij de afscheidsdienst van mijn vader die ik nooit had ontmoet en ook geen vader voor mij was geweest. De reden dat ik was gekomen was niet om afscheid te nemen van de man die mij had verwekt, maar om te zien hoe mijn broers en zusters er uitzagen. Ik dacht terug aan het gesprek met mijn overleden moeder die mij kort voor haar sterven over mijn natuurlijke vader had verteld. Ik voelde de eenzaamheid in me opkomen welke mijn lieve mamma al die jaren had gedragen. Het gevoel om verstoten te zijn, weggejaagd en liefdeloos behandeld door de vader van je enige zoon. Mijn moeder had zich uit de naad gewerkt om mij een goede opleiding te geven. Helaas had ze mijn recente promotie tot adjunct-directeur niet meer mogen meemaken.
De familieleden kwamen binnen en namen op de eerste rij plaats. Opnieuw hele ontroerende muziek en weer de strijd tegen de niet welkome tranen. De eerste spreker was een broer van de overledene, dus eigenlijk een oom van mij. Hij vertelde over het ouderlijk gezin, mijn opa en oma en over andere tantes welke voor mij allen onbekend waren. De levensloop van mijn overleden vader werd geschetst en bijzondere hoogtepunten uit zijn leven werden gememoreerd. Het trouwen met die andere vrouw en de geboorte van mijn broer en twee zusjes. Een tweede spreker was een goede vriend en de derde spreker was een oud collega van zijn kantoor. Toen werd zijn oudste zoon als spreker aangekondigd en een lange, blonde man, enkele jaren jonger dan ik betrad het spreekgestoelte. Hij nam eerst een slok water en vertelde over zijn fantastische vader die ook zijn beste vriend was geweest. Na deze afscheidsspeech van mijn jongere broer, die in gebaren op mij leek, kwam er weer muziek uit de speakers. Toen het cello nummer van Bach bijna was afgelopen stond ik op en liep met een foto in mijn hand naar de kist toe. Ik plaatste de foto van mijn moeder midden op de kist gesteund door een bloemstuk. Ik hoorde geroezemoes in de volle zaal. Ik draaide me om en keek de treurende zaal in. Mijn broer die net had gesproken kwam op mij af en vroeg: Waarom doet u dat? Ik antwoordde hem luid: Ik ben zijn oudste zoon en mijn moeder heeft nooit afscheid kunnen nemen. Daarna liep ik snel de zaal uit, terwijl de muziek weer begon te spelen. Het condoleren achterwege latend . Helaas kon ik mijn familieleden nu niet meer ontmoeten, zoals tevoren was beraamd en ook de koffie met een plakje cake moest ik mij nu ontzeggen . Misschien zullen ze met mij contact opnemen. Ik had mijn naam en adres met telefoonnummer in het condoleanceregister vermeld.
Dit afscheid was meer dan afscheid nemen alleen, het was het einde van een verkeerd begin. Misschien het begin van een weg naar een vernieuwd, rijker leven. Maar misschien ook iets waar niemand op zat te wachten. Maar het verdriet over het verlies van mijn moeder was te groot om dit alleen te dragen. Afscheid doet pijn, zoals het hele leven pijn kan doen als het anders verloopt dan je zou willen. Nu komt er verlichting van die pijn met al die grimmige gedachten in mijn hoofd, na het wegrijden uit het crematorium. Afscheid is een beetje sterven, maar misschien ook een beetje opnieuw geboren worden in een veranderd leven.
J.J.v.Verre.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten