woensdag 24 september 2025

De fysieke aard van informatie.

                                                     De stille revolutie

Dr. Melvin Vopson met de idee dat informatie de bouwsteen van het universum is.

De ideeën van de voormalige Roemeense wetenschapper Marian Vopsaroiu, later tot Engelsman genaturaliseerd met naamsverandering Melvin Vopson, zijn uiterst spectaculair, maar zeker niet geaccepteerd door de mainstream wetenschap. De fysicus en computergeleerde is hoogleraar aan de School of Mathematics & Physics aan de University of Portmouth. Zijn werk is vooral gericht op een zeer speculatieve en grensverleggende hypothese die de fundamenten van de fysica, informatietheorie en kosmologie raakt.

Stel je eens voor dat elk gesproken woord, elke gedachte die je ooit hebt gehad en elke digitale foto op je iPhone niet alleen abstracte concepten zijn, maar een echte, meetbare massa zouden hebben. Dat de totale som van alle informatie in het universum, van het DNA in een virus tot alle gegevens in de cloud, een fysiek gewicht met zich mee zou dragen. Dat is de revolutionaire en prikkelende wereld van Dr. Melvin Vopson. Vopsons werk is een poging om een van de grootste onopgeloste vragen van de wetenschap aan te pakken, namelijk wat is de ware aard van de werkelijkheid? De fysica heeft ons geleerd dat alles is opgebouwd uit deeltjes en krachten. Maar Vopson stelt een derde, even fundamentele pijler voor, de informatie. Een nieuwe drie-eenheid, voorbij E=mc². Want ons moderne begrip van het universum rust op de schouders van Einstein en zijn beroemde vergelijking. E=mc² onthulde de diepe, onderlinge verbondenheid van massa en energie. Vopson doet een gedurfde voorstel door deze eenheid uit te breiden met informatie. Hij introduceert hierbij het massa-energie-informatie equivalentieprincipe. In essentie zegt hij dat de vergelijking er dan uitziet als: massa=energie=informatie. Concreet stelt hij dat een enkel bit informatie, de kleinste eenheid van data, een 0 of een 1, een oneindig kleine, maar niettemin reële massa bezit. Net zoals een deeltje massa en lading heeft, zou het een fundamentele eigenschap van “informatie-inhoud “ moeten bezitten. De toestand van een elektron (spin omhoog of omlaag) is niet zomaar een beschrijving, maar het is een bit fysieke informatie.

Om zijn hypothese te bekrachtigen, grijpt Vopson terug op het baanbrekende werk van de fysicus Rolf Landauer. Landauer bewees in 1961 dat informatie fysiek is. Hij toonde aan dat het wissen van één bit informatie een minimale hoeveelheid warmte produceert. Dit is geen technologische beperking, maar een fundamentele wet van de thermodynamica, die zegt: je kunt informatie niet uitwissen zonder een spoor na te laten in de vorm van energie. Vopson redeneert verder, dat als het wissen van informatie energie kost (E) en energie equivalent is aan massa (E=mc²), dan moet de informatie die werd gewist zelf een corresponderende massa (m) hebben gehad. Het is een elegante, maar wel een speculatieve keten van logica.

Elke serieuze wetenschappelijke hypothese moet toetsbaar zijn. Vopson heeft zelf een experimenteel pad geopperd om zijn theorie te kunnen bewijzen. Dat plan is zowel geniaal als uitdagend. Neem een bekend stuk materie, zoals een ultradun laagje silicium met een precies bekend aantal atomen en elektronen. Bestraal het met specifieke fotonen (lichtdeeltjes) om de toestanden van de elektronen te veranderen. Dit is in wezen het geforceerd wissen van de informatie die ze bevatten. Meet dan met uiterst gevoelige meetapparatuur of er dan een minuscule verandering in de massa van het materiaal optreedt. Die verandering zou dan overeenkomen met de gewiste informatie. Echter het detecteren van zo’n massaverandering is tot op heden technisch nog niet mogelijk. Want de voorspelde verschuiving is kleiner dan de massa van één enkel elektron. Maar indien dit wel zou lukken, zou het een wetenschappelijke revolutie ontketenen.

Als Vopsons hypothese juist zou blijken te zijn, heeft dat verstrekkende gevolgen voor ons begrip van de kosmos. Je zou dan het universum als één reusachtige computer kunnen zien. Als alle materie informatie draagt, is het universum niet alleen een verzameling sterren en planeten, maar een immens informatienetwerk dat constante berekeningen uitvoert. De wetten van de fysica zouden dan de “software “ zijn die op deze kosmische hardware draait. Vopson speculeert nog verder en maakt een parallel met de ongrijpbare donkere materie, die ongeveer 27% van het universum uitmaakt, maar nog nooit direct is waargenomen. Die donkere materie zou dan wel eens de cumulatieve massa kunnen zijn van alle bits aan informatie die de zichtbare materie vergezellen. Verder suggereert hij ook dat de exponentiële groei van digitale informatie op aarde op een dag een kritiek punt zou kunnen bereiken, een soort van informatie singulariteit.

Het is cruciaal om de ideeën van Vopson in de juiste context te plaatsen. Zijn werk wordt door de grote meerderheid van wetenschappers als uiterst speculatief beschouwd. De experimentele hindernissen zijn enorm en veel fysici zijn van mening dat informatie een emergente eigenschap is, iets dat voortvloeit uit de onderliggende fysica, in plaats van een elementaire kracht op zich.

De waarde van Vopsons werk is mijns inziens niet noodzakelijkerwijs de directe juistheid, maar de vragen die het oproept. Hij daagt ons uit om na te denken over de diepste aard van de werkelijkheid. Net zoals Einsteins gedachte-experimenten over licht en zwaartekracht uiteindelijk tot de algemene relativiteit leidden, kunnen Vopsons speculaties over informatie een nieuw venster openen waar we nog niet van wisten dat het bestond.

Vanuit de spirituele filosofie zou het werk van Vopson kunnen worden omschreven als een veel belovende, zij het onvolledige brug tussen de materiële en de metafysische wereld. Het biedt een wetenschappelijke metafoor voor ideeën welke spirituele tradities al millennia verkondigen. Zoals de onderlinge verbondenheid der dingen. De idee dat de kosmos doordrenkt is van een vorm van intelligente orde (Logos, Dharma). Het gegeven dat de waarneembare wereld slechts een manifestatie is van een dieper, niet zichtbaar principe (Brahman, het Mentale Veld, Informatie). De spirituele filosofie ziet Vopsons hypothese niet als het einde van een zoektocht, maar als een krachtige aanmoediging dat de wetenschap langzaam de taal begint te spreken die deze filosofie altijd al heeft gesproken, namelijk een taal van een levend, betekenisvol en bewust universum.


J.J.v.Verre.



zaterdag 20 september 2025

De analyse van de lach.

 

                       De gulle lach op schilderij van Frans Hals

Zoals de zon haar licht onvoorwaardelijk aan de aarde schenkt, zo ontsprong de gulle lach op het gelaat van deze vrouw, via de oude meester, uit een bron van diepe, onpeilbare vreugde en waste zij over een ieder heen, die er deelgenoot van mocht worden.

Lachen is een fascinerende mixture van emotie, communicatie en de dans van cellen en zintuigen. Het wordt vaak gezien als een uiting van blijdschap, maar het is veel meer dan dat. Lachen behoort tot de primaire emoties, samen met vrolijkheid, angst, woede, verdriet en afkeer. Het is bijna altijd een positieve emotie, die ons welzijn versterkt en stress kan verminderen. Maar lachen kan ook een masker zijn, waarbij mensen kunnen lachen uit ongemak, of om hun boosheid en verdriet te verbergen. Lachen is ook een sociale emotie, we lachen wel dertig keer vaker in gezelschap dan alleen. Het helpt daarbij om verbinding te maken, vertrouwen te kweken en een groepsgevoel op te bouwen of te versterken. Denk hierbij aan beleefdheidslachjes, flirten of lachen om iemand op zijn gemak te laten voelen. Biologisch gezien is lachen ook belangrijk, omdat tijdens het lachen gelukshormonen vrijkomen, zoals dopamine, serotonine en endorfines. Lachen verlaagt de cortisol spiegel, ontspant de spieren en verhoogt de bloedcirculatie. Soms wordt lachen wel een mini-workout genoemd. Met andere woorden, lachen is niet zomaar een reactie op iets grappigs. Het is een krachtige, veelzijdige emotie die ons fysiek, mentaal en sociaal beïnvloedt. Lachen is aanstekelijk omdat onze hersenen zijn gebouwd om sociaal gedrag te spiegelen. Het is een voorbeeld van wat behavioral contagion wordt genoemd, vertaald als gedragsbesmetting. Spiegelneuronen in onze hersenen zorgen ervoor dat we automatisch gedrag van anderen imiteren. Als iemand lacht, worden dezelfde hersengebieden bij jou geactiveerd, alsof jij zelf lacht. Endogene opioïden, zoals endorfines en enkefalines (gelukshormonen) komen vrij bij sociaal lachen. Dat maakt het niet alleen prettig, maar zelfs wat verslavend. De sociale binding van lachen is een evolutionair voordeel, want lachen versterkt het groepsgevoel en geeft vertrouwen. Baby’s leren lachen door imitatie. Ze lachen niet automatisch meteen terug, maar als ouders lachen, leren ze dat lachen iets is wat je samen doet. Sommige mensen zijn gevoeliger voor aanstekelijk lachen dan anderen, afhankelijk van hoeveel opioïde receptoren ze hebben in bepaalde hersengebieden. Mensen met bepaalde vormen van emotionele ongevoeligheid of antisociaal gedrag reageren minder op aanstekelijk lachen. Het blijft een universeel fenomeen dat zelfs in de meest saaie vergadering, één lachsalvo de hele groep kan meeslepen. Sommige mensen lachen veel meer dan anderen door een combinatie van persoonlijkheid, opvoeding, sociale context en zelfs biologische factoren. Het is dus niet altijd een kwestie van grappig zijn, maar eerder hoe iemand omgaat met emoties en interacties. Extraverte mensen lachen vaker en makkelijker dan introverte mensen. Ze zoeken meer sociale interactie en reageren spontaner op humor. Mensen met een hogere gevoeligheid voor gelukshormonen zoals endorfine, ervaren meer plezier bij lachen en doen het daarom vaker. Ook mensen die ontspannen zijn of een positieve levenshouding hebben, lachen sneller. Chronische stress en depressiviteit kunnen lachen juist onderdrukken. In gezinnen waar veel gelachen wordt, leren kinderen dat lachen een normale en positieve uiting is. Ze nemen dat gedrag mee in hun volwassen leven. In sommige culturen is openlijk lachen een teken van beleefdheid of verbondenheid, terwijl het in andere juist als ongepast wordt gezien. Mensen lachen ook gemakkelijker in gezelschap van anderen die ze goed kennen of leuk vinden. Lachen kan ook een sociale functie hebben. Mensen met een hogere status zouden minder vaak lachen, terwijl mensen met een lagere status dit vaker zouden doen om de ander te plezieren. Vrouwen lachen gemiddeld vaker dan mannen, vooral in sociale situaties. Mannen maken vaker grappen en vrouwen schijnen er vaker om te lachen. Dus als je iemand uit je omgeving kent die altijd in een deuk ligt, dan is dat waarschijnlijk een mix van zijn karakter, omgeving en hoe zijn hersenen van neuronen is voorzien.

Lachen kun je zeker trainen, want het is ook gezond. De volgende tips kun je uitproberen om vaker te gaan lachen in je dagelijks leven. Glimlach naar jezelf in de spiegel ‘s ochtend na het opstaan, ook als je je verre van vrolijk voelt. Je hersenen kunnen reageren op die spierbeweging alsof er echt iets grappigs aan de hand is. Zet vrolijke muziek op. Kijk vaker naar grappige films of series. Zelfs een paar minuten lachen per dag kan je stemming volledig veranderen. Volg humoristische accounts op sociale media of lees een komisch verhaal. Ga om met mensen die een positieve kijk op het leven hebben. Lachen is besmettelijk, stuur je kennissen grappige teksten of video’s. Humor delen versterkt jullie band en ook je lachspieren. Stress blokkeert je gevoel voor humor. Probeer ademhalingsoefeningen of meditatie om je hoofd vrij te maken voor leuke dingen. Lachyoga is ook een toegankelijke methode om de voordelen van lachen te kunnen plukken. Het is een combinatie van spel, ademhaling en kinderlijke speelsheid die leidt tot echt, heilzaam lachen en een betere gezondheid en gemoedstoestand. Het motto van lachyoga is dan ook: “Fake it until you make it “, vertaald, doe alsof het echt wordt. Het schijnt echt goed te werken, want zelfs geforceerd lachen kan je brein foppen en endorfines vrijmaken. Oefen je lach, lach hardop om niets of probeer een nep lach die vanzelf echt wordt.

Filosofisch gezien toont de lach de complexiteit van de menselijke conditie. We zijn wezens die betekenis zoeken in een wereld die vaak onredelijk is en de lach is een van onze meest unieke en krachtige tools om daarmee om te gaan. Glimlach vaker naar een onbekende voorbijganger, maar ook tijdens het lezen, koken of andere triviale bezigheid. Een gulle lach is een zonnestraal voor de ziel en het beste cadeau dat je iemand kunt geven, zonder er iets voor te hoeven kopen.

J.J.v.Verre.