zondag 31 augustus 2025

De Blues liefhebber.

 

                         B.B.King, de blues gitarist en singer-songwriter.


De koffie loopt door het cupje van het Nespresso apparaat en maakt zijn karakteristieke geluid. Een auto rijdt langs op de doorgaans stille weg van de zondagochtend. Want hier in Harskamp heerst de zondagstilte, een gunstige bijkomstigheid van het wonen op de biblebelt. Vanmorgen geen lawaai van tractoren of andere landbouwmachines. Ik pak mijn beker koffie van het plateau en neem een eerste slok, verfoeiend heet, waarschijnlijk de melk te lang in de magnetron opgewarmd. De damp die uit de beker opstijgt vermengt zich met het stof dat danste in strepen zonlicht door het keukenraam. Nu het Nespresso geluid is gestopt maakt de stilte me onrustig. Ik zet de radio aan, vaak een werktuigelijke handeling als ik alleen ben. Eerst reclame, gevolgd door het nieuws en toen……..een stilte. Een bijna hoorbare click van een afstandelijke diskjockey ergens in een vergeten studio, gevolgd door het krassen van een naald op vinyl. En toen begon het. Het was een gitaar. Eentje maar. Eerst aarzelend, bijna verlegen, een paar noten die zich een weg baanden door de ochtendnevel in mijn hoofd. Een diepe, lome E, die zo lang werd aangehouden dat je de spanning bijna kon voelen. Toen een slide, traag en weemoedig, omhoog naar een noot die huilde zonder een traan te vergieten. Mijn hand die de koffiebeker naar mijn lippen wilde brengen, bleef halverwege stilstaan. Op slot en mijn ademhaling vertraagde. Dit was geen achtergrond muziek meer, dit was een intro. De kracht van een nog woordeloos verhaal dat verteld wilde worden, nog voor er ook maar één woord was gezongen. Het was de thrill van de blues. De echte, rauwe, onversneden blues. Het soort dat rook naar het natte asfalt na een zomerse onweersbui, naar een verschraald biertje vermengd met sigarettenrook en een vleugje van goedkope whiskey in de eenzaamheid van een overvol café. De gitaar vertelde over lange treinen die nooit stopten, over verloren liefdes welke weg waren gegleden als droog zand tussen je vingers. Over armoede, eenzaamheid, drank en lange wegen zonder einde. Toen gebeurde er iets achter in mijn keel. Het was een fysieke reactie op een oer gevoel dat als een trilling opsteeg vanaf de lumbale zone van mijn wervelkolom en een warm gevoel in mijn borst verspreidde en spontaan mijn stembanden liet trillen. Ik liet mijn koffiebeker los en zette die op tafel. De gitaar zweeg even, nam een adempauze, bouwde de spanning op voor de eerste regel, voordat de stem door de luidspreker het verhaal over zou nemen. Maar die kans kreeg hij niet. Want vanuit mijn diepste wezen, voorbij alle grenzen van mijn beschaafde zelf, los van alle tevoren nog aanwezige eigenwaarden of fatsoensnormen, steeg er een ruw misschien wel krijsend geluid op. Beslist geen gezang, meer een kreun. Een laag resonerend “Oooooooohhh yeah…….feel that thrill, dat rechtstreeks uit mijn ziel was ontsnapt. En het klonk volkomen synchroon met de treurige klanken uit de radio. Ik kon niet anders, ik moest zingen en bewegen. Het leek alsof de muziek een touw was dat om mijn middenrif was gebonden en er steeds harder aan trok. Mijn stem voegde zich bij die van de gitaar en werd er één mee. Ik zong woorden welke tevoren nog niet bestonden, maar die moesten vrijgelaten worden. Ik zong de pijn van de slide, de hoop van de akkoordwisseling en het verlangen in de melodie. Mijn ogen waren gesloten en ik was volkomen één met de blues die mijn hele lichaam had overgenomen. Ik zag geen keuken meer, geen koffiebeker en zeker geen stofdeeltjes in het zonlicht. Ik zag alleen een podium in een dampend café en rook de geur van bier en sigaretten. Alle hoofden in het zaaltje knikten in hetzelfde ritme en voelden ook die thrill van de blues. Mijn handen waren nu leeg en grepen naar de denkbeeldige microfoon. Mijn voeten tikten de maat op de stenen vloer. Stomp- stomp-tik. Stomp- stomp- tik. De voor mij anonieme muzikant op de radio zette nu ook zijn eerste zin in, een raspende, doorrookte stem, die zong over een vrouw die was vertrokken. En ik viel zonder een seconde na te denken naadloos in. Mijn stem vertolkte een echo, een antwoord en een tweede laag van leed en begrip. Ik kende deze vrouw, ik voelde de pijn van het verlaten worden. Misschien had ik haar wel nooit ontmoet, maar door de blues ben je allemaal met elkaar verenigd. Ik zong voor de magnetron en de ijskast, voor de verbaasde vogels buiten en voor iedereen die mij wilde horen. Ik zong voor de leegte in de keuken en vulde die met een geluid dat al in 1860 vanuit de zuidelijke staten van de USA was ontstaan. Ik zong en was de blues, ik voelde me één met de melancholische toon voortkomend uit het zelfgemaakte instrument van de vrije zwarte man nadat de slavernij was afgeschaft. Ik was daar en voelde het verleden, de pijn en de onrechtvaardigheid.

Toen het nummer zijn laatste, lang uitgestorven noot bereikte en uitstierf in de ether, bleef ik een moment stilstaan, hijgend en nog opgewonden alsof ik net een winnende sprint had getrokken. De stilte die volgde was nu anders, beslist niet leeg maar gevuld met de nagalm van wat net was gebeurd. Ik heropende mijn ogen en zag dat de zon nog steeds scheen en dat mijn keuken geen rokerig café was. De koffie was koud geworden en spoelde die door de gootsteen. Heel raar, want normaal zou ik de koudere koffie gewoon opgedronken hebben. Misschien had de thrill van de blues mijn intenties getransformeerd, hoewel ik niet zeker weet wat een blueszanger met koude koffie doet. Ik luisterde of de radio nog misschien een tweede blues nummer zou laten horen. Want ik was er nog helemaal klaar voor. Maar dat gebeurde niet. Ik stopte een nieuw cupje met intensiteit 12 in de Nespresso machine en was van plan om mijn koffie “zwart“ te drinken.


J.J.v.Verre.


vrijdag 22 augustus 2025

De aarde zonder het element zuurstof.

 

Zonder zuurstof zou de aarde slecht een dode steen zijn, een zwijgend lichaam dat door de leegte dwaalt.


De stille Apocalyps, een aarde zonder zuurstof. Geen atoombom noch vuur, maar de lucht zelf die de grote vernietiger van het aardse leven wordt. Een aarde zonder zuurstof is niet slechts een stervende planeet, maar is een realiteit waar het fundament van leven zelf is weggeslagen. Een gruwelijke stilte is aangebroken, waarin geen kreet, geen zucht en geen muziek meer klinkt. Het zou een massavernietiging zijn van een radicale en volstrekt overheersende aard, die elke vezel van de biosfeer ongedaan zou maken en een onherkenbare, dode rots in de ruimte zou achterlaten. De catastrofe zou onmiddellijk en alomvattend zijn. Binnen enkele seconden zou elk landdier, elke vogel en elk mens verrast worden door een onzichtbare kracht, het bewustzijn verliezen en in stilte instorten. In de oceanen zouden vissen wanhopig zoeken naar een element dat niet langer meer bestaat, hun laatste luchtbellen uitblazen voordat ze levenloos naar de abyssale zone zinken. De gillende wind zou ophouden te bestaan, niet omdat hij gaat liggen, maar omdat de atmosfeer, beroofd van een kwart van haar massa, ineenstort tot een ijle, onleefbare damp. De hemel, niet langer verstrooid door zuurstofmoleculen, zou veranderen van zijn vertrouwde azuurblauwe kleur in een diep duizelingwekkend zwart, een eeuwige nacht waarin alleen de felste sterren door de donkere mantel heen zouden kunnen priemen.

De stilte zou echter niet absoluut zijn, want de ontbinding zou beginnen met een reeks monumentale, wereldwijde explosies. De ozonlaag, gemaakt van zuurstof (O³), zou verdampen, waardoor het levenloze oppervlak wordt gebombardeerd met dodelijke, ongefilterde ultraviolette straling van de zon. Tegelijkertijd zou de afwezigheid van zuurstof de chemische samenstelling van de aardkorst zelf aantasten. Roest, een oxide, zou onmiddellijk beginnen af te brokkelen tot stof, waardoor bruggen, auto’s, huizen en wolkenkrabbers in een oogwenk instorten. Het aardoppervlak zelf, voor een groot deel bestaand uit silicaten, een chemische verbinding van silicium en zuurstof, zou bezwijken onder haar eigen gewicht en verbrokkelen, wat een planeet omvattende, donderende ineenstorting van continentale plateaus zou veroorzaken. Op de langere termijn, of wat daarvan overblijft, zou de aarde transformeren in een wereld die lijkt op de helse planeet Venus, maar dan veel kouder.

Zonder zuurstof om verbranding in stand te houden, zou vuur ophouden te bestaan. Zonder ademhaling of ontbinding zou de koolstofcyclus stoppen. Het enige “leven “ dat zou kunnen overleven, zijn anaerobe bacteriën die diep in de aardkorst begraven liggen, de enige overlevenden van een beschaving die ooit ademde, dacht en droomde. Zij zouden getuigen zijn van een wereld teruggebracht tot haar anorganische essentie, namelijk een koude, stille en donkere steen die voor altijd door het heelal zweeft, als een grafsteen. Op die kolossale, donkere grafsteen, zwevend in de eeuwige stilte, zou geen enkele inscriptie in een menselijke taal staan. In plaats daarvan zou de geschiedenis van de planeet zelf zijn entiteit kunnen openbaren, gebeiteld in een kosmisch reliëf: “Zij ademde, tot zij het niet meer deed.” De lagen versteend hout, de uitgestrekte beddingen van niet geoxideerd ijzer en kristallijnen resten van wat ooit oceanen waren, zouden samen een universeel en onleesbaar grafschrift vormen van vergane complexiteit, een monument voor de vergankelijke noodzaak van een enkel molecuul.

Anaeroob leven zou niet alleen kunnen overleven, het zou de onbetwiste heerser en waarschijnlijke opvolger van deze nieuwe wereld worden. De plotselinge verdwijning van zuurstof zou een wereldwijde extinctie veroorzaken voor alle aerobe levensvormen, maar het zou voor anaerobe organismen de ultieme bevrijding kunnen betekenen. Zonder zuurstof, dat voor hen een dodelijk gif is, zouden ze zich ongeremd kunnen verspreiden en elk niche op de planeet kunnen koloniseren. Van de voormalige oceanen en rottende resten van de biosfeer tot diep in de rotswanden, zonder enige competitie of angst om door andere entiteiten te worden gedood. Deze organismen, die nu vaak worden verdrongen naar extreme milieus, zoals diepe zeetroggen, warmwaterbronnen of ondergrondse sedimenten, zouden een explosieve verandering ondergaan, waarbij ze zich evolutionair aanpassen om de nieuwe, bizarre bronnen van energie en koolstof te benutten die de dode, zuurstofloze wereld biedt.

Of ze zich echter opnieuw zouden kunnen ontwikkelen tot complexe, meercellige levensvormen zoals wij die nu kennen, is zeer de vraag. Het is een complexe vraag omdat de evolutionaire sprong naar complexiteit bij dieren grotendeels werd geëntameerd door de efficiënte energieopbrengst van aerobe ademhaling. Anaerobe processen zijn over het algemeen veel minder efficiënt. Zonder die energetische bonus zou de selectiedruk voor grotere grootte, bewegingssnelheid of complexe orgaansystemen enorm afnemen. De planeet zou waarschijnlijk voor altijd een microbieel paradijs blijven, gedomineerd door zwavel reduceerders, methanogenen en fermenterende deugnieten, een wereld van chemische elegantie maar zonder herkenbare bewoners, waar de hoogste vorm van “beweging “ de langzame verspreiding van een mat van bacteriën zou zijn. Deze legers van microben zouden een beschaving van ongekende stilte en traagheid zijn. Hun leger zou geen verovering zijn van beweging of conflict, maar een van onstuitbare, passieve kolonisatie. Zonder die energetische efficiëntie van zuurstof zou hun metabolisme traag zijn, hun evolutie een proces van duizenden jaren in plaats van jaren. Het zou een wereld betekenen zonder jagers of prooi, alleen een onpeilbare, zich langzaam uitbreidende laag van leven dat de dode resten van onze biosfeer omzet in nieuwe, bizarre vormen, gekenschetst als een eeuwige microbiële winter die het hele lichaam van onze planeet zou bedekken. Als er dan toch een gedenksteen moest komen, dan zou men daar op kunnen lezen: “Zij die van zuurstof hielden, rusten nu in duistere vrede.”


J.J.v.Verre.


vrijdag 15 augustus 2025

Namibië

 

De uitgestrekte, roodgouden duinen van de Namib-woestijn golven als verstilde tijd onder een onmetelijke hemel, terwijl het ruige landschap van Damaraland met zijn eenzame bergen en prehistorische rotstekeningen een rauwe, ongerepte schoonheid ademt. In de stilte van de vlaktes en het spel van licht en schaduw over de eindeloze horizon, openbaart Namibië zich als een melancholieke grootsheid die zowel overweldigt als tot bezinning oproept.


 Namibië, gelegen in het zuidwesten van Afrika, is een land dat zowel door zijn adembenemende landschappen als door zijn complexe geschiedenis de aandacht trekt. Het is een dun bevolkt land met 2,7 miljoen inwoners en 20 keer zo groot als Nederland. Het is een land van tegenstellingen: uitgestrekte woestijnen tegenover levendige steden, eeuwenoude tradities naast moderne ontwikkelingen. Deze unieke combinatie maakt Namibië tot een fascinerend onderwerp van beschouwing. Eén van de meest opvallende kenmerken van Namibië is de natuurlijke schoonheid. De Namib-woestijn, één van de oudste ter wereld, strekt zich uit langs de Atlantische kust en biedt een surrealistisch landschap van rode zandduinen en een eindeloze leegte. Het Etosha National Park vormt een scherp contrast met zijn overvloed aan wilde dieren en de feeërieke savanne landschappen. Deze diversiteit aan ecosystemen maakt het land tot een paradijs voor natuurliefhebbers en ecotoeristen. Damaraland is een ruig, bergachtig gebied in het noordwesten van Namibië, vernoemd naar de Damara bevolking. Het staat bekend om zijn indrukwekkende landschappen, unieke flora en fauna en de historische rotstekeningen.

Toch kent Namibië ook grote uitdagingen. Zoals de koloniale geschiedenis, eerst onder Duitse heerschappij, later onder Zuid-Afrikaans bestuur, heeft diepe sporen nagelaten. Hoewel het land sinds 1990 onafhankelijk is, zijn economische ongelijkheid en landverdeling nog steeds prangende kwesties. Een groot deel van de rijkdom en grond is in handen van een kleine elite, terwijl de meerderheid van de bevolking leeft met zeer beperkte middelen. Economisch gezien is Namibië afhankelijk van mijnbouw, landbouw en toerisme. De diamant- en uraniummijnen genereren belangrijke inkomsten, maar maken het land ook kwetsbaar voor schommelingen op de wereldmarkt. Namibië’s mijnbouwsector wordt grotendeels beheer door buitenlandse bedrijven die actief zijn in de winning van diamanten, uranium, olie en gas. Het beroemde diamantbedrijf De Beers, onderdeel van het Britse Anglo American, is al tientallen jaren actief in dit land. Via het joint venture Namdeb, dat voor 50% eigendom is van de Namibische overheid, exploiteert De Beers zowel land- als zeemijnen. Het Britse mijnbouwconcern Rio Tinto beheerde lange tijd de Rössing uraniummijn, gelegen in de Namid-woestijn, een van de grootste open uraniummijnen ter wereld. In 2020 verkocht Rio Tinto zijn meerderheidsbelang aan het Chinese China National Uranium Corporation (CNUC). Een tweede grote actieve uraniummijn is de Husab-mijn, gelegen in de Erongo-regio, ongeveer 60 kilometer ten oosten van de kustplaats Swakopmund. Deze mijn wordt geëxploiteerd door Swakop Uranium, een join venture tussen de Chinese China General Nuclear Power Corporation (CGN) en het Namibische staatsbedrijf Epangelo Mining. Verder zijn er nog vier andere uraniummijnen in de opstart fase, waarvan er één weer tijdelijk is stil gelegd i.v.m. de lage prijzen op de wereldmarkt. Er bestaan dus veel Chinese belangen in de uranium winning. De olie- en gasexploratie wordt door Shell ondernomen, samen met QatarEnergy en het Namibishe staatsbedrijf NAMCOR, in een aandelen verhouding van 45-45-10 %. Shell heeft significante olie en gasvondsten gedaan in het offshore gebied Orange Basin, in de Atlantische Oceaan, ter hoogte van de monding van de Oranjerivier, nabij de grens met Zuid-Afrika. Ook andere bedrijven zoals Chevron, Galp, TotalEnergies en Azule Energy zijn tevens actief in het Orange Basin gebied. Een Canadees bedrijf ReconAfrica bezit 90% van de exploitatierechten in het Kavangobekken, een gebied dat ecologisch gevoelig is vanwege de nabijheid van Okavango-delta, een UNESCO-werelderfgoed locatie. Deze buitenlandse investeringen brengen aanzienlijke economische kansen met zich mee voor Namibië, zoals werkgelegenheid en infrastructuur ontwikkeling. Tegelijkertijd roepen ze vragen op over milieubescherming, eerlijke verdeling van inkomsten en de invloed van buitenlandse bedrijven op de binnenlandse besluitvorming.

Op sociaal vlak is Namibië een relatief stabiele democratie in een regio die vaak wordt gekenmerkt door politieke spanningen. De regering investeert in onderwijs en gezondheidszorg, al blijven deze diensten in afgelegen landelijke gebieden vaak ondermaats. De bevolkingsgroei en verstedelijking zetten bovendien druk op die infrastructuur en werkgelegenheid.

Tot slot is er de culturele rijkdom van Namibië. Meer dan tien etnische groepen leven naast elkaar, elk met hun eigen taal, gebruiken en wereldbeeld. Deze culturele diversiteit is zowel een bron van trots als een uitdaging in termen van nationale eenheid. Er bestaat een voortdurende zoektocht naar balans tussen het behoud van culturele identiteit en het bevorderen van integratie binnen de bredere samenleving. Namibië is een land dat blijft intrigeren. Het is een plek waar natuur en cultuur, geschiedenis en toekomst, armoede en mogelijkheden samenkomen. Wie Namibië echt wil begrijpen, moet bereid zijn om deze contrasten te omarmen en voorbij het oppervlakkige beeld te kijken. Want in die speciale gelaagdheid schuilt juist de ware kracht van dit opmerkelijke land.


J.J.v.Verre.