Tafelbel gemaakt door J.D.Arnoldi in 1853
Jij prijkte op het damasten tafelkleed met versierde porseleinen borden en prachtig 18e-eeuws bestek. Samen met de stijlvolle kristallen water en wijnglazen. Stijf opgerolde witte servetten verpakt in een gepoetste glimmende servetring met inscriptie en aan een zijde uitgewaaierd op het onderliggende bord. De eeuwenoude zoutschaaltjes met de bijbehorende lepeltjes en het nieuwere olie- en azijnstel gaf de aangeklede tafel de uitstraling van rijkdom en voorspoed. Welke bijzondere gasten heb jij mogen ontmoeten. Welke heerlijke spijzen zijn op die vele borden terechtgekomen? En welke heerlijke wijnen zijn in die glazen geschonken en welke lippen hebben die mogen proeven? Jij was de gangmaker van het tafelfeest. De verschillende diner gangen werden door jou geïnitieerd, want door jou kwamen de bedienden met de vers gekookte spijzen binnen en werden de gebruikte borden weer weggedragen. Ook een speech van de gastheer werd door jouw geluid ingeleid.
Nog langere tijd hebben we op 1e kerstdagavond
de pracht op tafel mogen meemaken, maar helaas komt aan alle glorie een einde
en sta jij met jouw rijke verleden tussen de zilveren objecten in een houten kast
met glazen wanden. Ik kijk naar je en wacht totdat het verleden zich in mijn
fantasie openbaart. Ik zie mijn gestorven ouders en de strakke regie van mijn
vader tijdens zo’n speciale avond. Alles is even hier zonder tijd en ruimte. Ik
ben weer een kind en walg van de lucht van wild en spruitjes. Maar ik ben ook
de vader die wild en spruitjes heeft leren eten. Ik ben de tafelbel, ik ben
mijn verhaal en ik ben ook de toekomst van het verleden. De telefoon gaat en ik
zet mijn net gepoetste bel weer terug in de zilverkast. Hij woont hier bij al
die bejaarde stukken. De anderen in de kast fluisteren hun verhaal maar ik kan
hen niet verstaan. De ringtoon van de IPhone overstemd hun geluid, maar de
volgende keer ga ik opnieuw luisteren wat die eeuwen oude objecten te melden
hebben. Ik verbind mijn fantasie met de glimmende bewoners van mijn kast.
J.J.v.Verre.