woensdag 12 juni 2019

Cymsa.


                                          -Toverkracht uit de Limburgse velden-


Wat is Cymsa en wat is het zeker niet? Wat het eigenlijk is, weet ik nog niet. En wat het zeker niet is ook niet. Te weinig weet ik omtrent Cymsa, maar ik kan u toch iets melden, wat heel interessant kan zijn. Toen u het woord Cymsa hoorde, waar dacht u toen aan? Aan Simsalabim, aan Patricia Simsa, de kunstenares, een acroniem voor de een of andere organisatie of had u een eigen associatie met Cymsa? Een soort van eigen Cymsa, verborgen in de duistere spelonken van uw brein? Mijn associatie met Cymsa heeft al een wat langere levensduur. Het begon tijdens mijn verblijf in het heuvellandschap van Limburg, nu bijna twee jaar geleden. Ik was daar een tijdens een familieweekend en maakte een wandeling met mijn kinderen langs een beekje, dat ook van de droogte had te lijden. Mijn jongste zoon probeerde met stenen het nog resterende, stromende water in te dammen en riep triomfantelijk dat hij iets had gevonden. Of ik even kon komen kijken .Ik liep naar hem toe en zag een grote witte steen, welke hij met twee handen vasthield. Mooie steen Jaap, liet ik hem met vaderlijke stem horen. Hier pap, er staat iets in geschreven. Ik pakte mijn leesbril uit de zak van mijn jack en bestudeerde de gevonden steen. Het was een zware, gepolijste steen en in het midden waren ietwat ruwe hoofdletters in gebeiteld. C Y M S A. De M en de S waren nog nauwelijks leesbaar, maar toch was het duidelijk wat er stond. De steen werd als een belangrijke trofee meegenomen naar ons hotel en kreeg een ere plaats op de vensterbank in de hotelkamer van mijn zoon.

Toen we ’s avonds aan de bar een biertje dronken, vroeg ik de hoteleigenaar of hij de naam Cymsa kende. Hij begon te lachen, maar werd even later ernstiger en vertelde het volgende verhaal:
In de Middeleeuwen woonde hier op het landgoed, waar nu het hotel staat, een roofridder die Reinoud van Valkenburg heette, zijn kasteel van Valkenburg werd later in de Middeleeuwen verwoest. De legende vertelt het verhaal van zijn trouwe schimmel, Cymsa, die licht gaf, als hij galoppeerde in de duisternis en op de mistige heuvels rond het kasteel. Toen de roofridder allang was overleden, zagen de pachtende boeren deze schimmel nog vaak opduiken en dat maakte hen spookachtig bang. Sommigen zeiden, dat als Cymsa verscheen, er meestal onheil plaats vond. Meer dan honderd jaren zou het witte paard nog rond de heuvels van Valkenburg zijn gezien. En niemand wist wat er precies met het bijzondere paard was gebeurd. Wel zou er een graf zijn geweest met witte stenen, waar de roofridder en later de schimmel zijn begraven. Maar die begraafplaats was in de loop van de eeuwen door planten overwoekerd en niemand wist nu nog waar die plek was gelokaliseerd.
De volgende ochtend kwam mijn zoon luid mopperend onze hotelkamer binnen met de boodschap dat de witte steen was verdwenen. Ik dacht aan het verhaal van de barman en zei: “Misschien had je die steen niet mee mogen nemen en ligt hij weer op het graf van het paard. Mijn zoon begreep daar niets van en ik vertelde hem wat ik de vorige avond in de bar had gehoord. Hij keek me ongelovig aan en zei:  “Toen was ie Cymsalabin weer weg”. Cymsa is bij ons blijven leven.
Als toverkracht uit de Limburgse velden.

J.J.v.Verre.