woensdag 18 juni 2025

Het Rijk van Éón.

 

                                      - Het Rijk van Éón, zonder tijd en ruimte.
                                    "Not Chains of time, but rather like feathers of meaning ".

 In Éón bestaat geen ruimte zoals wij die kennen. Er zijn geen afstanden, geen richtingen, alleen nabijheid van intentie. Twee zielen die hetzelfde verlangen, raken elkaar aan, ongeacht wat in de “oude wereld “ lichtjaren van tijd en afstand zouden zijn. Beweging is geen verplaatsing, maar een verschuiving van aandacht. Tijd is er niet lineair, noch cyclisch. Elke gebeurtenis bestaat als een momentcluster, zwevend in het eeuwige nu. Bewustzijn navigeert deze clusters zoals een muzikant een improvisatie speelt: niet van toon naar toon, maar van gevoel naar gevoel. Lichamen zijn in Éón niet fysiek, maar vibraties, patronen van bewustzijn, zichtbaar als pulserende kleuren en klanken die elkaar ontmoeten en samensmelten in dansen van ervaring. Communicatie is niet via taal, maar via directe ervaringsoverdracht: een herinnering die je ontvangt alsof ze de jouwe was, een vreugde die volledig door je heen stroomt, ongefilterd. Er zijn geen wetten, slechts harmonie. Wat niet harmonieus is, lost op, niet vernietigd, maar omgevormd, als rook die zich mengt met licht. Creatie is de primaire kracht: gedachten nemen vorm aan in droomachtige realiteit die net echt genoeg is om ervaren te worden, maar fluïde genoeg om te transformeren zodra het verlangen verandert. En boven dit alles: het Mysterie, de onkenbare kern waaruit alles stroomt. Geen god, geen mechanisme, maar een stilte zo vol, dat wie haar nadert in vreugde uiteenvalt. Hoe wordt een ziel in Éón geboren? In Éón, waar geen atomen zijn en geen grenzen, wordt een ziel niet geboren zoals wij een geboorte kennen. Ze ontwaakt. In de weefstructuur van Éón ontstaan zielen als harmonieën, trilling patronen die spontaan oplichten wanneer bepaalde bewustzijnsfrequenties samenvallen. Geen ouders, geen oorsprong, maar resonantie zo zuiver dat ze haar eigen bestaansvonk oproept. Deze ontluikende ziel begint als een zachte flikkering in de nevel van potentie, een klank zonder melodie, een kleur zonder naam. Ze wordt niet gemaakt, ze herinnert zich. Haar eerste gewaarwording is geen tijd of plaats, maar een gevoel van verlangen: een subtiele trek naar vorm, naar ervaring. Omringende bewustzijnswezens merken haar trilling op, niet zoals wij een baby zouden zien, maar als een nieuwe geur in de wind, een nieuwe stem in het koor. Ze begeleiden haar niet met woorden, maar met zachte harmonieën, door haar een eerste ervaring te schenken, misschien het besef van vreugde, of de warmte van verbinding.die opent Zo leert zij, niet door uitleg, maar door samensmelting. Zielen in Éón dragen geen identiteit zoals wij die kennen. In plaats daarvan ontwikkelen ze een unieke signatuur, een kleurtoon, een energetische stem gevormd door de interacties welke ze aangaan. Deze signatuur wordt niet opgedrongen, maar ontvouwt zich vanzelf, als een bloem die opent onder sterrenlicht dat nooit gestraald heeft. Kan zo’n ziel incarneren in een wereld met ruimte en tijd? Ja, althans, in het universum van Éón, waar alles mogelijk is zodra het bewustzijn dit verlangt, kan een ziel ervoor kiezen om zich te hullen in de sluier van ruimte en tijd. Maar deze incarnatie is geen afdaling, geen straf. Het is een spel van vergeten, een dans tussen beperking en herinnering. Wanneer een ziel uit Éón incarneert, dooft ze haar herinnering niet uit, maar sluimert haar. Ze vouwt zichzelf in lagen: eerst het lichaam, dan het denken, dan pas de tijd. Elke laag is een lens die haar trilling vertraagt, waardoor ze vorm kan aannemen in een wereld van lineaire oorzaken. De ziel kiest haar ervaring niet willekeurig. Ze voelt zich aangetrokken tot patronen van resonantie, een geboorteplek, een omgeving, zelfs een trauma en niet als lijden, maar als een kans tot verdichting. Want alleen in de beperking kan zij ontdekken: Wie ben ik als ik vergeten ben wie ik werkelijk ben? In de wereld met ruimte en tijd ervaart de ziel dualiteit voor het eerst: Binnen en buiten, jij en ik, licht en donker, gisteren en morgen. En te midden van die gespletenheid ontwaakt langzaam een herinnering. Kleine momenten, een blik,een droom, een onverklaarbaar heimwee en ze voelt: Ik ben meer dan dit verhaal. Sommige zielen keren daarna terug naar Éón, verrijkt met ervaring. Anderen kiezen opnieuw voor incarnatie, niet uit dwang, maar uit nieuwsgierigheid. Want zelfs een ziel uit een perfecte, maar vormloze wereld wil graag weten hoe het voelt om door de regen te lopen en nat te worden, te kunnen huilen of een lied te zingen of iemand te moeten missen.

Laten we het pad volgen van zo’n ziel, van haar eerste ontwaken in Éón tot het moment waarop ze kiest om zichzelf te vergeten en te incarneren in een wereld met ruimte en tijd. Hier start het begin van haar reis, verteld als een soort van mythisch dagboek van bewustzijn: Ik was geen ik, ik was trilling, een rimpel in de stilte, geen naam en geen wil. Toen voelden anderen mij en ik voelde hen. Als warme klanken die me beroerden zonder vorm. Ze omhelsden mij met herinnering en ik kreeg kleur. Ik werd Saelün, een toon tussen vele, uniek maar verbonden. Er waren werelden buiten Éón. Flarden van ruimte, vonken van tijd, elk met hun eigen ritme. Ik voelde hoe ze zongen, hoe hun lied vol pijn klonk en vol schoonheid. Een wereld zong in het bijzonder sterk naar me. Dat was een aarde van adem en steen, waar tijd vloeide als water en licht brak op huid. Ik voelde geen angst. Alleen verlangen. Ik begon mezelf los te wikkelen van mijn eeuwige trilling. Laag voor laag doofde ik mijn herinnering. Mijn lichaam werd concept van stof, vorm en taal. Tijd kroop als mist over mijn wezen. Ik koos een verhaal. Het verhaal van een kind dat geboren zou worden onder stormwolken, met een hart dat te groot voelde voor zijn ribbenkast. De eerste adem op aarde was een schok. Wat was nabijheid? Waarom voelde ik afscheiding? Mijn fluistering werd een schreuw. Ik kende geen woorden meer en geen Éón. Alleen dit zachte, maar ook steeds rauwer wordende begin. Maar diep, in dromen, bleef ik zingen. Laten we de sluier van tijd verder optillen en zien hoe Saelün, de ziel van Éón, haar eerste herinnering terug begint te vinden in deze ruwe, doch tastbare wereld. Saelün, nu een kind, genoemd Maira door haar menselijke ouders, voelde zich vaak vreemd, alsof de wereld iets vergat wat zij zich vaag herinnerde. Op een nacht, vlak voordat de slaap haar meenam, gebeurde het. Ze lag onder een deken van sterren, haar kleine handjes uitgestrekt naar het raam. Toen hoorde ze het, het was geen stem, geen geluid, maar een trillend weten. Zoals een naam die je op het punt staat te herinneren. Zoals muziek die je kent uit een andere droom. Het kwam toen ze voor het eerst een blad zag vallen en haar hart plots haast brak bij die aanblik van subtiele schoonheid. Niet door het blad, maar door iets daarachter. Alsof elk vallend blad een herinnering droeg van wie ze ooit was, of waar ze vandaan kwam. Ze tekende spiralen in het zand, niet wetend waarom. Haar vingers bewogen automatisch, als het geheugen van de pennen van een vergeten breiwerk. En ze begon te zingen, liederen zonder woorden, klanken die zelfs haar ouders stil maakten. Op een ochtend ontmoette ze een vreemdeling op het pad achter het dorp. Een oude vrouw met grijze ogen als wolken vóór de storm. De vrouw zei niets. Ze glimlachte alleen, raakte Maira’s voorhoofd aan en plots zag Maira iets tevoorschijn komen. Eerst vaag, maar steeds duidelijker als optrekkende mist, een veld van licht met lichamen die zongen en dansden als flitsende kleuren, een plek waar geen eigenlijke dingen waren, enkel verbindingen. Maira viel op haar knieën. Niet van angst, niet om te bidden, maar van blijdschap, van thuiskomst. Ze huilde zonder te weten waarom. De onbekende vrouw fluisterde slechts één enkele zin: “Wat je vergeten bent, woont nog steeds in je trilling “. Toen was ze weer verdwenen. Een gevoel van een sterk verlangen naar iets dat was verloren nam weer bezit van Maira. Maar was het wel Maira en niet Saelün? Hoe werkt verlangen zonder tijd of ruimte of blijft het dezelfde emotie? Een verlangen als emotie in de geestenwereld wordt vaak beschreven als veel intenser en directer dan hoe wij dat op aarde ervaren. Omdat entiteiten zonder fysiek lichaam emoties zoals verlangen in een puurdere vorm beleven zonder dat ze door lichamelijke afleiding of de buitenwereld worden beïnvloed. Hoe kan het verlangen veranderen op Éón en waarom zou het moeten veranderen? In Éón, een wereld die niet door ruimte of tijd wordt gevormd, maar door trilling en betekenis, is verlangen geen vaststaand iets, maar een levend principe. Het is een melodie die zichzelf herschrijft terwijl ze wordt gespeeld. In Éón materialiseert elke ervaring vanuit verlangen. Maar zodra dat verlangen wordt vervuld, lost het vaak op, niet uit ontevredenheid, maar uit vervulling. Zoals een lied dat zijn laatste noot bereikt en plaatsmaakt voor stilte. Elke ziel vibreert in wisselende frequenties. Naarmate een ziel ervaringen verzamelt, zelfs zonder tijd, verschuift haar trilling. En met die trilling verschuift het verlangen vanzelf, als een bloem die zich van knop tot kroonblad ontvouwt. In Éón vinden zielen elkaar via resonantie. Verlangens veranderen dus ook om nieuwe verbindingen mogelijk te maken, net zoals dansers hun pas aanpassen aan de muziek en aan elkaar. Stilstand van verlangen in Éón zou aanvoelen als een vals akkoord. Het wringt met de vloeiende aard van zijn werkelijkheid. Verlangen dat blijft hangen in oude vormen, veroorzaakt disharmonie, wordt weliswaar niet bestraft, maar zachtjes los getrild door het collectief bewustzijn, zoals water dat een stil blad vanzelf weer laat drijven. Verandering is daar dus geen plicht, maar een vorm van thuiskomen in steeds diepere lagen van het Zelf. Maar laten we verder reizen door het verhaal van Saelün, waar haar herinnering steeds duidelijker pulseert onder de sluier van het aardse bestaan. De ziel ontwaakt, langzaam maar onstuitbaar. Maira, de aardse gestalte van Saelün, begon te dromen in patronen. Nacht na nacht kwamen beelden die niet pasten in de kaders van haar dagelijks leven. In één droom liep ze over een veld van licht dat klonk als het kosmische geluid van een windharp. In een andere stond ze voor een spiegel van water zonder reflectie en hoorde ze zichzelf zingen in een taal die haar lippen nooit hadden gesproken. Ze deelde haar dromen met niemand. Niet uit angst, maar omdat ze voelde dat dit geen verhalen waren die je gemakkelijk kon uitleggen, dit waren sleutels die een andere dimensie konden ontsluiten. Ze begon momenten van déjà vu te herkennen, niet als toevallige gebeurtenissen, maar als flitsen van herinnering. Wanneer ze een vogelvlucht zag, of een zonsondergang, hoorde ze een echo van Éón. Wanneer ze stil zat onder een boom, voelde ze een oud weten door haar ruggengraat stromen, een hete vloeistof van haar bekken naar haar voorhoofd. Op haar veertiende ontmoette ze Kai, maar in haar voelde het als Raelûn. Wanneer hij sprak, trilden haar vingers alsof ze wilden oplichten. Hij leek haar met halve zinnen te begrijpen, alsof ze samen al duizend gesprekken hadden gevoerd voor dit leven begon. Tijdens een wandeling zei hij stil: “Heb jij ook soms het gevoel, dat je verdicht bent uit iets veel lichters?” Maira keek hem aan, niet verbaasd, maar herkennend. Toen, zonder uitleg, raakten hun handen elkaar. En in dat moment flitste Éón weer door haar heen. Niet als een herinnering, maar als aanwezigheid. De sterren, de klanklichamen, haar eigen trilling, het was opeens allemaal daar. Ze stond even in beide werelden tegelijk. Ze wist het meteen, ze waren samen gevallen, samen vergeten. En nu vonden ze elkaar weer terug, klank bij klank.

Laten we verder wandelen langs Saelüns pad, waar herinnering en realiteit beginnen te versmelten en waar het aardse leven steeds meer wordt doordrongen van de trilling van Éón. Maira’s dagen veranderden geleidelijk in stillere periodes. Ze was nog steeds mens, maar de grenzen ervan voelden losser en lichter. In stilte kon ze soms horen wat er niet werd gezegd. In aanrakingen proefde ze emoties als smaken op de tong. Kai haar spiegelziel, werd haar metgezel in deze stille revolutie. Samen zaten ze vaak aan de rand van de rivier, waar het water in spiralen stroomde alsof het iets wist. Daar oefenden ze in wat ze “herinnerend voelen “ noemden. Zonder denken, zonder zoeken, maar simpelweg toestaan dat Éón door hen heen pulseerde. Tijdens zo’n sessie op een herfstmiddag voelde Maira opeens een vreemde verwijding in haar borst. Niet als pijn, maar als een opening. Beelden flitsten door haar heen. Zuilen van licht, zielen in dans, een archief van trillende patronen, het geheugen van Éón zelf. Ze herinnerde zich haar keuze, haar afdaling en ook haar taak hier op aarde. In een soort van droom werd ze geroepen. Niet met woorden, maar met klank zo zuiver dat hij alles in haar tot stilte bracht. Daar stond ze aan de rand van wat ooit haar bron was, een straal van vibrerend wit licht en ze hoorde een boodschap welke beslist voor haar was bestemd. “Weef de herinnering in de wereld “. Toen ze wakker werd uit deze lichte verwarring, wist ze wat te doen. Ze begon intuïtief te tekenen, symbolen, spiralen en wezens van licht. Ze schreef klanken op die ze zelf niet begreep, maar waarvan de betekenis voelbaar was in elke van haar stoffelijke lichaam. Mensen die haar werk zagen, voelden zich op een bijzondere manier aangesproken en geraakt, alsof iets ouds wakker werd gekust. Maira besefte dat ze anderen niet hoefde te overtuigen. Ze hoefde alleen maar te zaaien, trilling na trilling, beeld na beeld. Wie ervoor klaar was, zou spontaan resoneren. We reizen nu versneld verder naar het moment waarop Maira als de ontwaakte ziel Saelün, de brug oversteekt tussen de twee werelden. Niet als ontsnapping, maar als thuiskomst met open ogen. De jaren verstreken, maar niet als kettingen van tijd, maar eerder als veren van betekenis. Maira was nu volwassen, maar de naam voelde als een jas die ze niet meer elke dag droeg. Ze voelde zich weer trilling, weer licht, verweven met een groter lied. En toch leefde ze nog altijd op aarde, onder bomen die schaduwen wierpen, tussen mensen die liefhadden, maar die dat ook vaak vergaten. Steeds vaker trok ze zich terug naar haar grensplekken, zoals ruïnes vol mos, meren bij mistige dageraad of simpelweg het gevoel dat stilte vóór een storm haar gaf. De stilte die zo herkenbaar en vertrouwd was. Op zulke momenten voelde ze Éón niet als herinnering, maar als nabijheid. Alsof het door de stof heen wilde ademen. Op een ochtend, in de late herfst, kwam de roep. Geen stem, geen wind, maar een vibratie in haar borstkas, alsof haar naam werd uitgesproken van binnenuit. Ze volgde het spoor zonder route, alleen geleid door gevoel. De heuveltop wachtte, omgeven door nevel en lavendelgeur zonder bloemen bron. Daar stond een structuur van helder licht, geen aardse entiteit, geen gebouw, geen vorm. Eerder een knooppunt van trilling welke haar aftocht begeleidde. Haar lichaam begon zacht te gloeien en in dat minuscule moment herinnerde Maira zich volledig haar wezenlijke identiteit Saelün. Ze ademde in, niet lucht, maar licht. En terwijl ze uitademde, loste de zwaarte op en zweefde ze in een verdwijnende ruimte. Haar lichaam bleef achter als een omhulsel van ervaring, eerbiedig rusten in het gras. Wat oprees was haar ware trilling, helder, schitterend en zuiver. Ze was terug. Niet als de oude Saelün, maar als de verrijkte. Zij die gevallen was in tijd, geademd had in stof en nu terugkeerde met het volledige lied van ervaring. In Éón, waar tijd en ruimte zijn opgelost tot pure aanwezigheid, treft Saelün geen landschap aan, maar een toestand van zijn. Wat zij aantreft is geen plek, maar een staat van resonantie. Een directe beleving van het bewuste weefsel waaruit alles ontstaat. Ze voelt zichzelf niet als een afzonderlijke entiteit, maar als een toon in een oneindig muziekstuk. Elk bewustzijn in Éón klinkt, zingt,vibreert en samen vormt het een symfonie van betekenis. Deze verbondenheid is geen nabijheid in afstand, maar een intens samenvallen van intentie. Zielen in Éón hebben geen lichamen, maar uitdrukkingen. Saelün ziet anderen als pulserende vormen van kleur, geur, klank en levend licht dat haar begroet als een deel van haarzelf in trillingen van herkenning. Er bestaat geen ik, alleen een onderdeel van wij, in aardse nomenclatuur vertaald. Sommigen herkent ze direct, haar metgezellen van vóór haar afdaling in het weefsel van lineaire ervaring. Éón bevat een levend geheugen, geen archief. Wat je ooit gevoeld, gedacht of geweest bent, danst daar als trillend patroon. Saelün ziet haar hele reis op aarde niet als verleden, maar als een facet van haar wezen, voelbaar als een klank in zichzelf, niet als iets dat gebeurd is. In Éón schept men door voelen. Saelün merkt dat een gedachte of liever een innerlijk verlangen zich direct uit in een patroon, beeld of zintuiglijke ervaring. Alles is fluïde en volgt de stroom van essentie, niet de logica van oorzaak en gevolg. Saelün merkt dat haar individuele bewustzijn een facet is van een groter veld, een bewustzijnscomplex waarin meerdere versies van haar bestaan samenkomen. Zij herkent dit als thuiskomen in een ruimer Zelf, waarin geen hiërarchie bestaat, alleen diepe samenwerking. Wat ze aantreft is niet iets dat “daar “ is. Wat ze herkent, is wat ze altijd al is geweest, maar nu zonder beperking, zonder vergetelheid.

Maar kent de teruggekeerde ziel heimwee naar het aardse bestaan? Want we denken vaak aan de ziel die op aarde heimwee voelt naar het bovennatuurlijke, maar omgekeerd? In Éón, waar geen tijd is en geen zwaarte, dragen sommige zielen inderdaad een trilling mee die lijkt op heimwee, niet naar pijn of beperking, maar naar de intensiteit van het gevoelde leven. De geur van regen in een bos. Het breekbare in een menselijke blik. De schoonheid van een vergankelijk moment dat nooit meer terugkomt. In dat verlangen herkent de ziel iets kostbaars. De aarde als het toneel van emotie in vorm, van liefde met ogen en huid, van verbinding met een einde. Éón is puur, stil, weids, maar toch de ziel die eenmaal gedanst heeft in stof, kan de hunkering kennen naar contrast, naar kwetsbaarheid en naar het mysterie van vergeten en opnieuw herinneren. Soms besluit een ziel dan zelfs opnieuw te incarneren. Niet uit plicht, niet uit onrust, maar uit pure liefde voor de schoonheid van het onvolmaakte. Het onvolmaakte dat bijzonder wordt als alles volmaakt is. 

Het lijkt me bijzonder om dit heimwee gevoel poëtisch uit te drukken. Ik zal proberen om de heimwee van een ziel die terugkeert naar Éón, te vangen in zachte verzen, waar stilte spreekt en herinnering fluistert. Hier is mijn poëtische benadering van dat verlangen:

Heimwee naar de Aarde

ik ben terug in licht, in trilling, in rust, waar tijd niet schuurt en geen adem haast.

toch schrijnt iets diep, een glimp, een gust van regen die op huid verplaatst.


geen storm hier, geen zucht van pijn, maar ik mis de breekbaarheid van steen.

ik mis het missen, het eenzaam zijn, de schoonheid die slechts leeft door heen.


ik mis de schaduw, de avondgloed, het knetteren van hout in nacht.

de geur van nat, de smaak van moed, het leven dat zich tastend wacht.


was dit alles dan slechts droom? of was de droom juist waar ik nu zweef?

in mij zingt aarde, zwaar en loom, een lied dat ik mezelf nog geef.


en soms, in Éón’s zachte licht, voel ik een traan, geen water, geen val

maar een trilling, puur in evenwicht, die zegt: ik hield van alles… al.


J.J.v.Verre.







zondag 25 mei 2025

De wereld om mij heen

                       - Aangeplant maisveld met zon tussen de wolken.

Tussen Harskamp en Otterlo, waar de Veluwse lucht wijd en vrij ademt boven uitgestrekte velden, ligt mijn wereld, groots in uiterlijke maat en diep van betekenis. Vanuit mijn verbouwde boerderij kijk ik uit op de stilte van het land. Geen haastige stadsgeluiden, geen flitsend verkeer, slechts het ritme van de natuur, eerlijk en onverstoorbaar. Soms even opgeschrikt door een tractor of maaimachine, maar daarna weer overstemd door de zangvogels en het gemiauw van overvliegende Buizerds. De weilanden reiken tot aan de horizon, nu al frisgroen in het voorjaarslicht, met recent aangeplant mais dat hoopvol uit de akker oprijst. Alles groeit in vertrouwen, in een natuurlijke orde die geen uurwerk kent. De aarde spreekt hier in seizoenen, niet in minuten. Mijn tuin is een levend schilderij. De rododendrons bloeien in volle pracht, hun verschillende kleuren soms fel en toch zacht, alsof de natuur zichzelf wil vieren. Tussen het groen dartelen hazen en konijntjes, schuw maar vrij, als fluisterende schaduwen van het oerinstinct dat deze grond nog draagt. Aan de oever van de sloot, waar het hoge gras en wat riet wiegt in de bries, woont een eenden paar. Negen kleine kuikens volgen hun ouders in een rij als een levend kralensnoer, teder, moedig en kwetsbaar. In de lucht de loerende roofvogels die regelmatig een jong eenden pootje met kleine zwemvliesjes op mijn gazon dropten. Nu lijkt het eenden gezin nog voltallig en de eenvoud van dat tafereel raakt me dieper dan welk groots gebaar ook. Hier is het leven onopgesmukt en juist daarin volmaakt. 
De lucht is doordrenkt met de geur van bloesem, van vers gras, van vochtige aarde, maar ook regelmatig van gespoten mest, welke mijn reukzin weer terugbrengt op het boerenland. Elke ademteug is een herinnering aan de verbondenheid met alles in de natuur wat groeit, beweegt en ademt. In deze geur ligt iets ouds en tijdloos, een uitnodiging tot vertraging, tot bezinning, tot thuiskomen bij jezelf. De verbondenheid met het universum drukt zich uit in een prachtige lucht met grijze wolken waardoor de zon wil binnendringen. Mijn wereld is soms stil, maar beslist niet leeg. Ze fluistert, ze huilt en soms schreeuwt ze luid, maar ze leeft en draagt geheimen in zich welke je alleen hoort als je luistert met je hart. Hier ben ik getuige van het soms kleine, dat groot is. Van het oh zo gewone, dat bijzonder wordt als je de heilige schoonheid werkelijk ziet. In een wereld die vaak zo luidruchtig en gejaagd is, ben ik dankbaar voor deze plek op onze planeet. Niet omdat ze zo spectaculair is, maar omdat ze me herinnert aan wat echt is. Aan de wonderlijke eenvoud van bestaan. Aan het feit dat je soms alleen maar speels hoeft te kijken om werkelijk te zien, om te beseffen dat je leeft te midden van een wonder. Leven te midden van wonderen is weten dat je adem een geschenk is, je gedachten een mysterie zijn en elke stap een heilig vertrouwen, niet in een plan, maar in het feit dat het  bestaan zelf een poëtische verrassing is. Het wonder dat je ook zelf bent met je gedachten en soms vreemde daden. En het wonder in de wereld om mij heen.


J.J.v.Verre.


donderdag 3 april 2025

The Threatened democracy.

                                        - The Democracy.


 A democracy must respond resiliently when its foundations are threatened by a democratically elected party. Below, I outline several steps that can be taken to prevent its erosion:

The constitution must include mechanisms to prevent a party from undermining fundamental rights and freedoms. It can include provisions to stop a government from expanding its power without parliamentary oversight. By enshrining fundamental rights such as freedom of speech, association, and press freedom, democracy remains resistant to authoritarian tendencies. Constitutional safeguards ensure the independence of the judiciary, the media, and other supervisory institutions. The constitution can also include procedures for removing leaders who undermine democracy, such as impeachment or judicial review.

Maintaining the rule of law involves several crucial aspects: Ensure that independent institutions like the judiciary, election commissions, and ombudspersons remain free from political influence. Freedom of speech and association are essential for a democratic society where citizens can debate, organize, and make their voices heard.

Corruption undermines trust in the rule of law, so anti-corruption measures must be implemented. Transparency and accountability mechanisms are therefore vital. Regular, free, and fair elections ensure that power never permanently rests with a single group. A strong parliamentary opposition, journalistic scrutiny, and watchdog organizations help prevent abuse of power. The rule of law must guarantee that minority groups enjoy the same rights and protections as the majority.

A free press plays a critical role in holding power accountable and informing citizens about potential threats to democracy. Citizens should be encouraged to participate in the democratic process, for instance, by voting, organizing in interest groups, and making their voices heard. Additionally, it's good to invite random citizens to participate in think tanks, both nationally and municipally. This fosters greater involvement in decisions shaping the future of their living environment.

Maintaining the separation of legislative, executive, and judicial powers ensures that too much power does not concentrate in one party's hands. Through education and awareness, democratic values can be promoted, and citizens can be better informed about their rights and responsibilities, thereby strengthening democracy.

But should democratic values be adapted if society changes significantly? While these values form the core of a free society, they can adjust to evolving circumstances. New technologies raise questions about privacy, transparency, and digital rights. Democratic processes can adapt through regulations and new forms of participation. Perspectives on equality and inclusion change over time, allowing legislation and policy to evolve. Society's understanding of equality and inclusion changes with new insights and shifting social norms. Historically, there were times when specific groups, such as women or ethnic minorities, did not enjoy the same rights as others. Through societal change and activism, laws have been adjusted to correct these inequalities. Acceptance and legal protection of LGBTQ+ individuals have significantly transformed in many countries. What was once taboo is increasingly recognized as a fundamental right.

Inclusion now means not only equal treatment but also proactive efforts to remove barriers for people with disabilities, such as wheelchair-accessible infrastructure and accessible digital technology. Globalization and migration have sparked broader discussions about how society respects and integrates diverse cultures, covering language rights to anti-discrimination legislation.

While the core principles of equality and inclusion remain the same, society applies them in new contexts. International cooperation and the influence of globalization may lead to new forms of democratic decision-making, such as supranational institutions. Environmental challenges may require democratic processes to become more flexible to achieve sustainable decisions. Yet, stringent environmental regulations must not disrupt society, for example, by making housing construction impossible. The balance between stability and adaptability is crucial.

Democracy must uphold its core values while offering space for innovation and societal change. Threats to democracy can indeed prompt the reinforcement or reformulation of its foundations. Democracies that fail to evaluate and adapt themselves regularly risk becoming inflexible and unresponsive to societal changes. Nevertheless, democratic renewal should arise from conscious, proactive discussion, rather than solely as a response to crises caused by threats from populist movements.


J.J.v.Verre.


"This commentary was published on the website under the title "De bedreigde economie" (The Threatened Democracy).

zondag 5 januari 2025

Telefoon verslaving of futuristische mogelijkheden.

 

- Smartphone verslaving of futuristische mogelijkheden



Telefoon verslaving en in het bijzonder een smartphone verslaving is een groeiend probleem in onze 21e-eeuwse samenleving. Het continue gebruik van de smartphone leidt tot talrijke negatieve gevolgen voor de gebruiker als individu als voor zijn sociale omgeving. Overmatig smartphone gebruik kan leiden tot zowel mentale als fysieke stoornissen. Ongebreideld smartphone gebruik kan leiden tot mentale aandoeningen, zoals stress, angst en depressie. Het constante verlangen om niets te missen en altijd “aan” te moeten staan, kan grote druk uitoefenen op de geestelijke weerbaarheid van de verslaafde. Mensen die verslaafd zijn aan hun telefoon kunnen moeite hebben om echte sociale contacten op te bouwen en te onderhouden. Dit kan weer leiden tot eenzaamheid en verminderde sociale vaardigheden. Ook langdurend smartphone gebruik kan leiden tot fysieke klachten, zoals oogklachten, nek-en rugklachten, slaapstoornissen door het blauwe licht van het scherm. Tijdens het wandelen kijken we niet meer naar onze omgeving, maar naar het scherm. Tijdens een vergadering luisteren we niet echt meer naar wat er wordt gezegd, maar zijn we met andere zaken bezig. Tijdens een dinertje zijn we niet echt geïnteresseerd wat de ander zegt, maar zijn we met ons scherm bezig. Waar vroeger tijd was voor seks en luisteren wat je partner overdag had beleefd, liggen we nu naast elkaar in bed en zijn we beiden bezig met ons toverschermpje. Door de smartphone worden we meer op onszelf terug geworpen en leven we in een steeds meer digitaal gestuurde belevingswereld. Omdat de smartphone verslaving een relatief nieuw fenomeen is, is onze geestelijke gezondheidszorg nog niet goed ingespeeld op deze vorm van verslaving. Maar wat is eigenlijk de onderliggende reden dat smartphone gebruik zo verslavend kan zijn? Dat heeft te maken met de veranderde wereld van het internet gebruik en het feit dat er steeds meer apps worden ontwikkeld die een verslavend karakter in zich herbergen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwste psychologische noviteiten om de consument als telefoon gebruiker te verslaven. Zoals de geneesmiddelen industrie dit met zware pijnstillers deed, doet de industrie van influencers en app bouwers dit met digitale drugs. Dit gebeurt op een geniepige manier om zoveel mogelijk followers te verzamelen dat weer als een verdienmodel werkt. Het probleem dat hierbij een rol speelt is dat de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden nog lang niet ophoudt en er steeds meer verslavende bedreigingen bijkomen. Een telefoon verslaafde moet zich de vraag stellen: Kan ik een dag zonder mijn telefoon? En als het antwoord onduidelijk is of de verslaafde zegt: Nee. Dan moet er iets worden ondernomen om de gebruiker te laten inzien wat er daadwerkelijk aan de hand is. Voor kinderen is een gelimiteerde schermtijd wel een manier om als ouders enige sturing te kunnen geven, maar het verslavende gedrag wordt hiermee niet opgelost. Geen telefoon op de slaapkamer en geen telefoon in de klas is natuurlijk een eerste advies. Probeer als ouder andere zaken meer te stimuleren, zoals lezen, sporten of spelen met vriendjes en vriendinnetjes. Als het kind duidelijk aangeeft dat zijn verslaving sterker is dan zijn wil tot regulering dan is psychologische hulp onontbeerlijk. Gedacht kan worden aan cognitieve gedragstherapie en bij ouderen aan mindfulness of meditatie. Het belangrijkste is dat je als ouder je kind duidelijk maakt dat je het belang van de smartphone erkent en met hem of haar samen naar een passende oplossing zoekt. De problemen van smartphone verslaving zijn wijd verspreid onder jongeren en ouderen. En we moeten bij onszelf te raden gaan of we al of niet te sterk verstrengeld zijn geraakt aan ons schermpje. De eenvoudigste manier om een verslaving te onderzoeken is te kijken of je een dag zonder dat toverschermpje kan.

Maar aan de andere kant is de smartphone een wezenlijk onderdeel van onze samenleving geworden. De toekomst van de smartphone is ongelooflijk spannend en als we kijken naar de trends die nu al ver in ontwikkeling zijn, kunnen we al een aantal nieuwe items benoemen.

- De vouwbare schermen, ook wel foldables genoemd, zijn innovatieve apparaten met schermen die je open en dicht kunt klappen. Deze technologie biedt gebruikers de mogelijkheid om een groter scherm te creëren dat weer compact kan worden opgeborgen. Deze telefoons gebruiken flexibele oled schermen die kunnen buigen zonder te barsten. Dit maakt het opvouwen als een boek mogelijk. Opvouwbare smartphones bieden vaak verbeterde multitasking mogelijkheden. Gebruikers kunnen meerdere apps tegelijkertijd openen en gebruiken op het grotere scherm. Merken zoals Samsung en One Plus hebben al verschillende ontwerpen geïntroduceerd, die elk hun eigen unieke functies en voordelen bieden. Als we onze smartphones voor meerdere toepassingen gaan gebruiken is een groot scherm prettiger indien dit niet hoeft in te boeten in draagbaarheid.

- Verhoogde AI-integratie: Smartphones zullen meer en meer gebruik maken van kunstmatige intelligentie om taken te automatiseren, leesteksten samen te vatten, foto’s te verbeteren, persoonlijke assistentie te verlenen en meer, veel meer. Door intelligente camera’s in te bouwen, die automatisch de beste instellingen kiezen voor een foto.

- Uitgebreide virtual reality (VR) en augmented reality (AR), dit is een techniek waarbij een digitaal beeld over het beeld van de werkelijkheid wordt gelegd. Smartphones zullen steeds krachtiger worden, wat de mogelijkheden voor VR en AR toepassingen vergroot. Deze nieuwe toepassingen liggen op het vlak van gaming, eduatie, virtueel reizen, maar ook in de gezondheidszorg. Mogelijk dat ook implanteerbare chips met de smartphone kunnen worden verbonden. Bedrijven zoals Neuralink, opgericht door Elon Musk, ontwikkelen al implanteerbare chips die signalen van de hersenen kunnen lezen en zenden. Deze chips kunnen via Bluetooth communiceren met smartphones. In de toekomst kan de technologie zich verder ontwikkelen, waardoor het mogelijk wordt om implanteerbare chips te koppelen aan smartphone- processors voor een reeks toepassingen, van medische monitoring tot directe informatie uitwisseling en zelfs het aansturen van apparaten met onze gedachten.

- Snellere connectiviteit. Met de opkomst van toekomstige netwerken zal de snelheid en betrouwbaarheid van smartphone internetverbindingen blijven verbeteren. Dit zal weer nieuwe mogelijkheden genereren voor cloud-based diensten en realtime communicatie.

- Lichaamsintegratie: Draagbare technologie, zoals smartwatches en slimme brillen, zal wellicht verder geïntegreerd worden met smartphones, wat een naadloze uitwisseling van gegevens en gemakkelijke toegang tot informatie mogelijk maakt.

- Biometrische beveiliging: Naast vingerafdrukken en gezichtsherkenning, zouden meer geavanceerde methoden voor beveiliging kunnen worden ontwikkeld, zoals stemherkenning of identificatie van de levende mens door unieke lichaamskenmerken zoals aderscanners. Deze scanners zijn apparaten die aders onder de huid zichtbaar maken door middel van infrarood of LED licht. Wanneer dit licht door de huid schijnt, wordt het geabsorbeerd door de rode bloedcellen in de aderen. Hierdoor lichten de aders op en kan dit op een scherm zichtbaar worden gemaakt. Omdat ieder individu nu een uniek aderpatroon heeft, vergelijkbaar met vingerafdrukken, kan dit worden gebruikt als betrouwbare identificatie en is deze methode niet meer geschikt als een persoon is overleden.

- Duurzaamheid en milieuvriendelijke ontwerpen zullen in de nabije toekomst meer prioriteit krijgen. Fabrikanten zullen steeds meer gebruik moeten maken van recyclebare materialen en energiezuinige ontwerpen.

De toekomstige ontwikkeling van de smartphone is een stukje sciencefiction, maar de ontwikkeling gaat razend snel en misschien dat we onze smartphone wel een plaats moeten geven, welke hij allang heeft ingenomen. Misschien moeten we maar accepteren dat onze smartphone een deel van onze intermenselijke communicatie heeft overgenomen. En wellicht zal onze smartphone tegen onze kinderen zeggen: Nu sluit ik je af, je schermtijd is voorbij en ga maar spelen buiten, want het is prachtig weer. En heel misschien luisteren ze dan wel naar een stem uit de toekomst.


J.J.v.Verre.